blog
Het geloof verlaat mensen
Kerkverlating
Het christelijk geloof is in ons land en in Europa op zijn retour. Kerkverlaters geven nogal eens aan dat het geloof ongemerkt uit hun leven verdween. Het heeft er alles van weg dat niet mensen het geloof verlaten, maar dat het geloof mensen verlaat.
Het is gewaagd om te stellen dat het geloof mensen verlaat, al zeg ik niet dat Gód mensen verlaat. Dat laatste kan ook het geval zijn, maar ik weet niet of er bijbelse gronden zijn om plompverloren tot zo’n verregaande uitspraak te komen. God kan Zich inderdaad van Zijn volk afkeren, Hij kan Zijn volk zelfs zwaar straffen, maar dat is nog iets anders dan verlaten (zie het tekstkader).
Wat bedoel ik met de stelling dat het geloof mensen verlaat? Met geloof duid ik niet op het persoonlijke geloof dat de Heilige Geest in ons hart werkt. Met geloof bedoel ik in dit verband de christelijke vormgeving van het leven. Misschien is het een raar gebruik van het woord geloof.
Middelen van God
Wat ik echter probeer duidelijk te maken, is dat ons geloof, ons persoonlijke geloof, niet in een vacuüm is ontstaan. God gebruikt middelen, dat is een bekend gezegde. God gebruikt meer middelen om mensen tot geloof te brengen en bij het geloof te houden dan wij doorgaans beseffen. Hij gebruikt niet alleen gelovige ouders, de gemeente waartoe we behoren, prediking en sacramenten, de christelijke school die we bezochten.
Nee, de hele samenleving droeg eeuwenlang als het ware Gods vingerafdruk. Kunst, rechtspraak, wetgeving, gebruiken en gewoonten, normen en waarden, de wijze waarop aan gebeurtenissen als geboorte, huwelijk en het sterven vorm gegeven werd: dat alles had altijd wel in meerdere of mindere mate met het christelijk geloof te maken. (Ook met het heidendom, maar dat laat ik nu rusten). Op allerlei manieren kwamen de mensen daarmee in aanraking, meestal zonder dat ze zich daarvan bewust waren.
Niemand in ons land of elders in Europa groeide op zonder steeds weer herinnerd te worden aan Bijbel en geloof. De kerktorens aan de horizon, de kerkgangers die zondags de straten bevolkten, de koning of koningin die regeerde bij de gratie Gods, Gods hand, die in de geschiedenis opgemerkt werd, de inhoud van het onderwijs aan de kinderen, de aandacht en hulp voor armen en zieken: overal waren aanknopingspunten en impulsen vanuit een christelijke levensvisie. Nationale gedenkdagen kregen bijna altijd een christelijk stempel. Bij de meeste mensen leefde ook een sterk besef dat God de Schepper is. Je kunt dat alles ‘gestold geloof’ noemen. Een christelijke cultuur is gestold geloof.
Geen doel meer
Dat alles is voorbij. Er is een wals van andere ideeën, overtuigingen en visies overheen gegaan. Een paar kernbegrippen die in dit proces een rol speelden: genocide, antisemitisme, nationalisme, imperialisme, communisme, nazisme en racisme. De West-Europese wereld is onherkenbaar veranderd. Wat vooral veranderd is, is dat er geen morele maatstaf meer is die boven het menselijke handelen staat, een maatstaf waaraan ons handelen getoetst wordt.
Veranderd is dat er geen doel meer is dat onze menselijke doelen overstijgt en dat het leven zich niet langer richt op een ander leven dan dit leven, omdat de dood als het definitieve einde gezien wordt. Veranderd is dat het besef ontbreekt dat we eens ten aanzien van een Ander rekenschap moeten afleggen van onze daden.
Alleen deze werkelijkheid
Het hele levensgevoel is gewijzigd. Voor het besef van de meeste mensen geldt dat alleen deze werkelijkheid het één en het al is. Alles wat daarbuiten valt, heeft afgedaan. De Canadese filosoof Charles Taylor spreekt in dit verband van een ingekapseld zelf, een onkwetsbare levenssfeer, die afgesloten is voor alles wat van buiten deze zichtbare werkelijkheid komt. Daarom oriënteren we ons alleen aan doelen die we zelf stellen en die we dus steeds weer moeten bijstellen, omdat er geen vaste punten zijn om ons aan te oriënteren. In ons en buiten ons is alles in beweging. En wij bewegen mee. De ene keer de ene kant op, de andere keer de andere kant op. En dat alles naar de behoeften van de tijd. De mens staat naakt in deze wereld. Hij is ook heel kwetsbaar geworden. Kwetsbaar voor occulte machten, die steeds meer ruimte krijgen om zich te manifesteren.
Vloeibaar
De Joodse socioloog Zygmunt Bauman noemt onze cultuur een vloeibare cultuur. Gedurende vele eeuwen kon de cultuur van Europa vast genoemd kon worden, al betekent deze aanduiding niet dat ze onveranderlijk was. De moderne tijd heeft een andere cultuur voortgebracht: een vloeibare. Het leven bestaat uit een voortdurend aanpassingsproces waarin voor vaste normen, voor blijvende waarden, voor hechte relaties tussen mensen en voor uitgesproken geloofsovertuigingen geen plaats meer is. Vandaag doen we het op deze manier, maar morgen kan het roer helemaal om.
