Waar bent u naar op zoek?

‘Opa, waarom bidt u niet?’

ds. J. Noltes
Door: ds. J. Noltes
11-02-2021

Een telefoontje, een jongeman: ‘Dominee, zou u mijn moeder en mijn grootouders eens willen bezoeken?’ En dan het verhaal: ‘Mijn grootvader is van huis uit rooms-katholiek, mijn oma Nederlands hervormd, maar na de oorlog hebben ze niets meer gedaan aan kerk en geloof.’

De opbeller, zelf met een gelovig meisje getrouwd en door haar kerkelijk trouw gaan meeleven, had hen daar meer dan eens over aangesproken, maar tevergeefs. Nee, van kerk en geloof moesten ze niets meer hebben. Daar hadden ze in de oorlog te veel voor meegemaakt; vooral opa die in een concentratiekamp had gezeten en daar onvoorstelbaar gruwelijke dingen had meegemaakt.

Diep geraakt

Toen kreeg hij ineens de vraag van opa: ‘Zou je een bijbel voor ons willen kopen? We zijn van plan om de Bijbel te gaan lezen en ook om naar de kerk te gaan.’ ‘Daarom mijn vraag,’ zei de jongeman, ‘zou u hen eens willen bezoeken?’

Toen ik kort daarna bij hen aanbelde, werd ik met open armen ontvangen. Hoe het tot de ommekeer in hun leven was gekomen? Een zoontje van de opbeller had een dagje bij zijn grootouders gelogeerd en, zoals hij dat thuis geleerd had, had hij voor en na het eten gebeden. Opa en oma en oma Annie – zo noemde het ventje zijn twee overgrootouders en zijn oma – deden dat echter niet, zag hij.

Maar waarom niet? ‘Opa, waarom bidt ú niet, u krijgt toch ook alles van de Heere Jezus?’ Door die vraag waren opa en oma en oma Annie diep geraakt. Het was alsof God Zelf hen erdoor had aangesproken, en zo waren ze met elkaar in gesprek gekomen over geloof en kerk, over de Heere en Zijn dienst.

Zoals ze geleefd hadden, was niet goed geweest. Dat moest dus veranderen! Bij mijn eerste bezoek kreeg ik dit hele verhaal te horen.

Feestdag

Samen met een ouderling mocht ik deze mensen begeleiden. Bijbellezen werd dagelijkse praktijk, besloten met een gezamenlijk gebed. Zij werden trouwe kerkgangers en bezoekers van de bijbelkring. Twee jaar later deden ze zelfs, nadat ik hen daar een winterlang thuis op had voorbereid, belijdenis van hun geloof. Het was een feestdag voor hen toen zij samen met anderen in het midden van de gemeente hun jawoord mochten geven voor God en de gemeente. Helaas is oma Annie ongeveer een jaar later tijdens een ernstige operatie overleden.

Toen ik haar de dag ervoor bezocht en Psalm 121 met haar had gelezen, was haar reactie: ‘Ik ben er zo dankbaar voor dat ik nu weet waar mijn houvast ligt, tot in eeuwigheid.’ Die laatste woorden zei ze met nadruk.

Uit de mond van kinderen

De Geest waait waarheen Hij wil. Hij wááit, Hij wérkt. Soms zelfs door een kind. Dit verhaal laat het zien. Zo werd bewaarheid wat Jezus zei: ‘Uit de mond van jonge kinderen en van zuigelingen hebt U voor Uzelf lof tot stand gebracht.’ (Matt.21:16)

Misschien zou het goed zijn als we als volwassenen soms meer zouden letten op wat een kind opmerkt of vraagt. Het zou een boodschap van Godswege voor ons kunnen zijn. De Geest werkt door, ook in onze tijd. Dit verhaal laat ons ook dat zien. De Heere werkt in ons eigen land (Goddank – ondanks alle ontkerkelijking), maar ook wereldwijd. Daarom vragen én gemeente én evangelisatiewerk én zending terecht voortdurend onze steun en gebed.

Laten we ondertussen echter niet vergeten dat de opdracht voor iedere christen persoonlijk is en blijft een ‘leesbare brief van Christus’ te zijn. Aan ons leven moet af te lezen zijn dat wij Christus kennen en ernaar verlangen in Gods wegen te wandelen. De Heilige Geest gebruikt mensen, jong en oud, om Zijn werk te doen naar Zijn welbehagen. Soms zelfs door een eenvoudige kindervraag.

ds. J. Noltes
ds. J. Noltes