Huwelijksproblemen, norm en gevoel
De Bijbel zegt op verschillende plaatsen iets over huwelijk en echtscheiding. Maar hoe pas je relevante bijbelwoorden toe als je daadwerkelijk met een scheiding wordt geconfronteerd? Ds. J. Belder over enkele praktijksituaties.
Aan diverse broeders binnen en buiten de eigen kerk legde ik het volgende probleem voor.
Een man scheidde van zijn vrouw. Als reden voert hij haar psychische ziekte aan, waardoor een normaal huwelijksleven onmogelijk is. Zo nu en dan is zij opgenomen. Inmiddels leerde hij een vrouw kennen, afkomstig uit een gemeente van dezelfde modaliteit. Beiden ‘voelden’ gelijk voor elkaar bestemd te zijn, overtuigd dat de Heere hen bij elkaar bracht.
Hun kerkenraden achten hertrouwen na scheiding slechts mogelijk in geval van overspel of kwaadwillige verlating. De verstotene of verlatene staat het dan vrij een nieuw huwelijk aan te gaan.
Beiden zijn hierover teleurgesteld. Inmiddels kerkten zij al enkele malen in de middenorthodoxe deelgemeente te X. Blijven de ‘thuisgemeenten’ weigerachtig dan zullen ze zich daar aansluiten en hun huwelijk er kerkelijk laten bevestigen. Geen probleem, liet de betreffende predikant weten.
Hoe kom je uit deze impasse? Twee broeders stellen voor de man schuldbelijdenis te laten doen, waardoor de weg naar een nieuw huwelijk openstaat …
Algemeen is men het er over eens dat dreigen met kerkelijke verhuizing naar chantage riekt. Is dit vrucht van een leven met de Heere? Deze vraag geldt nog veel meer het feit dat de man zijn zieke echtgenote heeft verlaten en inruilde voor een ‘gezonde’ vrouw. Hoe valt dat te rijmen met de ‘huwelijksbelofte’? Met de gezworen trouw lief én leed te delen? En met de bereidheid het kruis op te nemen en het Christus na te dragen?