column
Academische discussie
Als iemand het heeft over een academische discussie, is dat meestal niet echt positief bedoeld. Die uitdrukking verwijst naar theoretische, langdradige en vooral vrijblijvende discussies die typerend zouden zijn voor de universiteit.
Gelukkig voldoen discussies aan de academie lang niet altijd aan dat stereotiepe beeld. Zo waren de jaarlijkse ‘integratiecolleges’ aan de TUA, waarin een thema vanuit verschillende vakgebieden wordt belicht, deze maand bijzonder levendig. Ze waren gewijd aan het thema ‘Mannelijk en vrouwelijk schiep Hij hen’. De studenten hadden dit actuele thema zelf aangedragen en hun betrokkenheid was groot. We exegetiseerden de hoofdstukken uit Genesis over Adam en Eva, en gingen in op de sociale achtergronden van Paulus’ spreken over ‘onderwerping’. Een gastspreker vertelde over de behandelingen die hij transgenders biedt en hoe zijn visie als christen was veranderd. Een andere docent stelde daar tegenover dat aan een ‘gezond’ lichaam in principe niet geopereerd dient te worden – waarop studenten vroegen of die definitie van ‘gezond’ wel geldig was. En we bespraken de vraag wat man-zijn en vrouw-zijn vandaag de dag in christelijk licht zou kunnen en moeten zijn.
Telkens kwamen we tijd tekort en gingen de discussies in pauzes en na afloop nog door. Het was fascinerend: zo is academische discussie bedoeld. Intellectueel op het scherp van de snede, met een groot gevoel van urgentie: studenten voelen immers de vragen rond man-zijn en vrouw-zijn letterlijk aan den lijve. Bovendien durfden we het openlijk (en soms grondig) met elkaar oneens te zijn, zonder elkaar te veroordelen. Een ander gezichtspunt is immers geen gevaar, maar een kans om te leren.
Onwillekeurig moest ik denken aan discussies op kerkelijke vergaderingen, waar het soms zo moeilijk is om werkelijk met elkaar in gesprek te raken, juist rond dergelijke actuele thema’s. Natuurlijk is het niet helemaal eerlijk om een kerkelijke vergadering te vergelijken met een serie colleges, omdat zulke in vergaderingen concrete besluiten genomen moeten worden. Maar toch. Eerlijk gezegd hoop ik dat mijn studenten hun openheid en bereidheid tot luisteren niet vergeten als ze eenmaal verantwoordelijkheid dragen in de kerk. Om te voorkomen dat ‘kerkelijke discussie’ een staande uitdrukking wordt die ‘academische discussie’ vervangt.
A. Huijgen