Vergeven is loskomen uit de macht van de dader
U vraagt mij of ik kan vergeven? Dat kan ik niet, was het ontwapenende antwoord van Corrie ten Boom. Ik kan het niet. Maar Jezus in mij kan het wel', citeert ds. J. Belder.
‘Vergeven’ is een bijbels kernwoord. Niettemin zocht ik er tevergeefs naar in de handboeken die ik tot mijn beschikking heb. Meestal komt het zijdelings aan de orde. Bijvoorbeeld in verband met ‘verzoening’ of ‘vergeving’. Nu hebben die twee in hoge mate met elkaar te maken. Kan er verzoening zijn zonder vergeving? En omgekeerd: mondt vergeving niet uit in verzoening, in herstel van de relatie? Je kunt elkaar weer de hand geven. Samen door één deur.
Niet alles rechtgezet
Theoloog Dr. R. Ruard Ganzevoort* ziet ‘… soms een soort verzoening zonder dat men al kan of wil vergeven’. Voorbeelden zijn eenvoudig te vinden. Mensen kunnen zich in meer of mindere mate met een situatie verzoend hebben en zo met elkaar verder gaan, zonder dat het tot werkelijke vergeving kwam. Er wordt weer samengewerkt, de een verlaat het pand niet langer door de achterdeur als de ander de voordeur neemt. Daarmee hoeft alles nog niet rechtgezet te zijn.
Vergeven is het tegenovergestelde van vergelden, van een uit zijn op wraak. Van een ´ik weet hem te vinden! Hij is nog niet van me af!´ Denk aan de bloeiende claimcultuur.
Vergeving betekent: de schuld die tussen mensen in stond, is weggedaan. Verzoening betekent: we kunnen weer verder met elkaar.
Dader en slachtoffer
Vergeving speelt zich af in de context van dader(s) en slachtoffer. Er is kwaad geschied en kwaad ervaren. Niet altijd zijn daders zich van hun schuld bewust. Dat kan een gevolg zijn van een gebrekkige gewetensfunctie en/of van een psychische ziekte. Een dader confronteren met de gevolgen van zijn daden, levert niet altijd het verlangde resultaat op. Dat werpt een blokkade op voor vergeving.
Moet er eerst schuld worden beleden door de dader, wil het slachtoffer kunnen vergeven?
In de Bijbel is vergeving nooit goedkoop. Het bloed van Christus moest er voor vloeien. Het woordje ‘schuld’ geeft uiting aan de ernst van de zonde.
Tegelijkertijd is God ten volle bereid ons onze schulden te vergeven. Luther schrijft bij de bede ‘vergeef ons onze schulden …’: ‘er is vergeving. Gods rijkdom ligt klaar!’ Maar wordt die rijkdom niet dán pas begeerd als beseft wordt in de schuld bij God te staan? Waarom maakt het Evangelie zo weinig blij? Is het niet omdat er geen of weinig schuldbesef is? Berouw is geen voorwaarde, maar wel de weg naar vergeving.
Lees de volledige tekst van het artikel in De Waarheidsvriend van 4 maart 2016.