Deze vloeibaarheid geeft onze samenleving een enorme dynamiek. Bauman wijst erop dat in de loop van de geschiedenis altijd al sprake was van veranderingen, maar dat die veranderingen bedoeld waren om nieuwe vaste vormen te scheppen. Nu is verandering echter een doel in zichzelf geworden. Het is een voortdurend proces zonder rust of duur. Dat schept een ongekend gevoel van vrijheid, maar het kan ook tot angst en grote onzekerheid leiden.
Onbeschut
Deze dubbele gevoelens heeft vooral de Duitse filosoof Friedrich Nietzsche verwoord. Hij neemt een gevoel van vrijheid en een gevoel van ontzetting waar. Ontzetting, omdat je niet meer kunt terugkeren naar de oude vertrouwde zekerheden. Je staat onbeschut in het leven.
Nietzsche gebruikt het beeld van een schip dat de haven uit vaart en koers zet naar de oceaan. Hij waarschuwt: nu is de oceaan rustig en kalm, maar vergeet niet dat die rust bedrieglijk is. Er komen andere dagen en dan kun je niet terugkeren naar de haven die je verlaten hebt. Met bovenmenselijke moed moet je verder op je eenzame weg over de oceaan. Van tevoren is geen koers uitgestippeld en er is geen kaart om je route te bepalen, er zijn geen bakens die je de weg wijzen en geen haven waar je voor anker kunt gaan. Dat betekent dat de mens zelf voor zingeving moet zorgen, zelf koers en doel moet bepalen, en dat is een loodzware last. De mens bezwijkt eronder.
Dat gevoel hebben mensen steeds meer. Zolang je gezond bent en jezelf kunt ontplooien, kun je de vragen van zingeving van het lijf houden. Maar zodra ziekte en ouderdom je leven gaan bepalen, zodra je huwelijk stuk loopt of wanneer je een burn-out krijgt, doemt er een grote leegte op. In die leegte nestelen zich vandaag de dag tal van religieuze ideeën, ervaringen, overtuigingen. Ieder doet het op zijn eigen manier. Daar komt geen kerk of Bijbel of god aan te pas. Want welke god zou eraan te pas kunnen komen? Alles is in beweging. Ook goden zijn vloeibaar geworden. Geen enkel christelijk geloofsartikel of dogma heeft in zo’n cultuur overlevingskansen. Want één ding is zeker: alles verandert.
Experiment
Niet mensen verlaten het geloof, maar het geloof verlaat mensen. Met geloof bedoel ik hier dus de neerslag van het christelijk geloof in tal van vormen en instituties. Vergelijk dat gestolde geloof met de kaart die de route in beeld brengt, met de bakens die de vaargeul aangeven, met de oriëntatiepunten aan de horizon. Als die er niet meer zijn, is ons levensschip stuurloos. In die zin staan we naakt in de wereld. Want de wegwijzers zijn verdwenen, de verwijzingen naar God en geloof ontbreken nagenoeg. De wereld is kaal. Geen glans van Gods goedheid en macht ligt over het leven. Er is geen goddelijke bescherming of geborgenheid.
In die leegte ontstaan nieuwe vormen van religie, want de mens is ongeneeslijk religieus (Miskotte). Heidendom herleeft. Maar het nieuwe heidendom is beslist geen kopie van het oude. Kenmerkend voor het nieuwe heidendom is het experiment. Je probeert religie net zoals je een nieuw medicijn probeert. Als het ene niet helpt, dan misschien het andere.
Niet verwacht
Hebben theologen en kerkelijke leiders de huidige ontwikkelingen op godsdienstig terrein zien aankomen? Om die ingrijpende veranderingen te zien hoefde je niet per se een visionair te zijn. De voortekenen waren al decennia lang aanwezig. Toch waren er weinigen in kerk en theologie die een antenne hadden voor wat zich aan het voltrekken was. Wie zich erin verdiept, verbaast zich over het optimisme waarmee mensen na de oorlog weer aan de slag gingen. Er was visie en vaart, maar er was weinig bereidheid om de uitholling, die al lang had plaatsgevonden, onder ogen te zien.
Het werd zelfs voorgesteld dat de kerk weer een bloeiperiode tegemoet zou gaan. Daarin klonk een onverbeterlijk negentiende-eeuws optimisme door. Inmiddels weet iedereen dat kerk en geloof zich in een diepe crisis bevinden. Het geloof in God is vloeibaar geworden. Het glipt ons door de vingers. Niet mensen verlaten het geloof, maar het geloof verlaat mensen.
Het omgekeerde is uiteraard ook waar: ménsen verlaten het geloof, ménsen verlaten God.
A.A.A. Prosman
Dr. A. Prosman uit Nijkerk is hervormd emeritus predikant.
Volgende week gaan we verder: kerkverlating en het vandaag kerk zijn.
***
Voor het gesprek
- Het christelijk geloof vormde een beschermend schild om ons heen. Er was veel in de samenleving aanwezig dat het geloof in het bestaan van God ondersteunde. Dat is bijna helemaal verdwenen. Wat doet die ingrijpende verandering met u/jou?
- Het geloof is vloeibaar geworden. Het heeft geen vaste vorm. Sommigen zullen zeggen dat we eindelijk bevrijd zijn van starre vormen en knellende dogma’s. Dat kan als iets positiefs opgevat worden. Vindt u dat ook?
- Allerlei zekerheden blijken helemaal niet zoveel zekerheid te bieden. Dat betekent dat we ons in een geloofscrisis bevinden. Kan dat ook zuiverend werken? Zo ja, hoe dan?
- God gebruikt middelen om mensen tot geloof te brengen. Welke middelen zouden in deze tijd, waarin mensen bijna immuun lijken te zijn voor het christelijk geloof, benut moeten worden?