Achter alle theologische discussies steekt de vraag: ‘Wie is God?’ Daarover sprak de Vroege Kerk zich uit in Nicea (325), Constantinopel (381) en Chalcedon (451). Alle theologische debatten worden uiteindelijk beslecht in de godsleer. Ds. Kieskamp zag dit scherp, in zijn dissertatie en al veel eerder.
Toen ik in 1980 belijdenis deed, kreeg ik van onze kerkenraad een boek van drs. R.H. Kieskamp, getiteld: Wie is God? Hij noemde het bescheiden een schets en een appèl. Als ik nu, bijna 44 jaar later, dat boek herlees, zie ik alle grondlijnen oplichten voor de systematisch-theologische dissertatie, waaraan ds. Kieskamp heeft gewerkt vanaf zijn emeritaat in 2001.
Het ging Kieskamp, decennialang predikant te Leerdam en vele jaren tweede voorzitter van de Gereformeerde Bond, in 1980 al om het belang van de beide grote dogma’s van de kerk: de leer van de drie-eenheid en de belijdenis dat Christus zowel God als mens is. De beide dogma’s van de kerk willen vertolken dat het initiatief van ons behoud uitsluitend bij God ligt. Alleen zó ligt onze redding vast. Het gaat om ‘het genade-karakter van de genade’ (Wie is God?, p.25). De Dordtse Leerregels (DL) belijden ‘de volkomenheid van het werken Gods in het zaligmaken van zondaren als Vader, Zoon en Heilige Geest’ (Wie is God?, p.45).
En nu is dus het proefschrift van ds. Kieskamp verschenen. De dissertatie is geschreven, lag gereed, maar de verdediging kon niet meer plaatsvinden vanwege het overlijden van de auteur. Wellicht dat daarom geen stellingen zijn toegevoegd. Dat wordt overigens goed gemaakt door de honderd stellingen waarmee ds. Kieskamp het boek Wie is God? besluit. De beide promotores van het proefschrift, dr. Gijsbert van den Brink en dr. Aza Goudriaan, leiden deze studie in met een fijnzinnig ‘Woord vooraf’.
Drie-ene genade
Kieskamp bakent af, beperkt zich tot de Dordtse Leerregels (DL). Zijn onderzoeksvraag is origineel: hebben de vaderen in verbondenheid met de Vroege Kerk trinitarisch gesproken? Of hebben ze zich laten verleiden tot speculaties? Dat gevaar lag immers om de hoek. Gomarus zag dat al. Hij had liever met de remonstranten gesproken over de rechtvaardiging van de goddeloze. Dat is niet gebeurd. De synode van Dordt volgde het stramien van de Remonstrantie. Gomarus bedoelde: de kwestie betreft niet alleen de verkiezing of de vrije wil. Daaráchter ligt de vraag: ‘Wie is de drie-ene God en hoe werkt Hij?’
Lees de volledige tekst van dit artikel in De Waarheidsvriend van donderdag 25 januari 2024. Neem een jaarabonnement(€ 53). Als welkomstgeschenk ontvangt u De Waarheidsvriend twee maanden gratis. Of maak gebruik van onze actie en lees De Waarheidsvriend vier maanden voor € 10,-!