Acht miljard
Een mijlpaal voor de mensheid, zo wordt de dag in november aanstaande genoemd waarop de grens van acht miljard wereldbewoners gepasseerd wordt. Ook het inwonertal in ons eigen land is dit jaar fors gestegen.
Waar velen bijeen zijn, ontstaat een vrolijke stemming, zo zegt het spreekwoord over de vele zielen die voor veel vreugde zorgen. In het geval van de groeiende wereldbevolking lijkt dit echter niet per definitie op te gaan. Toen het bevolkingsfonds van de Verenigde Naties deze zomer bekendmaakte dat de aarde acht miljard mensen herbergen gaat, sprak het vooral over blijvende problemen en diepgaande zorgen: achthonderd miljoen mensen hebben met honger te maken, terwijl (ook dat is een mijlpaal) we sinds de maand mei wereldwijd meer dan honderd miljoen vluchtelingen kennen. Abstracte cijfers voor wie hierover nadenkt, en toch: om medemensen gaat het, naasten in nood, wanhopige ouders die hun kinderen niet voeden kunnen, ouderen die gezondheid en kracht missen om aan te sluiten bij de stroom vluchtelingen. Het zijn beelden die je zo kunnen raken dat je geen weg vooruit ziet. Niks doen is echter geen optie.
Koningschap
Het eerste wat in de voortgaande ontwikkelingen in de wereld gezegd mag worden, is dat de aarde van de Heere is. In Psalm 24 belijdt David het allesomvattende hiervan; Hij gaat niet alleen over de aarde, maar ook over ‘al wat zij bevat, de wereld en wie er wonen’. Hij heeft haar immers ‘gegrondvest op de zeeën en haar vastgezet op de rivieren’. Het is een belijdenis die Paulus in zijn brief aan de gemeente van Korinthe (1 Kor.10:26) overneemt: ‘Van de Heere is immers de aarde en haar volheid.’
Het is (of was?) een bekend lied dat de troost van het koningschap van God verwoordt:
Rust mijn ziel, uw God is Koning,
heel de wereld Zijn gebied.
Alles wisselt op Zijn wenken,
maar Hijzelf verandert niet.
Gods ogen
Ondertussen blijft Gods almacht en alomvattende bereik een duizelingwekkende gedachte. Het woord uit 2 Kronieken 16 geldt niettemin ook terwijl er bijna acht miljard mensen op de aarde zijn: ‘Want de ogen van de Heere trekken over de hele aarde, om Zich sterk te bewijzen aan hen van wie het hart volkomen is met Hem.’ Beslissend is dat, voor al deze miljarden, dat Zijn hart ieder kent en Zijn oog hen zoekt, dat de Geest van God over de hele aarde naar een bepaald soort mens speurt – naar iemand wiens hart volkomen uitgaat naar Hem. Zodra de Heilige Geest zo iemand vindt, laat God Zich in Zijn sterkte zien ten behoeve van die mens.
De Bijbel leert ons bij de groei van de wereldbevolking dat onze Schepper betrokken is op het leven van elk mens. ‘De ogen van de Heere zijn op elke plaats; ze slaan slechte en goede mensen gade.’ (Spr.15:3)
Eén miljard rond 1800
Het is ruim twee eeuwen geleden dat onze planeet één miljard mensen herbergde. In 1927 waren dat er twee miljard. Rond 1950 groeide de wereldbevolking tot drie miljard personen, terwijl begin jaren zeventig er vier miljard mensen waren. In 1987 werd een Kroatisch jongetje symbolisch uitgeroepen tot vijf miljardste wereldburger, terwijl er twaalf jaar later opnieuw de grens van een miljard overschreden werd. In 2011 waren er zeven miljard mensen en nu naderen we de grens van acht miljard.
Mij valt op dat ‘overbevolking’ geen thema is waarover veel discussie is. Het klinkt ook raar, in plaats van over mestoverschot of melkoverschot te spreken over ‘mensenoverschot’, mensen die door God geschapen en gewild zijn. Over de gevólgen van de overbevolking gaat het gesprek wel. De groei van de mensheid heeft immers veel problemen met zich meegebracht. Zonder miljarden mensen op deze wereld spreken we minder snel over een tekort aan voedsel, aan drinkwater, aan energie.
China
Het verlangen naar en je open stellen voor het krijgen (seculiere landgenoten spreken over het nemen) van kinderen is een persoonlijke afweging, in formele zin een mensenrecht. Maatregelen van de overheid pas-sen hierbij niet, al dacht de Chinese overheid daar in 1979 bij de invoering van de ‘eenkindpolitiek’ anders over. Sinds 2015 is in dit immense land een tweede kindje geoorloofd, om verdere vergrijzing en een tekort aan arbeidskrachten te voorkomen. Sinds 2021 is zelfs een derde kind toegestaan.
