Aanvechting
U maakt ons tot smaad voor onze buren, tot spot en schimp voor wie ons omringen. Psalm 44:10-17
Het volk Israël was trouw aan de Heere en toch werd hun leger verslagen. De Heere was niet met het leger mee opgetrokken in de strijd. Soldaten werden gedood als schapen voor de slacht. De opsomming van wat Israël overkwam, is niet mals.
Allereerst waren er de vele slachtoffers. Het was een open wond voor de natie. In die wond werd het gif van hoon en spot gestrooid. Israël werd te schande gemaakt, uitgelachen, gehaat en belasterd. Wanneer de tempelzangers hun lied aanheffen, horen we uit hun mond dat de situatie voor hen voelt alsof ze door God verstoten zijn (Ps.44:10).
Waarom?
Waarom is dit Israël overkomen? Is het vanwege ontrouw aan het verbond? Is het vanwege ongeloof of afgoderij? Nee, Israël overkomt al dit kwaad niet vanwege enige zonde of omdat zij de Naam van de Heere zijn vergeten. Psalm 44:18,19 zegt: ‘Dit alles is ons overkomen, toch hebben wij U niet vergeten of Uw verbond verloochend. Ons hart is niet teruggeweken en onze schreden zijn niet van Uw pad geweken.’
Waarom is het hun dan wel overkomen? Op die vraag komt geen duidelijk antwoord vanuit de psalm. Wij lezen aan het einde van het kerkelijk jaar deze woorden uit Psalm 44. Hoe zit het met onze trouw aan het verbond met de Heere? Kijk eens terug. Zijn onze schreden van het pad van de Heere geweken? Waarom overkomt ons, als christelijke gemeente, van alles en nog wat? Overkomt ons spot en hoon, vanwege onze trouw aan de Heere of vanwege onze eigen fouten en dommigheden?
Ten goede
Binnen de Rooms-Katholieke Kerk in Frankrijk zijn tussen 1950 en 2020 naar schatting 330.000 kinderen seksueel misbruikt. Zo’n 216.000 van hen waren het slachtoffer van priesters en andere geestelijken. Dat bericht staat prominent op NOS.nl, terwijl ik deze meditatie schrijf. Wie zou niet wenen?
Telkens weer is het nodig dat we oprecht God zoeken en dienen. Bekeer je tot Christus. De Heere zal genade geven aan hen die in oprechtheid voor Hem leven. En als ons dán pijn en ellende overkomt, dan weten we dat we in de misère niet door God verstoten zullen worden.
Je bent met recht gelukkig te prijzen als je in aanvechting en beproeving met Maarten Luther kan zeggen: ‘Ook al werd de aarde omgedraaid en zou mijn wereld met geraas instorten, ja, ook al woeden de wereld met haar vorst en de poorten van de hel hevig, wat gaat het mij aan! Ik weet dat ik onschuldig ben. Laat alles maar gaan, zoals het moet. Ik wil mij niet laten bewegen en verschrikken.’ Wie in Christus is ingelijfd, weet dat alle dingen voor hem moeten meewerken ten goede. Wie Christus heeft, die heeft genoeg, ook al wordt al het andere hem afgenomen. In de grootste smarten blijven onze harten op de Heer’ gericht.
Door een donker dal
Het komt tot op de dag van vandaag voor dat getrouwe gelovigen veel leed ondervinden. We denken aan christenen die een zwaar kruis moeten dragen, vanwege hun geloof in Jezus, de Heere. Onze gedachten gaan naar de vervolgde en lijdende kerk. Broeders en zusters worden bespot en beschimpt, gehoond en gelasterd vanwege hun geloof in Jezus, de Heere. Waarom overkomt hun dit? We krijgen er vaak geen antwoord op.
Wat kan er een diepe aanvechting naar boven komen als je weg door een donker dal gaat. De pijnlijke gedachte ‘Ik ben door God verstoten’ kan zelfs wortel schieten in je binnenste. Hij Die je overgeeft als een schaap om op te eten, gaf eerder Zijn Zoon over als slachtschaap. Hij, Jezus, werd door God verstoten en verlaten, bespot en beschimpt door mensen. Hij ging die moeilijke weg naar het kruis, zodat wij nooit en te nimmer door God verlaten zouden worden.
Wanneer God je weg leidt door diepe dalen, is het wel Zijn hand die jou vasthoudt. Omwille van Jezus zal de duisternis in je leven niet zegevieren. De schaduw van de dood kan nu over je leven vallen, maar Jezus is het Licht der wereld. Hij is onze hoop in bange tijden.