Kweekschool De Driestar
Het eerste deel van dr. John Exalto's studie over de geschiedenis van kweekschool De Driestar boeit van begin tot eind. Het beschrijft de periode 1910-1975 en brengt de emancipatie van de gereformeerden in beeld.
Exalto heeft een indrukwekkend aantal details uit archieven opgediept. Een boeiend geheel. In kort bestek geef ik een indruk van wat Exalto vertelt betreffende het belang van De Driestar voor kerk en samenleving en de relatie van De Driestar en de hervormd-gereformeerden.
Wie ‘Driestar’ zegt, zegt ‘Kuijt’. De voorgeschiedenis van de stichting van de bekende kweekschool en alles wat in het verlengde daarvan ligt, worden vooral bepaald door Piet Kuijt (1910-1987). Hij heeft het als zijn roeping ervaren te ijveren voor de godsdienstige opvoeding van onze jeugd, door kader te kweken, niet slechts voor het onderwijs, de school, maar voor het volk. Kuijt zocht een verbinding tussen het dienstbaar zijn voor de eigen groep (Gereformeerde Gemeenten) en het dienen van de hele natie. ‘Herkerstening’ van het volk was zijn droom. Exalto spreekt van ‘een theocratisch ideaal’.
Kuijt wist zich in zijn plannen gestimuleerd door ds. G.H. Kersten en – vanuit een heel andere hoek – door ds. I. Kievit. Laatstgenoemde wilde graag een school ‘op de leest van Calvijn geschoeid’. Kuijt ging tijdens vakanties bij zijn schoonouders ter kerke in Baarn, bij ds. Kievit. Er ontstond een goed onderling contact, waarbij ds. Kievit Kuijt leerde Calvijn te lezen, met name de Institutie. Een exemplaar van deze studie kon Kuijt voor een koopje op de kop tikken toen een dominee uit de Gereformeerde Gemeenten deze van de hand deed, aangezien hij er niet mee uit de voeten kon. Kuijt ging ermee aan de slag. Het was natuurlijk niet eenvoudig een soort middenweg te vinden tussen Kerstens Dogmatiek en het monument van Calvijn.