Waar bent u naar op zoek?

Boekbesprekingen

P. Nobel
Door: P. Nobel
18-02-2021

Samuel Lee Verlangen naar een nieuw christendom. KokBoekencentrum Uitgevers, Utrecht; 132 blz.; € 15,99.

Dr. Samuel Lee is verbonden aan de VU en directeur van Center for Theology of Migration aan de Faculteit Religie en Theologie. Hij werd geboren in het Midden-Oosten, kwam op zijn veertiende naar Nederland, is getrouwd met een Zuid-Koreaanse vrouw en werd in Spanje door God geroepen. In 1994 stichtte hij in Amsterdam Zuid-Oost een eigen Engelstalige pinkstergemeente, waar hij sindsdien voorganger is en waar hoofdzakelijk migranten uit Azië en Afrika komen.

In november 2019 werd hij tot zijn grote verrassing uitgeroepen tot Theoloog des Vaderlands. Zelf noemt hij zich overigens liever ‘theoloog van de straat’. Geen theoloog die op gepaste afstand nadenkt over God, maar een theoloog die dicht bij mensen staat. In zijn boek presenteert de auteur zijn visie en verlangen voor de toekomst van het christendom. Daardoorheen klinkt zijn ervaring met de misstanden in de wereld van het welvaartsevangelie.

Met name in het eerste gedeelte van het boek, ‘het verlangen naar balans’, richt hij zich op zijn eigen pinksterbeweging. Zeer kritisch schrijft hij over daar aanwezige zaken als emotionaliteit, overdrijvingen, tekenen en wonderen, het aanbidden van afgoden in de kerk. Emotionele ervaringen moeten op z’n minst in balans zijn met vorming en kennis, weet hij nu. En het geven van geld, tienden en giften aan de kerk moet gebeuren op basis van genade en niet uit angst. Want uiteindelijk gaat het om persoonlijke en institutionele integriteit, om nederigheid en bovenal om ‘de liefde en compassie die we in Christus zien’.

In deel twee van het boek, ‘herbezinning op onze theologie’, gaat Lee in op een aantal aspecten van het geloof waarvoor reflectie, kritische evaluatie en misschien zelfs herziening nodig is. Dit corrigerende proces zal het christendom nog relevanter voor het moderne leven maken dan het nu is, zo is zijn overtuiging. Zijn uitgangspunt is dat onze gedeelde menselijkheid vooraf gaat aan alle (religieuze) verschillen. Lee voert daarom een pleidooi voor ruimte voor afwijkende opvattingen en respect voor ieders beleving en opvatting – ook die van niet-christelijke gelovigen, bijvoorbeeld rondom huwelijk en (homo)seksualiteit.

Als het gaat om de Heilige Schrift, lijkt voor Lee het Oude Testament bijna geen rol van betekenis meer te spelen sinds de komst van Jezus Christus. Ook Paulus die zich in zijn brieven continu verhoudt tot Wet en profeten, moeten we niet al te letterlijk nemen (p.79 e.v. en 119 e.v.). Het leidend principe is voor Lee Jezus Zelf. We missen hier het zorgvuldige onderscheid dat de gereformeerde Schriftleer maakt tussen belofte en vervulling en haar spreken over de meerwaarde en het blijvende tegoed van het Oude Testament voor de nieuwtestamentische gemeente. Er wordt een oneigenlijke tegenstelling gesuggereerd tussen de verschillende delen van de Bijbel in plaats van dat deze in hun eenheid en kern worden gezien.

In het laatste deel van het boek, ‘pleidooi voor verandering’, gaat het om de impact van de dialoog met andere denominaties, culturen en religies. Expliciet gaat de auteur hier in op het conflict tussen Ismaël en Israël, tussen Palestijnen en Joden. Zonder enige theologische onderbouwing of verantwoording stelt Lee dan: ‘Religieus en etnisch gezien was Jezus een Jood, maar politiek en geografisch gezien was Hij een Palestijn. Biedt dat geen basis voor de bewering dat er raakvlakken bestaan tussen de religies?’ (p.112)

In de twee laatste hoofdstukken bespreekt hij de cruciale rol die de pinksterbeweging speelt in het opkomen voor gerechtigheid. Hier deelt hij met ons zijn verlangen naar een nieuw christendom boven geloofsverdeeldheid. Lee noemt twintig kenmerken waaraan dit christendom zou moeten voldoen. Deze kenmerken zijn het overwegen zeker waard, maar moeten tegelijk met theologisch onderscheidingsvermogen worden gelezen.

P. Nobel, Garderen

P. Nobel
P. Nobel