De pastorale Calvijn
Het is een interessante vraag of Calvijn zelf betrokken was bij het pastorale werk in de kerk van Genève. Had deze bijbelleraar - zo was hij toch aanvankelijk benoemd - en kerkleider hier wel tijd voor? Dr. M.A. van den Berg schrijft erover.
Was Calvijn wel in de gelegenheid om mensen in hun huizen te bezoeken om hen in allerlei omstandigheden van pastorale nood als herder bij te staan? Wij zouden het ons goed kunnen voorstellen als de raad van de stad deze waardevolle theoloog had vrijgesteld van het bezoekwerk, omdat zijn kwaliteiten nu eenmaal meer op het terrein van het onderricht lagen. Calvijn was toch meer een leraar dan een herder?
Calvijn had een pastoraal hart. Anders dan wel eens wordt gedacht, als er een streng en kil beeld geschetst wordt, was hij een hartelijke herder die met grote compassie de schapen van Christus’ kudde nabij wilde zijn.
Wie daaraan twijfelt, wordt snel van zijn scepsis verlost als hij de brieven van Calvijn leest, bijvoorbeeld aan vrouwen die hun dierbaren moesten betreuren, of aan broeders in de verdrukking, aan allen die bij Calvijn een luisterend oor en een bewogen hart mochten vinden. De tranen waarvan de brieven meermalen getuigen, zijn bewijzen van een oprechte pastorale bewogenheid.
Daarnaast kan het ook helpen om een goed beeld te krijgen van de pastorale Calvijn als we de verslagen lezen van de consistorievergaderingen, waarin gemeenteleden in allerlei gevallen waarin ze vermaning nodig hadden aan het einde van de sessie door Calvijn werden toegesproken. De strengheid waarmee zondaars tot bekering werden geroepen, kwam voort uit de liefde van de herder, die geen schaapje verloren wilde laten gaan. De ‘schrik des Heeren’ en de ‘liefde van Christus’ waren bij de reformator van Genève net als bij zijn grote voorganger en voorbeeld Paulus onafscheidelijk in de pastorale vermaning en raad.
Huisbezoeken hoorden bij het kerkelijk patroon van Genève. Maar waren die bezoeken wel echt zo pastoraal? Dat vragen sommigen die het pastoraat in de stad van Calvijn hebben bestudeerd, zich wel eens af. Stonden deze visitaties niet te veel in het teken van de tucht, de controle waarmee de kerkleden in Genève werden onderzocht met het oog op de vraag of ze wel of niet konden deelnemen aan het avondmaal?