column
Want de Bijbel zegt het
Wanneer het je roeping is om mee te werken aan de grote opdracht in een ander land dan je thuisland, ontkom je er niet aan dat je uit je eigen comfortzone moet stappen. Je moet jezelf onderdompelen in een andere cultuur, een andere taal en gewoonten.
Maar niet alleen dat. Een groot deel van je werk bestaat uit samenwerken met mensen die ook gezonden zijn naar het front van de zending. En ja, dat betekent dus samenwerken met mensen die nog nooit van de Protestantse Kerk gehoord hebben, mensen wie Luther niets zegt en voor wie ‘Reformatie’ alleen maar een moeilijk woord is. Het betekent ook samenwerken met mensen die anti-Reformatie zijn, die zelfs zullen proberen je te bekeren van deze ‘valse leer’ wanneer je het woord Reformatie maar noemt. En het betekent samenwerken met Koreanen voor wie de Institutie van Calvijn dagelijkse kost is. Die Luther als een naaste vriend beschouwen en die mij, als Nederlander, nieuwe dingen vertellen over Bavinck.
Waardoor kun je dan toch samenwerken? Wat geeft vaste grond? Wanneer ik terugkijk op vijftien jaar op het veld, kan ik eigenlijk maar één ding zeggen: datgene wat ons allemaal samenbindt, is het Woord van God. Ik bedoel: als je echt gelooft dat de Bijbel het Woord van God is, als je echt gelooft dat de woorden uit de Bijbel warm uit de mond van God komen, kun je elkaar vinden. Dan is het niet meer zo dat je de woorden ‘ik geloof dat God van me houdt’ uitspreekt omdat Luther dat vindt, maar omdat de Bijbel het zegt. Dan vinden we elkaar, ongeacht wat we van de Reformatie vinden, in de grote opdracht.
Daarom denk ik dat het oude Engelse gezang, dat veelal door kinderen gezongen wordt, namelijk: ‘Jesus loves me, this I know, for the Bible tells me so’ (Jezus houdt van me, dat weet ik omdat de Bijbel dat zegt), precies samenvat waar het allemaal om draait. En nu ik dat zo teruglees, denk ik: ‘Dat klinkt toch eigenlijk wel als Sola Scriptura.’
Marieke den Butter