blog
Leiding geven aan heiliging GB-jaarthema
Vrome achting voor God
De nieuwe jaargang is voor De Waarheidsvriend een bijzondere. 2012 is het honderdste jaar dat ons blad verschijnt. Ook in die jaargang zal verwoord worden waar het de Gereformeerde Bond in zijn beleid om gaat. We willen focussen op de heiliging.
In dit eerste artikel in 2012 verwoorden we onze dankbaarheid voor het geschenk van ons jubileum. Dat ons blad vanaf december 1909 wekelijks kon verschijnen – de honderdste jaargang kwam er niet in 2009, omdat in de oorlogsjaren de verschijning enige tijd stil lag – is geen vrucht op de akker van de redactie, de vele scribenten, de adverteerders of de abonnees. We zien er de trouwe zorg van de Heere in. Werk in en ten dienste van de kerk kan niet leven van routine en ervaring, maar is afhankelijk van Zijn zegen. Elke week opnieuw.
Middelharnis, Gouda, Harderwijk
Het is om die reden dat de redactie ervoor gekozen heeft dit jaar drie avonden te beleggen waarop we met onze abonnees de Heere willen danken en stil willen staan bij waar het in De Waarheidsvriend om gaat: de eer van God, zicht en betrokkenheid op de kerk, liefde tot onze belijdenis, toerusting van kerkenraden en oudere en jongere gemeenteleden inzake thema’s die het gemeenteleven raken, die in de samenleving spelen.
Nadere informatie over deze bijeenkomsten is later beschikbaar, maar hier melden we alvast dat we met allen die zich bij ons blad betrokken weten, hopen samen te komen in Middelharnis (op donderdag 12 april), in Gouda (op vrijdag 18 mei) en in Harderwijk (op woensdag 29 augustus). Al beginnen deze bijeenkomsten om 19.30 uur, is er voor belangstellenden tevens een middagprogramma.
Geestelijke leiding
In 2011 was het geestelijk leiding geven aan en binnen de gemeenten het belangrijkste onderwerp waarover we onder andere tijdens de jaarvergadering en de ambtsdragersvergaderingen nadachten. Op geestelijke wijze leiding geven wil niet anders zeggen dan in een dienstbare houding bij alle vragen die in de gemeente leven, luisteren naar Gods Woord en dat vervolgens met gezag ter sprake brengen. Wie niet thuis is in de Schrift, kan niet spreken met de autoriteit die het Woord heeft en aan ambtsdragers verleent. Wie niet thuis is in dat Woord, kan zichzelf niet leiden.
Zo hebben we ontdekt dat het op geestelijke wijze leiden van de gemeente onszelf raakt, elke christen, elke ambtsdrager. Ook in het ons láten leiden. In het erkennen van wat cruciaal is in het leven tot eer van God én in het benoemen van waarover in de gemeente van Christus diversiteit aan meningen mag zijn. In het zoeken naar en stimuleren van vruchten van de Geest én in het bestrijden van de werken van ons vlees. In het zien van de fronten voor Christus’ kerk in 2011 en 2012, in waakzaamheid als de gemeente bedreigd wordt én in het niet verspelen van energie aan bijzaken.
Leven in heiligmaking
Zo’n thema is aan het einde van het jaar niet afdoende behandeld, maar vraagt om een vervolg, om verdieping, zonder te herhalen wat het afgelopen jaar gezegd is. Om die reden heeft het bestuur van de Gereformeerde Bond ervoor gekozen in 2012 op structurele wijze aandacht te schenken aan het geestelijk leiding geven op het terrein van de heiliging.
Van de kerk wordt een léven in heiligmaking verwacht, ook al belijden we in Zondag 44 van de catechismus dat de in het geloofsleven meest gevorderde kinderen van God daarvan in dit leven slechts een klein beginsel hebben. Dat gaat echter gepaard met een ernstig voornemen om naar ál Gods geboden te leven, als vrucht van de rechtvaardiging van de goddeloze, van de mens die zijn eigen heil niet bewerken kan.
Steeds meer ontheiliging
In onze samenleving zien we het tegenovergestelde van heiliging, het almeer ontheiligen van het leven, van de zondag, van het huwelijk, vooral van de Naam van God. In de eindtijd zal deze lijn zich voortzetten: ‘Wie vuil is, laat hij nog vuiler worden’, lezen we in het laatste hoofdstuk van de Bijbel. De tijd van de vervulling van de profetieën is nabij en daarom gaat de kwaaddoener met zijn werk voort, op weg naar een aangrijpend einde.
