De kerstening van de Molukken
Wie zich betrokken weet bij de verbreiding van het Evangelie in de wereld wordt graag geïnformeerd over de geschiedenis van Gods zending en die van Zijn kerk, schrijft ds. P. Koeman.
Dat geldt ten aanzien van de huidige ontwikkelingen en posities in het zendingswerk, maar evenzeer voor die vanuit het verleden. Het is daarom vreugdevol dat er door het gerenommeerde Huygens Instituut voor Nederlandse Geschiedenis een bronnenpublicatie is uitgegeven, waarin vanuit authentieke documenten, aangetroffen in archieven in Indonesië en in Nederland, inzicht geboden wordt in de (verdere) kerstening van de Molukken vanaf de verovering van Ambon op de Portugezen (1605).
Wat op het eerste gezicht “droge” lectuur lijkt, blijkt boeiende leer- en leesstof te zijn betreffende zendingsvisie, aanpak en inzet, ondervonden moeilijkheden en niet te vergeten zegeningen in de achttiende en negentiende eeuw bij de protestantisering van dit deel van de Indonesische Archipel.
Kerkorganisatie
In de door de Vereenigde Oost-Indische Compagnie (VOC) beheerste gebieden werd de Gereformeerde Kerk als vanzelfsprekend de bevoorrechte kerk. Vanuit de hoofdvestigingen op Ambon, Banda en Ternate werd onder verantwoordelijkheid van kerkenraden pastorale en diaconale zorg geboden aan de wijde omgeving, naast de wekelijkse verkondiging. Zaken van bovenplaatselijk belang of kerkelijke kwesties en problemen waar men ter plekke geen oplossing voor wist te vinden, werden echter door de kerkenraad van Batavia – Batavia was sinds 1619 het hoofdkwartier van de VOC geworden – behandeld en voor zover mogelijk afgehandeld. Batavia hield met instemming van de overheid tevens toezicht op de plaatselijke gemeenten en bepaalde met toestemming van de overheid de plaatsing van de meestal uit Nederland afkomstige predikanten.
Lees de volledige tekst van dit artikel in De Waarheidsvriend van donderdag 8 juni 2017.