Waar bent u naar op zoek?

Boekbesprekingen

P. van der Kraan
Door: P. van der Kraan
25-02-2021

Adriaan van Belzen Preken is een liefdedienst. Een kijkje in de ‘keuken’ van de predikant. Uitg. Lucas Boeken, Tholen; 304 blz.; € 19,95.

Opnieuw zag een bundel interviews van de hand van Adriaan van Belzen het licht. Eerdere bundels bevatten interviews met organisten (Laat zang en spel). Of gaven gesprekken met ‘bevindelijkgereformeerde’ predikanten over bevinding (Tussen God en mens). En vijf jaar na 2004 waagde de auteur zich aan een bundel vraaggesprekken over het ontstaan van de Protestantse Kerk in Nederland en de Hersteld Hervormde Kerk (Helen en delen).

Dit incomplete overzicht laat zien dat de auteur zich bij voorkeur met kerkelijke/theologische onderwerpen inlaat. Dat geldt ook van de bundel Preken is een liefdedienst – gesprekken met vijftien predikanten uit de gereformeerde gezindte over zaken als het ambt en de roeping daartoe, over het ontstaan van een preek, over de vereisten van een goede preek. En zoveel meer.

Uit hervormd-gereformeerde kring komen de collega’s J. Belder, M. Goudriaan, L. Hak en J.N. Zuijderduijn aan het woord.

Hoe moet deze interviewbundel worden gewaardeerd? Het is duidelijk dat dit boek geen homiletische opstellen bevat. Al kan elke voorganger met sommige homiletische opmerkingen zijn voordeel doen. Het best is de bundel getypeerd met de ondertitel Een kijkje in de ‘keuken’ van de predikant.

Voorwaarde om in de keuken van een predikant te kunnen kijken, is dat er voorgangers zijn die hun ‘keuken’ (lees: hun hart) openstellen. Tweede voorwaarde is dat er lezers zijn die op een kiese manier in deze keuken rondkijken. Om hun kennisname van de predikantskeuken niet te gebruiken ter bevrediging van hun nieuwsgierigheid, maar vooral om daarin aanleiding te vinden om predikanten in hun worsteling voor de zondagse verkondiging een plaats te geven in hun gebeden.

Ooit hoorde ik een collega heel idealistisch zeggen: ‘De tekst moet naar de preekstoel drijven en niet de preekstoel naar de tekst.’ De werkelijkheid zal vaak omgekeerd zijn. Want het is zo waar wat ds. J.T. Doornenbal ooit verzuchtte: niet één gemeentelid weet hoe snel het weer zondag is.

Ik heb het lezen van deze bundel als boeiend en vermoeiend ervaren. Boeiend vanwege de kennisname van de worsteling van collega’s met de wekelijkse preekvoorbereiding, soms zelfs van meerdere preken. En met de verantwoordelijkheid die dat meebrengt.

Verschillende collega’s laten zich daarbij diep in het hart kijken.

Vermoeiend was het ook, omdat aan elke geïnterviewde veelal dezelfde vragen worden gesteld. Zouden de vraaggesprekken niet aan kwaliteit gewonnen hebben als de interviewer niet zijn lijstje had afgewerkt, maar zich meer door de gang van het gesprek had laten leiden?

P. van der Kraan, Arnemuiden

P. van der Kraan
P. van der Kraan