Waar bent u naar op zoek?

Remonstrants en populair

11-10-2011

''t Hijgend hert' danken we aan een remonstrantse dichteres: Lucretia van Merken, schrijft ds. J. Harteman. Wie was zij?

Van de psalmberijming van 1773 komt het merendeel van Johannes Eusebius Voet (81). Hendrik Ghijsen leverde er tien, en het genootschap Laus Deo, Salus Populo 59. De belangrijkste dichter van dit genootschap is Lucretia van Merken.

Lucretia Wilhelmina van Merken (1721-1789) groeit op in Amsterdam in een remonstrants gezin dat behoorde tot de gegoede burgerij. Op jonge leeftijd heeft zij al belangstelling voor poëzie, met Sybrand Feitama en vooral Vondel als grote voorbeelden. Als ze 47 jaar is, in 1768, trouwt ze in Amsterdam met de al even beroemde dichter-koopman Nicolaas Simon van Winter. Het echtpaar gaat in Leiden wonen.

In de zomer trekken zij zich terug in hun buitenplaats bij Bijdorp, in de buurt van Zoeterwoude. Hier ontvangen zij hun vele (dicht)vrienden. Lucretia wordt vijf dagen na haar overlijden in 1789 in Leiden begraven in de Oude Kerk in haar geboortestad Amsterdam. Enkele jaren later wordt daar ook haar echtgenoot bijgezet.

Het eerste grote werk dat een aantal malen wordt opgevoerd, schrijft Lucretia als zij net in de twintig is: het treurspel Artemines uit 1745. Haar treurspelen staan met grote regelmaat op het repertoire van de schouwburgen in Amsterdam, Rotterdam, Den Haag en Leiden, maar zij bemoeit zich niet met de opvoeringen en bezoekt nooit een repetitie. De treurspelen hebben vaak historische gebeurtenissen als onderwerp. Een kloeke held of een standvastige en godvruchtige heldin staat centraal.