blog
Schokkend als oudere zich in ons land een last voor anderen voelt
Grijsheid als glorie
Nederland vergrijst in een snel tempo. Het aantal oudere mensen neemt toe. Schokkend is het als veel ouderen daarbij het gevoel hebben dat ze eigenlijk niet meer zouden moeten leven. Laat de Bijbel ons richtsnoer zijn.
Tot Amersfoort moest ik onlangs staan, in een overvolle trein. Nu ben ik geen zeventigplusser en evenmin van het vrouwelijk geslacht. Toen ik echter scholier of student was, bleef je in de trein niet zitten als oudere mensen slechts het gangpad tot hun beschikking hadden. Het omgekeerde is ook opvallend. Als je met een volwassene in gesprek bent en zijn zoontje van zeven jaar komt er hinderlijk tussendoor, stopt vader meestal direct het gesprek. Stel dat deze jongeman even moet wachten. Ook in de kleine dingen van het leven merk je dat kinderen de prinsjes zijn, dat ouderen met minder respect bejegend worden.
Corrigerend
Niet in elke cultuur is dit zo. Neem Nigeria, waar ouderen zeer gerespecteerd worden en kinderen – ook degenen die op jonge leeftijd als weeskind getraumatiseerd zijn – weinig in tel zijn. Het zijn in dit Afrikaanse land de christenen die de barmhartigheid van de Goede Herder voor de kleinsten vorm willen geven.
Wij echter leven niet in Nigeria maar in Nederland. In onze cultuur mogen christenen juist oog en hart hebben voor de ouderen. Omdat het Woord van God altijd weer corrigerend inwerkt op wat een samenleving ervan maakt. In het licht van de Bijbel is het onbestaanbaar dat ouderen zichzelf zwaar op de begroting van ons land voelen drukken.
Japan
Deze gevoelens moeten we overigens niet onderschatten. Als (extreem) voorbeeld noem ik de Japanse minister van financiën en vice-premier, Taro Aso, die vorig jaar beweerde dat bejaarden een last voor de overheidsfinanciën zijn. ‘Haast je en sterf.’ Een derde van de Japanners is ouder dan zestig jaar. De minister noemt om die reden een ‘(vroeg)tijdige dood een interessante besparing’. Dit voorjaar richtte hij zich op zieke landgenoten. ‘Het is oneerlijk dat ik belasting betaal om de zorgkosten van luie mensen te dekken.’ Ook in ons land leeft dit thema. In augustus gaf een zesde van 2000 medisch specialisten in een enquête aan dat zij mensen behandelden voor wie een extra levensjaar meer dan 80.000 euro kost…
Het gesprek over wat een voltooid leven is, over de gevoelens van ouderen en hun nut (excuus voor dit woord) is reeds eeuwenoud. De bevolkingsopbouw in Nederland en de economische barometer maken dat dit debat opnieuw gevoerd wordt. De oud-hoogleraar Sociale Geneeskunde dr. Doeke Post schreef onlangs dat ouderen zich hét probleem van onze tijd voelen. Solidariteit, een belangrijke factor voor het samenleven van mensen, is anno 2014 niet vanzelfsprekend. ‘Waarom moet ik zorg dragen voor ouderen, die een goed leven geleid hebben?’ zegt een jongere. Tegelijk hekelt de ouderenpartij 50PLUS de vermindering van de koopkracht voor de ouderen. Ouderenorganisaties noemen de ouderen ‘de pispaal en het afvoerputje van de overheid’.
Eenzaamheid
Ik ben blij dat de kerk verder kijkt dan de spaarrekening van ouderen – al moet een diaconale gemeente ook aandacht geven aan het gewone leven. In de zogenoemde Vastenbrief vroeg de rooms-katholieke kardinaal Eijk aandacht voor de ‘woestijnervaring van de eenzaamheid’, lettend op ‘het schokkend hoge aantal van 200.000 eenzame ouderen’. Dat betekent persoonlijke aandacht voor hen.
Het killere en zakelijker klimaat voor de opa’s en de oma’s in Nederland maakt dat elke kerkenraad zich rekenschap moet geven op welke wijze de pastorale en diaconale zorg voor de oudere mens vorm krijgt. Dat is een keuze die geen afbreuk hoeft te doen aan de aandacht voor de geloofsoverdracht, een keuze die wel onderstreept dat er meer is dan de vraag hoe we de jongeren voor de gemeente bewaren. In de gemeente van Christus zien we elkaar als mens – en we doen dat in navolging van Hem Die kwam om het verlorene te zoeken, Die een kind en een melaatse, een eenzame en verlamde man in Bethesda en een blinde Bartimeüs allereerst als schepsel van God tegemoet trad.
