Waar bent u naar op zoek?

Kruis en munt

ds. C.H. Hogendoorn
Door: ds. C.H. Hogendoorn
22-09-2022

Protestanten doen niet aan heiligenverering. In dat licht is een vrij uitvoerig artikel bij The Gospel Coalition opmerkelijk. De Amerikaans voorganger Andy Jones schrijft over John Stott (overleden 27 juli 2011) onder de titel Why John Stott Lived with Less.

Sober leven

Dr. John Stott was tijdens zijn leven een wereldwijd bekende bijbelleraar, auteur en predikant. In 2005 omschreef Time Magazine hem als behorend tot de honderd meest invloedrijke mensen van dat jaar. Je zou denken dat we daarom zo’n beetje alles over Stott weten, maar Jones schrijft dat er ten minste één facet was dat tijdens zijn leven zorgvuldig verborgen bleef, namelijk de beslissingen rond de financiën en zijn levensstandaard. De Britse theoloog hield er een buitengewoon gematigde manier van leven op na. Hij schreef zijn vele boeken, lezingen en toespraken in een ‘small hermitage’ aan de kust van Wales, zonder elektriciteit. Hij woonde in een sobere flat en gebruikte eenvoudige maaltijden vanuit solidariteit met de armen. Vrijwel al zijn bezittingen bracht hij terug naar een minimum (behalve zijn boeken). De royalty’s van zijn publicaties schonk Stott aan goede doelen.

Overdaad

We leven in een tijd van grote overdaad – tenminste wat West-Europa betreft. In die rijkdom deelt ook een groot aantal kerkmensen. Zonder hierover katterig of humeurig te doen: velen van ons reisden afgelopen zomervakantie naar verre oorden. Het kon en mocht immers weer. We hebben door de bank genomen mooie huizen, (grote) auto’s, comfortabele (elektrische) fietsen… ach, feitelijk hebben we zo’n beetje alles. Onze levensstandaard ligt hoog, erg hoog. Soberheid is niet ons sterkste punt.

Het leven van Stott staat in een schril contrast met een cultuur van ongebreideld consumentisme en hedonisme. We moeten maar niet te snel zeggen dat wij daar geen last van hebben. Alsof we niet al lang geïnfecteerd zijn én – zij het misschien iets gematigder – met de stroom meegaan. Nogmaals, dat is geen zeurderig verhaal – eerder een vaststelling van de feiten. We hebben het goed, heel erg goed. ‘Neem goed en bloed ons af’ is makkelijker gezongen dan gedaan. Want liever niet. Arme zondaren met een goed gevulde portemonnee wordt wekelijks het Evangelie van een rijke Christus verkondigd.

Verleiding

Het is opvallend dat het Nieuwe Testament vaker waarschuwt voor de verleiding van rijkdom en welvaart dan voor de gevaren van de seksualiteit (om maar iets te noemen). Dat hadden we misschien niet gedacht. Ooit schreef nieuwtestamenticus C.L. Blomberg een uitvoerig en indringend artikel over wat hij een ‘nieuwtestamentische theologie met betrekking tot materiële welvaart en rijkdom’ noemt. Afgezet tegen de minstens kwart miljard armen in deze wereld – aldus het recente Oxfam-rapport (april 2022) – zou bezinning op de thematiek die de Amerikaanse professor aankaart, meer dan gewenst zijn. Hoewel: bezinning alleen is te weinig, bekering is nodig. Het lijkt er niet echt op dat dit onze prioriteit heeft.

Niet alleen binnen de kerk, ook in het nieuwtestamentisch onderzoek blijft het onderwijs uit de Bijbel over (de gevaren van) rijkdom en welvaart behoren tot de zogenaamde ‘neglected emphasis’ (James S. Stewart). Dat komt ons ook goed uit. Maar het geraffineerde van (het bestaan van) de machten in de brieven van Paulus schuilt er nu juist in dat ze doen alsof ze er niet zijn. ‘Alsof’ is in de voorgaande zin het beslissende woordje. In het Nieuwe Testament krijgt déze afgod zelfs een naam: de Mammon.

Geestelijke rijkdommen

In de Africa Bible Commentary, medegefinancierd uit de royalty’s van Stott, wordt rechttoe rechtaan een verband gelegd tussen secularisatie en materialisme. De Afrikaanse theoloog Yusufu Turaki houdt welvarende christenen in West-Europa een onthutsende spiegel voor. Eén citaat: ‘Het leven van veel christenen wordt gedomineerd door hun verlangen naar werelds plezier en vermaak, lichamelijk comfort en het verkrijgen van zoveel mogelijk geld en bezit in plaats van het zoeken naar geestelijke rijkdommen.’

Het zal best een open zenuw zijn. Maar waar de Schrift niet aarzelt, mogen wij dat ook niet doen. Duizend keer een open zenuw of niet, ‘de Heilige Geest verbindt kruis en munt’ (J.P. Versteeg). Het laatste (51e) boek van Stott gaat over radicaal discipelschap. Hij stelt daarin dat christenen uit het Westen hulp nodig hebben van broeders en zusters in de ontwikkelingslanden om hun uitgavenpatroon tegen het licht te houden. Zouden we het aandurven? Hoe dan ook: wanneer we niet het vaste voornemen hebben onszelf dagelijks door Gods Woord en Geest te laten corrigeren, gaat het van kwaad tot erger.

ds. C.H. Hogendoorn
ds. C.H. Hogendoorn