Het is van groot belang voor het geestelijk leven in de gemeenten en voor de bediening van predikanten om het besef te koesteren dat er in het avondmaal werkelijk iets gebeurt. Er gebeurt niet iets met brood en wijn, maar wel met ons. We worden opnieuw verenigd met Christus.
De aanwezigheid van Christus in het avondmaal en de gemeenschap met Hem was misschien wel het belangrijkste punt van verschil in de tijd van de Reformatie. Niet alleen tussen protestanten en rooms-katholieken, maar ook tussen protestanten onderling. Het is best aangrijpend dat het sacrament – dat juist de eenheid van de kerk tot uitdrukking moet brengen als teken en zegel van de gemeenschap met Christus – tot zoveel verwarring en verdeeldheid heeft geleid. Er was overigens geen verschil van opvatting over de vraag óf Christus echt aanwezig was, maar wel over de vraag hoe Christus aanwezig was.
Transsubstantiatie
In de loop van de Middeleeuwen kwam er een steeds sterkere nadruk op de materiële of lichamelijke aanwezigheid van Christus in het brood en in de wijn. Die gedachte werd in de theologie verbonden aan de filosofie van de antieke wijsgeer Aristoteles. Die maakte een onderscheid tussen het wezen van de dingen en de eigenschappen, of met de filosofische begrippen: tussen de substantie en de accidenten.
Wat maakt een tafel tot een tafel? Wat is essentieel? Die vraag is nog niet zo eenvoudig te beantwoorden, maar laten we zeggen dat elke tafel een meubelstuk is met een horizontaal vlak blad op een of meer poten.
"*" geeft vereiste velden aan