Waar bent u naar op zoek?

blog

Nieuwe preses en de paasmorgen

21-11-2019

Op 13 november werd er in de bestuursvergadering van de Gereformeerde Bond niet alleen gebeden voor de synode van de Protestantse Kerk, ook voor die van de Christelijke Gereformeerde Kerken (CGK).

Bij een synode hoort soms spanning, omdat verschil van inzicht er onder christenen kan zijn. De Bijbel is er eerlijk in: aan de vooravond van de synode van Jeruzalem (Hand.15) lezen we over ‘niet geringe tegenstand’, over ‘een heftige woordenstrijd’. Gelukkig echter: op die eerste synode van de kerk was de Heilige Geest aanwezig én had de Heilige Schrift gezag: ‘En hiermee stemmen de woorden van de profeten overeen…,’ zegt Jakobus, de apostel.

Op weg naar de synode van de CGK werd over een crisis gesproken, onder andere vanwege de verdeeldheid over vrouw en ambt en vanwege dreigende breuken. En de synode van de Protestantse Kerk ging vorig najaar met veel spanning gepaard, toen over het zogenoemde homohuwelijk vergaderd werd. Het leert dat we zonder die wijsheid van Jakobus nooit kunnen, wijsheid die antwoorden zoekt in de Bijbel: ‘En hiermee stemmen de woorden van de profeten overeen…’

Ambt

Ondertussen is de identiteit van beide kerken verschillend; een relatief klein, orthodox kerkverband naast de grootste protestantse en meest veelkleurige kerk van Nederland waarin gereformeerde belijders hun plaats blijven innemen, omdat naar hun overtuiging een scheuring in de kerk evenzeer zonde is als dwaling. Dit profiel van beide kerken vertaalt zich in de praktijk.

Waar de CGK besloten onderzoek te gaan doen naar de gereformeerde ambtsleer en te gaan studeren op vrouw en ambt, besteedde de protestantse synode aandacht aan de visie op het ambt met het oog op het groeiende aantal pioniersplekken. In de voortgangsrapportage die op 14 november aan de orde was, lees ik dat ‘alles draait om een vastgelegd onderscheid in ambtsvormen, waarbij ieder die op enigerlei wijze leiding geeft aan een vorm van kerkzijn zich erkend en gerespecteerd weet’. Die focus op de praktijk (ieder moet zich erkend weten) kan wringen met hoe er in de gereformeerde (en ook de lutherse) traditie over het ambt gesproken is. 

Nieuwe preses

Laten we echter beginnen met het belangrijkste besluit dat de protestantse synode nam: de verkiezing van ds. M.C. Batenburg (47) uit Gouda tot preses. Eerder diende hij de gemeenten van Zalk-Veecaten en Waddinxveen én was hij voorzitter van het bestuur van de IZB. Dé vraag die ds. Batenburg na zijn verkiezing in de media beantwoorden moest – en wellicht ook tijdens de besloten zitting van de synode tijdens de verkiezing –, was hoe zijn lidmaatschap van de Gereformeerde Bond zich verhoudt tot het dienen van heel de kerk. Alsof hierin een tegenstelling zit… Zelf zei ds. Batenburg nuchter: ‘Ik zou zeggen: beoordeel me op hoe ik het doe, ik ben geroepen voor de hele kerk.’

In zijn toespraak (na te lezen op www.gereformeerdebond.nl) zei hij van jongs af aan in de kerk veel te hebben ontvangen. ‘Al op jonge leeftijd is de vreugde om het evangelie van Christus in mijn leven wakker geroepen.’ Aan de hand van het gedicht ‘Pasen’ van Ida Gerhardt benoemde hij dat op de paasmorgen ons leven in een ander licht komt te staan. ‘Als kerk leven en herleven we van de gekruisigde en opgestane Christus. Onze vreugde ontspringt telkens aan die Bron. Laten we als synode telkens weer de kerk uitnodigen om het van deze Christus te verwachten. Om van zijn genade te leven.’

Ook hier verwoorden we onze dankbaarheid voor de benoeming van ds. Batenburg, die niet alleen een ervaren bestuurder is, maar vooral een dienaar van het Woord en zo ook van de kerk. We bidden dat hij – samen met het gehele moderamen – in verbondenheid met de belijdenis van de kerk als preses leiding aan het geheel van de kerk zal geven, onder Gods zegen. 

