Een terras in Beirut
Het is een zonnige dag als we door de drukke straten van Beirut naar onze bestemming rijden. We ontmoeten vandaag Joesuf en Mariam. Op een afgesproken plek, buiten de wijk waar zijzelf wonen, schrijft Anneke Westerink.
Ik ben met vier andere vrouwen voor SDOK (Stichting De Ondergrondse Kerk) een week in Libanon. Doel van onze reis is om christenen te ontmoeten, hun verhalen te horen, hen te bemoedigen en met en voor hen te bidden én hun verhaal mee te nemen en hun stem in Nederland te zijn.
Joesuf en Mariam komen uit Syrië en zijn begin 2000 naar Libanon verhuisd, het land dat aan Syrië grenst. Libanon is één van de weinige landen in het Midden-Oosten waar je nog vrij christen kunt zijn. Wel zijn er zorgen. Het land is nog maar net enigszins bekomen van de langdurige burgeroorlog uit de jaren tachtig en van een oorlog met Israël. Nu komt er een enorme stroom vluchtelingen vanuit Syrië binnen. De teller staat inmiddels op 1 miljoen. Syrië zelf wordt al drie jaar geteisterd door geweld. Je kunt er als christen niet meer vrij voor het geloof uitkomen – iets wat voorheen wel kon, zo hoorden we.
Vanwege de meegenomen trauma’s, de armoede (velen zijn alles kwijt), het zoeken naar een baan enz. kan de vluchtelingenstroom een reële bedreiging vormen voor de stabiliteit in Libanon. Ondanks deze zorgen laten Joesuf en Mariam ons ook een andere kant zien.
Ze willen graag vertellen van hun werk in Gods Koninkrijk. We zitten op een terras als ze hun verhaal doen. We horen de gedrevenheid in hun stem en zien die in hun ogen. Ze vertellen van de zorgen, maar ook van de wonderen die gebeuren.
Joesuf: ‘De stroom vluchtelingen is een grote kans voor christenen om met daad en woord de liefde van Jezus te laten zien. De vluchtelingen voorzien we van goederen, wat tegelijkertijd openingen biedt om het evangelie te delen en uit te leggen, met mensen te bidden en bijbelstudie te doen. Velen zijn in deze situatie ontvankelijk voor het Woord van God.’