Waar bent u naar op zoek?

Globaal bekeken

J. van der Graaf
Door: J. van der Graaf
22-04-2021

Jan A.B. Jongeneel, emeritus hoogleraar missiologie van de Universiteit Utrecht, schreef een fundamenteel zendingsboek onder de titel Protestantisme als wereldwijde vernieuwingsbeweging (1945 – 2020) (KokBoekencentrum Uitgevers, Utrecht). Hij sluit af met ‘Protestantisme als (lof)zangbeweging – soli Deo Gloria’:

Het protestantisme is de grootste (lof)zangbeweging ter wereld. Als vernieuwende beweging onderscheidt het zich van de Vlaamse zangbeweging in België die aan het Vlaams als taal gebonden is. Het is gericht op het zingen van “psalmen, lofzangen en geestelijke liederen” (Colossenzen 3:16) in alle talen. Door zijn focus op de (volkse) gemeentezang onderscheidt het zich ook van de oriëntaals/oosterse orthodoxie en het rooms-katholicisme. Het wil overal ter wereld mensen leren in hun moedertaal zingen, en publiceert daarom bun

dels van vertaalde psalmen en gezangen, uitgebreid met geestelijke liederen die lokaal gecomponeerd werden. Zodoende heeft de wereldbevolking de beschikking over duizenden liederen voor alledaags gebruik en voor de eredienst.

Het protestantisme is een singuliere zangbeweging die tienduizenden liederen gecomponeerd en honderden liedbundels uitgegeven heeft. De Noorse hymnoloog Carl Döving onderzocht liedboeken in meer dan 300 talen en stelde op basis hiervan een lijst samen van de veertien meest gerecipieerde liederen. Die lijst wordt aangevoerd door Ein feste Burg ist unser Gott (1529) van Luther. Op deze lijst staat ook het gezang Abide with Me (1847) van Henry Lyte, tuberculoselijder. Op zijn sterfbed dichtte hij dit lied, dat geënt is op de ervaring van de twee Emmaüsgangers in hun ontmoeting met de opgestane Heer Jezus Christus (Lucas 24:13-35).

Abide with me; fast falls the eventide

The darkness deepens, Lord with me abide

When other helpers fail and comforts flee

Help of the helpless, o, abide with me.

Ook na 1945 wordt dit lied nog regelmatig gezongen en zijn compositie ook buiten de muren van de kerk gebruikt, onder meer bij begrafenissen en dodenherdenkingen.


‘Tijdig spreken over het levenseinde’ kopt een ‘pastoraal gesprek over ouderenpastoraat en stervensbegeleiding’ met ds. H.G. de Graaff in Zorg (nieuws- en verenigingsblad van de Nederlandse Patiëntenvereniging):

In 2012 is dominee De Graaff met emeritaat gegaan. Sinds 2017 is hij in de hervormde gemeente van Zegveld verantwoordelijk voor het ouderenpastoraat. ‘Alle 75-plussers heb ik onder mijn hoede. Vragen rondom levensloop, levensmoeheid en levenseinde komen dan aan de orde.’

Angst om te sterven

Dominee de Graaff vertelt verder over de angst om te sterven. ‘Ieder mens heeft doodsangst, gelovig of niet gelovig. Bij sterven kunnen we vier angsten onderscheiden: pijnangst, angst om los te laten, onbekendheidsangst en angst om de Heere God te ontmoeten.

Pijnangst kan ontstaan als iemand een voorbeeld weet van een ander die veel pijn (of benauwdheid) heeft gehad net voor het sterven. Zo iemand is dan bang dat het bij hem of haar ook zo zal gaan.

Angst om los te laten herken ik van heel dichtbij. Mijn moeder overleed op 48-jarige leeftijd. Ze was diepgelovig, maar toch vocht ze als een leeuwin, omdat ze haar man en vijf kinderen niet kon loslaten.

Onbekendheidsangst is er, omdat niemand kan vertellen wat er achter de dood is. Het is een onbekend terrein.

En dan is er nog de angst om de Heere God te ontmoeten. Verantwoording van het leven af te moeten leggen, kan de angst opwekken om afgewezen te worden.

Stervensgenade

Als het gaat om angst om los te laten, gebruik ik vaak het woord ‘stervensgenade’. Mijn moeder had zo’n moeite met het loslaten van het leven, maar op het laatste moment kreeg ze toch stervensgenade. Ze kon het loslaten en het aan de Heere overgeven.’

J. van der Graaf
J. van der Graaf