Rechterstoel
Jonge mensen kunnen sterven, oude mensen moeten sterven. Deze (aangrijpende!) realiteit stimuleert ons tot het omzien naar de ouderen, omdat zij niet ver bij de rechterstoel van Christus vandaan zijn. Het pastoraat aan hen zal vanuit bewogenheid en liefde daarom Hem centraal moeten stellen Die ook voor de oudere mens Zijn leven gegeven heeft.
In geen tijdperk heeft de oudere mens zoveel veranderingen in de samenleving en zijn eigen leven meegemaakt als in de onze. Het spreekt niet vanzelf dat we in de laatste fase van de aardse reis in het reine gekomen zijn met God, met onszelf, met onze kinderen, met onze naaste. Daarop mag de zorg voor de senioren allereerst geconcentreerd zijn. Vergis ik me als heel wat predikanten het moeilijk vinden zich in de leefwereld van hun oudere gemeentelid te verdiepen, daartoe af te dalen? Als ze zich storen aan een tachtigjarige die in herhaling valt of misschien wat klaagt over alle pijntjes, lijken zij niet op hun Meester.
Salomo
Veel kerkenraden zijn in de voorbije decennia behoorlijk verjongd – al lijkt ook hier weer een kentering in te komen. Slechts tot schade van de gemeente gaan we voorbij aan de levenswijsheid (en geloofservaring) van onze ouderen. De Bijbel verheerlijkt de ouderdom in zichzelf niet. In 1 Koningen 11 lezen we over een met wijsheid gezegende koning: ‘Het was in de tijd van Salomo’s ouderdom dat zijn vrouwen zijn hart deden afwijken, achter andere goden aan, zodat zijn hart niet volkomen was met de HEERE, zijn God.’ Tegelijk legt de Bijbel wel een nauwe band tussen ouderdom en wijsheid of gezag. Dat ontdekken we in Spreuken 16 en 20: ‘Grijsheid is een sierlijke kroon, ze wordt gevonden op de weg van de gerechtigheid’ en ‘Het sieraad van jonge mannen is hun kracht, en de glorie van de ouderen is de grijsheid.’
Het meest nadrukkelijk vinden we de band tussen ouderdom en gezag wanneer Daniël (hoofdstuk 7) God als een ‘Oude van dagen’ voorstelt, omdat Zijn heerschappij de eeuwigheid verduurt en Hij van geslacht tot geslacht een toevlucht is.
Rehabeam
Voor jongeren en ouderen zijn de geboden van God het heilzame kompas. Daarin stemmen de generaties samen en kan een grootvader een hartelijke band met zijn kleindochter ervaren. Tegelijk leert de geschiedenis van Rehabeam ons dat we de mist in kunnen gaan als de raad van de ouderen genegeerd wordt. Dat is een les voor de kerk als ze zich op een doorgeschoten manier naar jongeren toebuigt. Ik hoor dat in vacante gemeenten jongeren mogen toetreden tot de beroepingscommissie. Daar kunnen slechts ongelukken van komen.
Om deze reden raakt het me altijd weer als een van onze emeritus predikanten overlijdt en we hun hartelijke meeleven gaan missen, hun relativeringsvermogen, hun aansporing aan jongere generaties om het vol te houden in de dienste van de Heere.
Verbond
Gelukkig maakt de God van Israël Zich bekend als de God van de geslachten, van Abram, Izak en Jakob. In de lijn van het verbond realiseert Hij als de reguliere weg Zijn genade. Het maakt ons te meer dankbaar voor de ouderen die ons in hun leven lieten zien wat het betekent niet alleen voor dit leven op Christus hun hoop gevestigd te hebben.
Het getuigenis van de ouderen in de gemeente – we zijn erom verlegen. Niet als de overhandiging van hun cv, maar als de belijdenis van de trouw en goedheid van God, Die door de gerechtigheid van Christus redt en bevrijdt. Wat is er mooier dan dat een grootvader tegen zijn kleinkind, een oudere vrouw binnen de gemeente het zegt: ‘Want U bent mijn hoop, Heere HEERE, mijn vertrouwen vanaf mijn jeugd.’ Dan zingen we in de avond van het leven, misschien niet meer zo stemvast:
Mijn hart zal steeds op U vertrouwen;
mijn mond vindt tot Uw lof
gedurig ruimer stof
en zal Uw recht en heil ontvouwen.
O God, wil mij bewaren
bij ’t klimmen mijner jaren.
P.J. Vergunst