Dit alles maakte dat in veertig jaar tijd in China rond de 336 miljoen abortussen uitgevoerd werden, met name op vrouwelijke foetussen, een huiveringwekkend aantal doden. Een ander verschrikkelijk gevolg was het te vondeling leggen van Chinese meisjes, terwijl het eenkindbeleid ook leidde tot mensenhandel. Naar verwachting zal India komend jaar China passeren als land met de meeste inwoners, 1,4 miljard. Terzijde: in het rapport ‘Euthanasie. Zin en begrenzing van medisch handelen’ uit 1972 van de Hervormde Kerk kwam euthanasie (actief of passief) als mogelijkheid in beeld ‘als er niet genoeg ziekenhuisbedden zijn en met het oog op overbevolking’.
Bijbel en mensheid
Zegt de Bijbel op enige plaats iets over overbevolking? Nee, en ik vermoed dat de gereformeerdvrijgemaakte ethicus dr. J. Douma daarom ooit (in de tijd van het rapport van de Club van Rome, met name wetenschappers die vijftig jaar geleden zorg uitten over de toekomst van de aarde) in een boekje over klimaat en milieu schreef dat de gezinsvorming dan ook ‘geen zaak is die ondergeschikt moet worden gemaakt aan een wereldbevolkingsplanning’. Het stichten van een groot gezin brengt hij in verband met het Koninkrijk van God. Die laatste lijn houden we vandaag vast: kinderen ontvangen we met het oog op Gods Koninkrijk.
Tot de geschiedenis van de schepping (Gen.1) behoort de opdracht van God, Die de mens mannelijk en vrouwelijk schiep, hen zegende en zei: ‘Wees vruchtbaar, wees talrijk, vervul de aarde…’ Met het oog op de leefbaarheid voor die mens gaf de Heere eerder een vrijwel gelijke opdracht (Gen.1:22) aan de vogels en de vissen: ‘Wees vruchtbaar, word talrijk, en vervul het water van de zeeën; en laten de vogels talrijk worden op de aarde.’
Zegen en vloek
Dat de aarde overvol kan worden, valt buiten het perspectief van de Bijbel. Wel leren we de Heere kennen als een God van overvloed, van vruchtbaarheid en zegen. In Deuteronomium 28 lezen we over de zegen die volgt op het horen naar de stem van de Heere, op het nauwlettend in acht nemen van Zijn geboden: ‘Gezegend zult u zijn in de stad, en gezegend zult u zijn op het veld. Gezegend zal zijn de vrucht van uw schoot, de vrucht van uw land en de vrucht van uw vee…’ Ja, bij dat leven voor Hem hoort dat de Heere ‘Zijn rijke schatkamer, de hemel, openen zal, door uw land regen te geven op zijn tijd en door al het werk van uw handen te zegenen.’ Dit hoofdstuk zegt zelfs iets over de balans in de export: ‘U zult aan vele volken uitlenen, maar u zult zelf niet hoeven te lenen.’
Hetzelfde hoofdstuk verhaalt echter over de vloek die komen zal als de stem van de Heere niet gehoord wordt. Hitte en droogte, oorlog en vluchtelingen – dat zijn de woorden die dan klinken. Je kunt het niet lezen zonder te denken aan de immense problemen die vandaag op aarde actueel zijn.
Om regen vragen
Christenpolitici zijn vandaag geroepen de weg te wijzen. Het zijn immers de bijbelse noties die een weg wijzen in de grote vragen. Oordelen die over de aarde gaan, zien we niet los van het negeren van de stem van onze Schepper. Noodzakelijke regen om het gewas te doen groeien, om miljarden monden te voeden – de profeet Zacharia laat zien dat de keuze tussen God en de afgoden in het geding is: ‘Vraag de Heere om regen ten tijde van de late regen. De Heere maakt de onweerswolken, en Hij zal hun regen geven voor ieder gewas op het veld, want de afgodsbeelden spreken bedrog…’ (10:1) Tot die bijbelse noties behoort rentmeesterschap. De zorg voor de aarde is aan de mens toevertrouwd, waarbij elke gelovige leren mag om te delen van wat wij in bruikleen hebben. In de Christelijke dogmatiek schrijven C. van der Kooi en G. van den Brink: ‘Het beheer van de aarde is de mens toevertrouwd. Maar juist omdat deze mens zich zeer bewust is van de luister en majesteit van de Schepper, zal hij zich met uiterste zorgzaamheid van die taak kwijten.’ Ik begrijp dat ik als christen hiermee geen wereldproblemen oplos, maar ik besef wel dat in een bijbelse solidariteit geen mens kan zeggen dat die problemen hem niet aangaan.
Dagelijks brood
In een catechismuspreek die ik recent hoorde, werd de meervoudsvorm van het Onze Vader beklemtoond: ‘Geef ons heden ons dagelijks brood.’ Daarmee heeft het volmaakte gebed een (wereld)diaconale spits, een gebed dat de gemeente als haar dienst aan de wereld voor acht miljard mensen overneemt. In het besef dat dit dagelijkse brood er voor honderden miljoenen niet is, denken we aan elke Lazarus aan de poort van ons huis, aan de poort van ons land. Sociale en economische gerechtigheid mogen een christen niet vreemd zijn, omdat Jezus liefdeloosheid en hebzucht veroordeelt.
Tegen Gods bedoeling is het dat op deze wereld hier de verleiding van de rijkdom de één bedreigt, daar de ander – als eens de verloren zoon – verlangt naar de schillen die de varkens eten.