Waar bent u naar op zoek?

column

Willem Jan Otten

08-07-2014

Wie zeggen de mensen dat Ik ben? Kritische bijbelwetenschappers geven er over het algemeen een eenduidig antwoord op.

Het komt neer op de bekende dichtregels van Jan Willem Schulte Nordholt (1920-1995). Jezus is ‘Een joodse man van het jaar nul, / die amper drieëndertig jaren, / gestorven is voor onze schuld / toen wij nog Batavieren waren…’ Een joodse man. Niet God dus, laat staan de Zoon van.

Een totaal ander antwoord geeft Willem Jan Otten. Op 22 mei ontving hij de P.C. Hooft-prijs voor letterkunde, een oeuvreprijs, dit jaar bestemd voor beschouwend proza. Otten is geen theoloog, maar een schrijver en vooral dichter. Van huis uit niet bij God en geloof opgevoed, ‘blies het ritueel van de kruisweg op een Goede Vrijdag… mij van de sokken… Waarom ik niet met mijn normaal ontwikkelde… scepsis heb gereageerd op de Jezusschok weet ik niet. Ik denk dat geloof begint met een bres, geslagen in het bolwerk van de twijfel… Op een of andere manier kan ik niet meer twijfelen op dit punt, want plotseling hoefde ik niet meer te twijfelen. Ik bad!’ Hij schrijft ergens Jezus niet te willen zien als een gewone Joodse man, maar als God Die mens is geworden en Zich voor hem heeft geofferd.
Je kunt dus wetenschappelijk verantwoord en rationeel reageren op Jezus: een joodse man van het jaar nul. Dan blijft Hij iemand op afstand. Anders wordt het als Jezus Zelf Zijn opwachting in je leven maakt. Dan is het geen wetenschappelijke discussie, maar dan wordt het een doorleefde realiteit.

Bekeerd, gedoopt en belijdend katholiek geworden, kwam Otten niet alleen in aanvaring met atheïstische intellectuelen maar ook met christelijke theologen. Beiden verweten hem zijn kolenbrandersgeloof dat het credo nog altijd letterlijk wil nemen. Otten houdt stand: ‘Als je gelooft in Jezus doe je afstand van het idee dat het allemaal fictie is. Met de woorden uit het credo zie ik er van af dat hij een mythologische figuur is…’
Hoe komt het toch dat bijbelwetenschappers Jezus kwijtraken en dat een filosofisch geschoold eigentijds dichter Hem juist vindt? Geloof is en blijft een mysterie in een mensenbestaan.

J. Maasland