Waar bent u naar op zoek?

Gevolgen van onze levensstijl

Dr. M. Verduin
Door: Dr. M. Verduin
25-03-2021

Sinds de eerste vaccinaties zijn gezet, gloort er licht aan het einde van de tunnel. Nog even volhouden en we kunnen het normale leven weer oppakken, luidt de boodschap. Als we zo denken, vergeten we echter dat de coronacrisis symptoom is van een veel diepere crisis.

In een preek over Psalm 6 sprak dr. H. de Jong, emeritus predikant van de Nederlands Gereformeerde Kerken, onlangs van ‘Gods toorn in de coronacrisis’. Hij begint zijn preek, die te lezen was in het Nederlands Dagblad, als volgt: ‘Weet u dat ik deze psalmtoon mis in het hele gesprek over de coronacrisis? De gedachte dat God boos is (…), kom je bijna nergens meer tegen.’

Hoe zou dat komen? De een zegt: Het middeleeuwse denken ligt (gelukkig) ver achter ons. Een ander: God is liefde. Hij houdt van ons. Denk alsjeblieft niet dat Hij je straft. Ds. De Jong signaleert dat ‘in de kerken van vandaag zo oorverdovend gezwegen wordt’ over de toorn van God. Dat de huidige pandemie daarmee iets van doen heeft, wie durft dat te zeggen? Wanneer ons iets uit de hand loopt, slaan wij de handen ineen. De eerste coronagolf zouden we wel te boven komen. Als we maar samen ons best doen. En de tweede golf? Er is een vaccin ontwikkeld. Hoe bemoedigend. Alleen: de virusvarianten en de angst voor bijwerkingen van het vaccin maken het mensdom nerveus en onzeker.

Diepere crisis

Hoe dan ook, begin januari meldde De Telegraaf dat ‘de eerste stappen zijn gezet op de weg naar het einde (!) van de pandemie’. De eerste stappen, dat zijn: de eerste injecties. Er gloort licht aan het einde van de tunnel. Intussen is de coronacrisis echter symptoom van een veel diepere crisis. Wij hebben ons een levensstijl eigen gemaakt die getypeerd wordt door maakbaarheid, inhaligheid, uitbuiting van deze aarde, misbruik van de naaste, vernederen en vernietigen van de zwakken, uitschakeling van klokkenluiders. Door de gevolgen van bandeloosheid ‘zucht heel de schepping’ (Rom.8).

Ook in seculiere kringen wordt ingezien dat we op een verkeerde manier bezig zijn. Het is GroenLinks dat in dit verband de manier noemt waarop we onze leefomgeving inrichten, de wijze waarop we onze voedselvoorziening vormgeven, de luchtverontreiniging, het stimuleren van ongebreidelde economische groei. Dit laatste zou het middel zijn om te komen tot de oplossing van maatschappelijke problemen. Dat is een waan. Hoe waar deze visie en waarschuwing ook zijn en hoezeer zij alle aandacht verdienen, toch spitten we als christenen een laag dieper.

Spiegel

Wanneer Israël in de ballingschap het boek Deuteronomium als een spiegel wordt voorgehouden, ‘ziet’ het volk van God waar alle ellende vandaan komt, wat de gevolgen zijn van een leven dat niet bestaat in een ‘wandelen met God’.

In Deuteronomium 28 en Leviticus 26 horen wij de Heere zeggen: ‘Wanneer u niet naar Mij luistert en al Mijn geboden niet doet (…), dan zal Ik u slaan met de pest en met grote angst, met koorts en hongersnood. En ook dit – het wordt herhaald – Ik zal je zulke klappen verkopen dat je mesjogge wordt (zo letterlijk het Hebreeuws; zie kader).

Waarom? ‘Omdat u de stem van de Heere, uw God, niet gehoorzaam geweest bent en Zijn geboden niet in acht genomen hebt (…), uw hoge en versterkte muren waarop u vertrouwde, zullen instorten (…) en de Heere zal u terugbrengen naar Egypte’. Terug in Egypte: het volk van God, tot slaaf gemaakt vanwege zijn bandeloosheid en grootheidswaanzin.

