Een christen is blijvend leerling. Dat uitgangspunt is principieel, omdat de christen leeft van wat aan hem of haar is bekendgemaakt. Iets wat van hogerhand wordt onthuld, vraagt om een ontvangende houding. Gods zelfopenbaring roept om gelovige erkenning.
Voor de christelijke gemeente betekent dit in ieder geval dat de gemeente altijd ‘in de leer’ is. Dat begint van jongs af aan en dat stopt in dit leven niet. Er is immers een volheid in God en in Christus, waarin ook de meest geoefende gelovige niet raakt uitgeleerd.
Psalm 78
Psalm 78 is een bijzondere psalm vanwege de lengte, maar ook vanwege de centrale plaats in het bijbelboek. De masoreten (Joodse geleerden die de Hebreeuwse tekst van de Bijbel voorzagen van klinker- en accenttekens) vermelden in de kantlijn bij de Hebreeuwse Bijbel dat vers 36 de middelste tekst is van het hele psalmboek. Kenmerkend voor dit bijbelhoofdstuk is dat de psalm enerzijds zelf wil onderwijzen, maar anderzijds oproept tot het geven van onderwijs. Het is een typisch didactisch lied. Het is ‘een onderwijzing’ (vs.1a). We focussen hier op vers 1-8.
Bij God begonnen
Veelbetekenend is de inzet van Psalm 78 met de dringende oproep aan het volk om het onderwijs ‘ter ore te nemen’. Dat is meer dan even snel luisteren. De oproep klinkt om ‘het oor te neigen’. Je ziet als het ware voor je hoe een luisteraar met de hand achter het oor het hoofd naar voren buigt om elk gesproken woord op te vangen. Daarbij maakt de dichter duidelijk dat dit geen nieuwe boodschap is. Door de generaties heen is er onderwezen en dat onderwijs moet verder worden gebracht. Kernachtig zijn de woorden ‘die wij gehoord hebben’ (vs.3a). Dat ‘gehoord hebben’ heeft betrekking op de overdracht van generatie op generatie.
Onmiskenbaar is datgene wat ‘gehoord’ wordt ergens begonnen. Waar dat begonnen is, is voor de dichter geen vraag. Het komt bij God vandaan. Juist dat maakt de overdracht zo indringend. Wanneer er een schakel ontbreekt en de woorden niet worden overgedragen of niet worden gehoord, stokt de voortgang van Gods openbaring.
Roemrijke daden
Urgent is de vraag wát er dan moet worden overgedragen. De psalm spreekt over ‘de loffelijke daden van de HEERE’. Het zijn de daden waarmee God Zijn glorie heeft getoond. Wie het vervolg van de psalm leest, ziet hoe wordt ingezoomd op de weg die God is gegaan met Zijn volk Israël. Hij toont in Zijn daden Zijn onwankelbare trouw, ondanks de ontrouw van het volk. De daden van God zijn zichtbaar in zegen, maar ook in oordeel. Zelfs het doorgeven van Gods oordelende daden is een uiting van Gods genade; het roept immers tot bekering en het wil bewaren voor afdwaling. De roemrijke daden van de HEERE willen in het licht stellen wie God is en waarom Hij het vertrouwen van Zijn volk meer dan waard is.
Welke daden van de HEERE moeten worden verteld?
Lees de volledige tekst van dit artikel in De Waarheidsvriend van donderdag 11 januari 2024. Neem een jaarabonnement(€ 53). Als welkomstgeschenk ontvangt u De Waarheidsvriend twee maanden gratis. Of maak gebruik van onze actie en lees De Waarheidsvriend vier maanden voor € 10,-!