Waar bent u naar op zoek?

Na de raketaanval

27-10-2022

Veertien jaar diende hij als krijgsmachtpredikant. Per 1 oktober jl. is ds. P. van Duijvenboden uit Apeldoorn met functioneel leeftijdsontslag gegaan bij defensie.

In een spannende tijd in de wereld trekt ds. Van Duijvenboden de deur bij defensie achter zich dicht. Het brengt tot de vraag hoe hij met zijn ervaring in het leger naar de ontwikkelingen in de wereld kijkt: Oekraïne, Poetin, China… ‘Wat een bijzondere vraag! Ik denk dat ik net als velen met grote zorg naar de ontwikkelingen kijk. Het is mijn diepe overtuiging dat onze Schepper de wereld en haar geschiedenis leidt, maar dat betekent niet dat er geen escalatie kan komen. Waar ik bang voor ben, is een dynamiek waarin ook de grote wereldleiders geen grip meer op de situatie hebben en massavernietigingswapens ingezet gaan worden. Als ik dit schrijf, heeft Poetin toegegeven dat hij vergeldingsbombardementen (vanwege de aanval op de brug bij de Krim) heeft laten uitvoeren op onder andere Kiev. De vraag is wat daar weer het antwoord op gaat zijn… Ik heb zondag in beide diensten waarin ik voor mocht gaan, gebeden om de-escalatie.’

Beschikbaar voor mensen

‘Voor militairen betekent deze periode dat er een grotere kans is op inzet in het NAVO-verdragsgebied, zoals in Roemenië, Slowakije en (al wat langer) Litouwen. Het betekent ook dat er een grotere druk op het oefenprogramma komt te staan, omdat eenheden zo inzetbaar mogelijk gemaakt moeten worden. Dat gebeurt allemaal in een tijd van personele tekorten. Kortom, mensen en vaak ook hun gezinnen staan onder behoorlijke druk.’

Wat is het eigene van het werk van een legerpredikant?

‘Je bent allereerst predikant geestelijk verzorger. Het eigene daarvan is dat je vooral op de werkvloer aanwezig bent. Ik zocht de mensen letterlijk op daar waar ze aan het werk waren. Het is vergelijkbaar met presentiepastoraat. Je bent beschikbaar voor mensen en hun persoonlijke verhalen. Die verhalen zijn dan weer niet zo verschillend van die van mensen uit de gemeente. Het gaat over verdriet dat mensen voelen rondom verliezen, angst rondom medische onderzoeken, spanning in relaties en uiteraard ook geloofsvragen.’

Oefening of uitzending

‘Dat beschikbaar zijn is voor de mensen vooral zichtbaar als je meegaat op oefening of op een uitzending. Je ondergaat wat zij ondergaan. Dit maakt dat je met hen een gezamenlijke geschiedenis hebt, gedeelde ervaringen, die maken dat de drempel om in een gesprek de diepte in te gaan lager wordt. Na een raketaanval in het uitzendgebied deel je met elkaar waar je was, hoe je het beleefde, wat je acties waren tijdens en na de aanval. Van daaruit is de stap naar wat dit voor die persoon betekent en hoe hij of zij daarmee omgaat snel gemaakt.

Belangrijk is dat mensen je ervaren als iemand die tijd en echte belangstelling voor hen heeft. Mijn verlangen was dat ze merkten dat ik ruimte had in mijn hart voor hun verhaal.’

Is het lastig om je als (gereformeerd) predikant van een maatschappelijk werker te onderscheiden?

‘Ik word altijd een beetje kriegelig van deze vraag. Ik zeg er direct maar bij dat ik me ook niet verwant voel met een psycholoog. Je houdt je helemaal niet bezig met wat zij allemaal doen of niet doen. Ik probeer te luisteren naar mensen met mijn hart. Ik probeer te proeven wat er speelt in de ziel van de ander, als er van alles gebeurt. Ik doe dat als christen. Ik doe dat als gelovig mens voor wie heel het leven zich afspeelt voor het aangezicht van God.

