Waar bent u naar op zoek?

‘Je zit op mijn plek!’

ds. J. Noltes
Door: ds. J. Noltes
21-01-2021

Zo’n vijftig jaar geleden werden in veel gemeenten de zitplaatsen in de kerk nog verhuurd. Dat was in die tijd een vaste inkomstenpost voor de kerkvoogdij. Ook in mijn gemeente was dat toen het geval en zo kon het volgende gebeuren.

Een mevrouw die een paar dagen eerder in ons dorp was komen wonen, ging de eerste de beste zondagmorgen met haar zoontje naar de kerk. Eenmaal binnen zag ze al gauw een paar vrije plaatsen en daar gingen moeder en zoon zitten. Dat de plaatsen wel eens niet ‘vrij’ zouden kunnen zijn, kwam geen moment bij haar op. In haar vroegere gemeente was dat onbekend.

Wegwezen!

Geen wonder dat ze verschrikkelijk schrok toen plotseling een man naast haar stond en haar toebeet: ‘Je zit op mijn plek. Wegwezen hier!’ Totaal verbijsterd pakte ze haar zoontje bij de hand en liep huilend de kerk uit. Een ouderling zag dat gebeuren en vroeg haar wat er toch aan de hand was. Snikkend vertelde ze haar verhaal, maar ondanks de consternatie gaf ze hem haar naam en adres.

Gelukkig is dit nare incident goed afgelopen. Nadat ik haar de volgende dag bezocht had, besloot ze toch weer te komen. Een jaar later volgde ze zelfs de belijdeniscatechisatie. Het had echter ook heel anders kunnen lopen…

Geen groet

Hierbij schiet mij een verhaal te binnen dat ik onlangs van een mevrouw hoorde die na twintig jaar voor het eerst weer in de kerk was. Ze was midden in een rij stoelen gaan zitten en al gauw kreeg ze buren: aan beide kanten nam een echtpaar plaats. Er werd echter op geen enkele manier aandacht aan haar geschonken: geen groet, geen knikje; het was alsof ze lucht was. Ondertussen werd wel het nieuws van de dag gewisseld met anderen. Tot het begin van de dienst klonk er in de kerk geroezemoes.

Wat haar verder verbaasde en vooral teleurstelde, was dat veel kerkgangers er onder de preek bij zaten alsof het een verplicht nummer was dat ze nu eenmaal voor lief moesten nemen. Terwijl zij er zelf zo naar verlangde een goed woord te mogen horen! Wat dat betreft werd ze overigens niet teleurgesteld; de dominee deelde werkelijk Brood voor het hart uit, ook voor háár hart.

Wegwijs maken

Beide verhalen houden ons een spiegel voor. Hoe gaan wij om met een ‘vreemdeling’ in ons midden? Laten we hem merken dat hij of zij hartelijk welkom is en gunnen wij hem graag ‘onze plek’? En maken we hem graag wegwijs, omdat we het menen als we zingen: ‘Kom, ga met ons en doe als wij’? Of blijft het bij een nieuwsgierige blik en voor de rest moet hij het zelf maar uitzoeken? Voor Jezus was letterlijk en figuurlijk geen enkele ‘vreemdeling’ te vreemd. Hij wees de Kananese vrouw en de tollenaar niet af; zelfs de moordenaar aan het kruis die Hem in zijn doodsnood aanriep, betoonde Hij Zijn zondaarsliefde. Zouden we daar geen voorbeeld aan moeten nemen?

En: wat voor indruk krijgt een nieuwkomer van ons voor en tijdens de dienst? Vaak wordt er voor de dienst heel wat afgepraat. Natuurlijk is er niets op tegen dat men elkaar even begroet, maar laat het daar dan ook bij blijven. Het moet geen geklets worden alsof men op de markt is. Men is in de kerk, ‘het huis des Heeren’. En moet dat niet ons gedrag bepalen tijdens, maar ook voor de dienst? Met Weerklank 288 zingen we ‘Wees stil voor het aangezicht van God, want heilig is de Heer’. Maar zullen we dan niet, zo gauw we in de kerk zijn, stil worden voor die heilige God en ons eerbiedig bezinnen op wat komen gaat, bijvoorbeeld door de aangekondigde Schriftlezing en de te zingen liederen te lezen en die op ons te laten inwerken of stilletjes te luisteren naar het orgel? Eén ding is zeker: dat is een betere voorbereiding op een gezegende dienst dan al dat gepraat.

ds. J. Noltes
ds. J. Noltes