PTHU

Een benoeming die minder aandacht kreeg maar ook van veel belang is, is die van dr. C.P. Boele tot lid van het college van bestuur van de Protestantse Theologische Universiteit. Daarmee krijgt de PThU op 16 maart a.s. een bestuurder die eerder leiding gaf aan de CHE en de hogeschool Arnhem-Nijmegen. Het is zijn taak naast de rector, prof. dr. M.M. Jansen, de universiteit verder uit te bouwen, haar strategische positie te versterken. Ook deze benoeming is met dankbaarheid ontvangen. En, in de raad van advies voor het gereformeerd belijden werd ds. M.J. Tekelenburg uit Monster benoemd. 

*** 

Bezinning op de ziel

Intern gericht, zo is de bezinning in de synode in elke najaarsvergadering. Avondmaal, liturgie en Bijbel waren de thema’s in de voorbije jaren, nu dacht de synode na over de ziel, terwijl in april a.s. de ziel van de samenleving aandacht zal krijgen. Martine Oldhoff, die op dit thema wil promoveren, leidde het onderwerp in, gaf aan dat in Nederland meer mensen geloven dat ze een ziel hebben die na de dood voortleeft (53 procent) dan dat mensen in God of ‘iets’ geloven (42 procent). Waar in theologie en kerk het woord ‘ziel’ eeuwenlang herkenbaar was, spreken gelovigen vandaag minder makkelijk over het bestaan van de ziel. Dat de mens louter lichaam zou zijn, is volgens Oldhoff een invloedrijke bewering.

Ze gaf aan dat we in de Schrift het geloof vinden dat de mens na de dood met God kan leven en dat de bekeerde mens door de Geest in een levenslang proces vernieuwd wordt. Ze pleitte ervoor dat in de kerk, waarin zoveel geregeld moet worden, er openheid voor de Geest is, dat ‘de kerkgemeenschap de plaats zal zijn waar de ziel tot rust komt, verpoost, vrede ervaart, gered wordt en gaat verlangen naar God, bidt om en handelt met het oog op zijn Rijk van recht en vrede’. Zo is ‘de zondagse eredienst het epicentrum van het winnen van de ziel voor Christus’.

Zou het niet tot zegen van de kerk zijn als deze belijdende lezing over de ziel (te vinden op www.protestantsekerk.nl) in alle protestantse kerkenraden besproken gaat worden? Ja – en daartoe wordt ze later uitgegeven.

Kleine gemeenten

Belangrijk was het gesprek in groepen over de positie van kleine gemeenten, waarvan er in de Protestantse Kerk véle zijn. In april zullen er concrete voorstellen liggen, nu kon ieder input leveren op vragen als: Is toezicht van de classis nodig, als er een minikerkenraad van slechts drie mensen is? Kunnen mensen die geen ambtsdrager zijn tot de kerkenraad gaan behoren? Is er voor financieel beheer in elke gemeente een college van diakenen en van kerkrentmeesters nodig of kan dit samengevoegd? Door alles speelt de vraag hoe in de context van een krimpende kerk het ambt in zijn geestelijke betekenis niet uitgehold wordt.

Unaniem ging de synode op haar tweede vergaderdag akkoord met maatregelen tegen seksueel misbruik. Op zoek naar een veilig klimaat in de kerk moeten alle predikanten, kerkelijk werkers en vrijwilligers die met kwetsbare mensen werken, in de toekomst een Verklaring Omtrent Gedrag (VOG) overleggen, terwijl binnen het verband van ringen van gemeenten vertrouwenspersonen aangesteld zullen worden.

Lang werd opnieuw gesproken over de zogenoemde kerngemeenten, die voortkomen uit pioniersplekken. Met name ging het daarbij om de bevoegdheid van de voorganger: uitkomst was nipt dat ook zij die geen universitaire opleiding genoten, de sacramenten mogen bedienen. Wel komt er voor hen een geschiktheidstoetsing.

Zo werd deze synode opnieuw duidelijk dat de krimp van de kerk voortdurend de agenda en besluiten van de synode stempelt. Ook dat is in de CGK (nog) anders.

P.J. Vergunst