Universele strekking

Mogen wij de woorden die Israël gelden, ook laten klinken aan het adres van andere volken, van Nederland? Van de kerk ook? Ik meen van wel. Zegt de apostel Paulus niet in zijn brief aan de gemeente te Rome dat ‘de toorn van God wordt geopenbaard vanuit de hemel over alle goddeloosheid en ongerechtigheid van de mensen’? De woorden van de Thora, van Gods wet, hebben een universele strekking. Aan de kerk wordt de vraag gesteld: ‘Is God onrechtvaardig als Hij toorn over ons brengt?’ En dan lezen we: ‘Volstrekt niet! Hoe zal God anders de wereld oordelen?’ (Rom.3) De Heere Christus zegt: ‘Zij hebben Mozes en de profeten. Laten zij naar hen luisteren. (Luk.16)

De geciteerde dr. De Jong schrijft in een van zijn andere publicaties: ‘Staat Israël onder de verbondsvloek? Ik denk niet dat er aan die vraagstelling te ontkomen valt (…) Als we dan maar niet nalaten de afvallige christenheid mede in die vraagstelling te betrekken (…) Laten we dus oppassen Israël niet als enige getroffene aan te wijzen’.

Veilig

Hoe nu verder? Gloort er nergens licht? Blijkens de tekst van Leviticus wordt Israël en worden ook wij geroepen ons te bekeren tot de Heere. ‘Wanneer zij hun ongerechtigheid en hun trouwbreuk zullen belijden (…), dan zal Ik denken aan Mijn Verbond (…) en Ik zal hen niet verwerpen en hen niet vernietigen.’ Als de Heere aan zijn Verbond denkt, denkt Hij aan Zijn Zoon, Jezus Christus. Hij heeft Zijn liefde tot deze wereld bewezen in Jezus de Gekruisigde. Ieder die gelooft dat ‘Gods toorn die ons treffen moest, gedragen is door Zijn lieve Zoon met de bittere en smadelijke kruisdood’, mag weten ‘naar lichaam, ziel en geest’ voor Gods rekening te zijn, wat er ook gebeurt. ‘Veilig in Jezus’ armen.’

De sterkste ‘troef’ met het oog op de toekomst is in handen van wie op God vertrouwt. Dat is niet een vaccin – hoe effectief het ook mag zijn. Wij mogen het gebruiken, opziende tot onze Heiland, maar laten we er niet op vertrouwen. Laten wij ons vastklampen aan Gods belofte, die Hij voegt bij Zijn oproep tot bekering en tot belijden van onze kerkelijke, persoonlijke en nationale schuld, (ook plaatsvervangend voor degenen voor wie Jezus een vreemde is).

We sluiten onszelf erbij in en zeggen het de profeet Daniël na op de weg van de boete: ‘Wij, wij hebben gezondigd, wij hebben onrecht gedaan, wij hebben goddeloos gehandeld, wij zijn in opstand gekomen door af te wijken van Uw geboden (…), wij hebben niet geluisterd naar de stem van de Heere (…), laten Uw toorn en Uw grimmigheid zich afwenden (…).

Neig Uw oor, mijn God en hoor (…) wij werpen onze smeekbeden voor U neer op grond van Uw grote barmhartigheid (…), luister, Heere, vergeef (…) omwille van Uzelf ….’ (Dan.9).

‘Als wij onze zonden belijden: God is getrouw en rechtvaardig om ons de zonden te vergeven (…) als iemand gezondigd heeft, wij hebben een Voorspraak bij de Vader, Jezus Christus de Rechtvaardige. En Hij is een verzoening voor onze zonden; en niet alleen voor de onze, maar ook voor de zonden van de hele wereld.’ (1 Joh.1 en 2). Zie op Jezus! ‘De straf die ons de vrede aanbrengt, was op Hem.’ (Jes.53:5)


Mesjogge

Wanneer van iemand wordt gezegd: ‘Die is mesjogge’, dan is dat heel negatief bedoeld: die is gek. Welnu, in Deuteronomium 28 heeft het ook een zware lading: Je wordt niet alleen lichamelijk ziek, maar ook mesjogge. Niet zomaar staat erbij: ‘blind’. Dat is niet een fysieke blindheid, waarvoor je behandeld kunt worden in Bartimeüs in Zeist, maar een psychische kwaal, een parallel van mesjogge: je hebt geen inzicht meer.

Welke vertaling van dit woord we ook opslaan, telkens komt het op hetzelfde neer: krankzinnig. En dan als een straf van God. Deze straf treft Zijn eigen volk, omdat het geen rekening houdt met de Heere, Zijn Wet negeert en dus geen liefde kent voor God en de naaste.

Ik citeer Calvijn die ingaat op het woord mesjogge: God stuurt een geest van verwarring, van verdwazing. Hij geeft je een klap en je wordt ‘van je verstand beroofd om ongeremd voort te hollen naar de ondergang’. De Heere slaat met ‘psychische kwellingen en allerlei ziekten, zoals de pest. Hij slaat erop als eertijds in Egypte. Toen trof Hij Zijn vijanden. Nu slaat Hij Zijn eigen volk.’

Dr. M. Verduin
Dr. M. Verduin