Dit alles laat Christus’ kerk op aarde niet onverschillig. Althans, dat is te hopen. Want God kan met zijn Geest ook van een gemeente, van een kerk wijken, als die Geest wederstaan wordt, bedroefd, uitgeblust. De Heilige Geest kan niet leven met verdeeldheid, met ongehoorzaamheid aan het Woord en verachting van de sacramenten. De Geest is heilig en bewerkt voor degenen die tot Hem bidden een geheiligd leven.
Koninkrijk van God
Luther heeft gezegd dat ‘God voor ons is wat wij van Hem verwachten’. God is ook voor de kerk wat zij van Hem verwacht. Om die reden is onderwijs over de heiliging van het leven nodig, opdat de gemeente van de Heere gaat vragen wat Hij wil schenken. Jezus predikte daarom het volk het Koninkrijk van God en riep daartoe tot geloof en bekering op. Hij wist dat zonder rechtvaardiging en heiliging niemand dat Koninkrijk kan binnengaan. In 1 Korinthe 6 leert Paulus dat onder andere ontuchtplegers en overspelers, hebzuchtigen en dieven, dronkaards en lasteraars het Koninkrijk van God niet zullen beërven. Daarom is leiding geven aan de heiliging van de gemeente onmisbaar.
Ds. W.L. Tukker sprak ooit op de jaarvergadering van de Gereformeerde Bond over vrome achting voor Gods gebod. ‘Wij spreken veel over kerkelijke zaken, over financiën, over het naar buiten treden van de kerk, over het christen zijn in de tijd, zowel in de politiek als in de samenleving, maar wanneer spreken wij over dat wat God gewoon beveelt? Waarover geen discussie toegestaan is!’ Na veertig jaar klinkt het alsof dit voor vandaag opgemerkt is.
Mozes
De heiligheid van Zijn kerk is een sieraad voor de Heere. Daarin wordt Hij verheerlijkt. Dat is een leven met God, tot in elk detail voor Zijn aangezicht. Met wereldvreemdheid heeft dat niet te maken, wel met de gerichtheid van ons hart. In het afgezonderd zijn van de wereld is een christen op God betrokken, omdat Gods heiligheid de grond is voor het geheiligde leven van de gelovige. Mozes sprak namens God tot de gemeenschap van de Israëlieten: ‘Heilig moet u zijn, want Ik, de HEERE, uw God, ben heilig.’ Aansluitend hierop verwoordt Mozes de wetten waaraan het volk zich moet houden.
Als de kerk bij Christus wil horen en van Hem wil zijn, zal ze daarom ernst maken met het zich houden aan Zijn inzettingen. Dat nastreven en doen, is heiliging, een actief woord.
Wandelen in een nieuw leven
Het feitelijke bestaan van de christelijke gemeente is al een bewijs van Gods heiligheid. Dat besef moet een levende realiteit zijn, wil de gemeente niet openstaan voor de geest van onze tijd, voor de vele verleidingen waaraan de gemeente bloot staat. Door de doop zijn mensen met Christus begraven, opdat zij in een nieuw leven zouden wandelen. (Rom. 6) Dat geeft de gemeente een grote verantwoordelijkheid, die elke dag geconcretiseerd mag worden. Want die heiligheid wordt zichtbaar in het leven, waar we niet meer wandelen in het schema van deze wereld.
Kunnen ouderen en jongeren die volop in onze samenleving deelnemen, zonder leiding van de kerkenraden op het gebied van de heiliging? Nee. Maar, met elkaar kunnen we meer zicht krijgen op Wie God is als de Heilige, wat Zijn majesteit betekent voor de omgang tussen Hem en de gemeente, tussen Hem en mij. En van daaruit kunnen we nadenken over de geestelijke strijd die er is als het gaat om de keuzen die een christen maakt op zoveel terreinen van het leven, over onze omgang met de (genade)tijd, met de (sociale) media, met de gaven van huwelijk en seksualiteit, met de schepping, met ons bezit enzovoorts.
Naar de toekomst
Waarom? Om geen andere reden dan dat de gemeente eens als een reine bruid aan Christus getoond mag worden. We leven dan niet uit het verleden, maar naar de toekomst toe. Samen met alle heiligen mag elke christen zich voorbereiden op de komst van de Bruidegom, die ook in 2012 dichterbij komt.
P.J. Vergunst