Dochtertje van Jaïrus
We zaten met ongeveer vijftien mensen rond de tafel. De leiding van de IZB had een bezinningsproces rond imago en identiteit van de organisatie op gang gebracht. Dr. W. Dekker over de ontmoeting.
Verschillende mensen uit het achterland waren uitgenodigd hun inbreng te geven, Wat is het beeld dat mensen in kerkelijk Nederland van ons hebben en wat denken we zelf dat onze betekenis is, nu en in de toekomst? Wie zijn we ten diepste of wie zouden we willen zijn? Dat waren de vragen. De gespreksleider vroeg ieder van ons aan welke persoon uit de Bijbel hij het eerst dacht in verband met de IZB. Dat iemand Paulus noemde, verraste niet. De IZB heeft een afdeling ‘Areopagus’ en Paulus stond op de echte Areopagus. De IZB is er om zending te bedrijven en daarin de vertaalslag te maken naar mensen van onze cultuur, moderne zoekers op de Areopagus. Hoewel, is Paulus niet een maatje te groot voor ons?
Een ander noemde Elia. Hij kwam op voor het ware geloof in een tijd van grote afval. Ook een nogal gewaagde vergelijking, vond ik. Zelf noemde ik Filippus. Eigenlijk dacht ik daarbij aan allebei de mannen met die naam in het Nieuwe Testament. Filippus, de discipel van Jezus, die Nathanaël vond − de kritische Nathanaël. Toen ging hij niet een moeilijke discussie beginnen, maar zei: ‘Kom en zie’ (Joh.1:48). Is dat niet ook een voorbeeld voor ons? Breng mensen binnen in de ruimte waar Jezus ontmoet kan worden. Dwing niet, maar nodig.
En dan die andere Filippus, de diaken uit Handelingen 8, die de Ethiopiër op zijn wagen een mini-Alphacursus geeft. Zoekers helpen te ontdekken wie God is in Jezus Christus. Ik dacht: Filippus is een goede bijbelse figuur voor de IZB om zich aan te spiegelen: zoekers helpen te ontdekken wie God is in Jezus Christus.
Lees het volledige artikel in De Waarheidsvriend van 13 maart 2015.