Aan Zijn tafel
En zij volhardden (...) in het breken van het brood. Handelingen 2:42
Soms zeggen mensen dat je ook wel kunt geloven zonder het brood en de wijn van het heilig avondmaal. Maar na de uitstorting van de Pinkstergeest hoort het symbolische eten van Christus’ lichaam en het drinken van Zijn bloed voluit bij de kenmerken van Zijn kerk.
Over de betekenis van het breken van het brood is discussie mogelijk. Het breken van het brood is ook bij Lukas een gebruikelijke aanduiding van een broodmaaltijd (Luk.9:16). Het is bekend dat men in de Vroege Kerk regelmatig gezamenlijk de maaltijd gebruikt. Ook in de jonge gemeente van Jeruzalem zoekt men elkaar op om samen te eten (Hand.2:46). Toch is er veel voor te zeggen dat het breken van het brood in vers 42 een diepere betekenis heeft. In zijn Evangelie verhaalt Lukas hoe Jezus tijdens het Pascha het brood breekt en uitdeelt. Daarbij spreekt Hij uit: ‘Dit is Mijn lichaam, dat voor u gegeven wordt.’ (Luk.22:19) Op soortgelijke wijze maakt Hij de wijn tot teken en zegel van Zijn vergoten bloed.
Verzoenende betekenis
Waarom volharden de gelovigen in Jeruzalem in het breken van het brood? Omdat het een opdracht is van Christus: ‘Doe dat tot Mijn gedachtenis.’ (Luk.22:19) Opvallend is dat de tekenen van het heilig avondmaal alle aandacht concentreren op de verzoenende betekenis van het kruis van Christus. Iedere keer wanneer het brood wordt gebroken, worden we eraan herinnerd dat Hij moest sterven als het offer voor onze zonden. Het lijkt alsof Jezus heeft voorzien hoe gemakkelijk de concentratie op het Evangelie van de plaatsvervanging in de kerk verdwijnt. Des te meer is het zaak om te volharden in het sacrament van brood en wijn. Je zou het heilig avondmaal een zichtbare vorm van het Evangelie kunnen noemen. Zo wordt het breken van het brood een bevestiging van de leer van de apostelen. Nog meer betekent het breken van het brood een bevestiging van de gemeenschap. Je mag immers met je Zaligmaker aan tafel zitten. Aan Zijn tafel vernieuwt Hijzelf de liefde tot Hem en tot elkaar.
Thuis avondmaal vieren?
Soms worden de woorden over het breken van het brood in Handelingen 2 gebruikt om te pleiten voor het vieren van het heilig avondmaal ‘gewoon’ in huis. Op het eerste gezicht lijkt zo’n visie te rechtvaardigen vanuit vers 46. Daar staat immers dat men van huis tot huis brood breekt en gezamenlijk voedsel tot zich neemt. Hier wordt wel bedoeld dat de gelovigen samenkomen in hun eigen huizen, want kerkgebouwen hadden zij nog niet.
Uit het vervolg van het Nieuwe Testament wordt duidelijk dat de avondmaalsvieringen niet in een huiselijke privésfeer, maar alleen in de samenkomsten van de gemeente plaatsvinden. In Handelingen 20:7 lezen we bijvoorbeeld over de christenen die op de eerste dag van de week samenkomen om brood te breken. Nog duidelijker zijn de woorden die Paulus hieraan wijdt in 1 Korinthe 11. Hij beschrijft misstanden in de gemeentelijke samenkomsten. Hij schrijft zelfs dat de manier waarop men in Korinthe bijeenkomt om te eten, niet mag doorgaan voor het eten van het avondmaal van Christus. In dit verband is evident dat de avondmaalsviering volgens het Nieuwe Testament als vanzelfsprekend plaatsheeft binnen de samenkomsten van de gemeente, en niet daarbuiten.
Dit bijbelse principe blijft functioneren in de christelijke kerk. In de geschriften uit de Vroege Kerk, zoals de Apostolische Vaders, wordt expliciet gewaarschuwd tegen het eigenmachtig breken van het brood buiten de samenkomsten van de gemeente en zonder de aanwezigheid van wettige ambtsdragers.
Onderscheid
De jonge christelijke gemeente volhardt in het breken van het brood. Zij volharden niet uit gewoonte, maar om Jezus’ wil. Alhoewel, ook in Jeruzalem is er kaf onder het koren. Zelfs in deze Geest-vervulde gemeente vinden we een Ananias en Saffira. Het sacrament is geen garantie voor geestelijk leven. Daarom functioneert het zelfonderzoek ook bij het breken van het brood. Hiermee worden we niet op onszelf teruggeworpen. Wie immers met Christus brood eet, zoekt het leven niet meer in zichzelf, maar buiten zichzelf in Hem alleen.