Mijn gesprekspartners weten dat. Een van de mensen (een geharde, ervaren infanterist) had op bepaalde momenten de diepe angst dat hij opeens zou kunnen sterven. Als niet-gelovig mens wilde hij met mij, gelovig mens, spreken over die angst. Dat gesprek gaat niet over psychologische factoren die deze gedachten bij hem wakker roepen, maar over de vraag hoe hij aankeek tegen sterven. De vraag hoe hij aankeek naar wat er zal zijn, na de dood. Hij wilde ook van mij weten hoe ik daartegenaan keek, wat sterven voor mij betekent. In zo’n gesprek proef je letterlijk elkaars nieren. Ik vermag te denken dat hij bij mij proefde dat God mijn Steun en Toeverlaat is. Dat ik weet dat mijn tijden in Zijn hand zijn (Ps.31).’

Echt luisteren

Lag uw taak vooral in pastoraat of ook in prediking, in een missionaire roeping?

‘Allereerst was ik geestelijk verzorger. Laat ik daar duidelijk over zijn. Als je de rol van evangelist neemt, kun je geen geestelijk verzorger voor de mensen zijn. Als militairen het gevoel zouden hebben dat ik hen het liefst zou willen bekeren (wat ik overigens niet kan), zouden ze voor het overgrote deel hun verhalen niet met mij gedeeld hebben. Tegelijkertijd, ik zou ook niet echt naar hen geluisterd hebben. In plaats van te zoeken naar wat er leeft in de ziel van die ander, zou ik vooral hebben zitten wachten op een kans in het gesprek om met het Evangelie te komen. Mensen voelen of je echt naar hen luistert, of dat je allereerst op zoekt ben om je eigen verhaal te kunnen vertellen.

Tegelijk, ik heb ontdekt dat als je echt je hart voor de ander openstelt, als je hun hele verhaal ‘tevoorschijn luistert’, er ook iets van nabijheid in het gesprek ontstaat. Er komt een intieme ruimte waarin het past iets van jezelf te laten zien. Dat gebeurt heel natuurlijk, zonder ‘opdringerig’ te zijn.

Mijn diensten heb ik altijd gezien als momenten van verkondiging. Elke dienst ging de Bijbel open. Elke dienst kon ik laten horen dat de Bijbel een woord heeft voor deze tijd. Elke dienst heb ik gewezen op de Heere Jezus. Elke dienst was er gebed. Ik laat het in de handen van de Heere en bid om Zijn zegen in de levens en harten van hen die de diensten bezochten. Op uitzending organiseerde ik ook een bijbelkring. Door heel open met mensen over bijbelgedeelten te spreken, krijgen ze als vanzelf ook zicht op de rijkdom van de Bijbel.’

Dynamiek

U wilt nu parttime een gemeente gaan dienen: Kun je, als je vorig jaar op uitzending in Noord-Irak was, je weer geven voor (met respect) de plaatselijke seniorenmiddag?

‘Ik merk aan mezelf dat ik verlang naar het werk in de gemeente. Ik beschouw de opgedane ervaringen als verrijking en hoop dat ik daarmee jong en oud in de gemeente mag gaan dienen. Ik zal de cultuur en de sfeer van het werk bij defensie gaan missen. Ik ben gezegend geweest met fijne werkplekken waar ik mezelf welkom heb gevoeld en me gezien wist door de eenheden die ik diende.

Ik zal vooral de dynamiek van de uitzendingen gaan missen. Het waren intensieve periodes die enerzijds veel van je vragen, maar je ook veel brengen. Tegelijkertijd voel ik dat het goed is dat ik dat stokje heb overgedragen aan jongere collega’s. Op die ‘seniorenmiddag’ zal ik met vreugde en aandacht luisteren naar hun verhalen, op zoek gaan naar wat er leeft in hun harten, niet anders dan bij defensie.

Ik ben de Heere God dankbaar dat ik dit doen mag.’