Achteruit lezen
In de eerdere artikelen uit deze serie benadrukten we het belang om vooruit te lezen. Vanuit het Oude Testament leren we wie Christus is en herkennen we in Hem de Messias. Tegelijk stelden we dat we ook de omgekeerde weg kunnen bewandelen.
Vanuit de kennis van het Nieuwe Testament lezen we nu het Oude. Wie vanuit Christus terugleest in het Oude Testament, krijgt nog weer een dieper inzicht in de Bijbel.
Kunstzinnig weefsel
In 2014 verscheen bij Boekencentrum Zoetermeer het boek Achteruit lezen. Jezus ontdekken in het Oude Testament. Het is geschreven door de gerenommeerde Amerikaanse professor Richard B. Hays en in het Nederlands vertaald door Kees de Wildt. Hays doet al jaren wetenschappelijk onderzoek naar de vraag hoe het Oude Testament een beslissende rol speelt in het Nieuwe. Hierbij noemt hij niet alleen de directe aanhalingen uit het Oude Testament, maar vooral ook de toespelingen op oudtestamentische teksten en de (nog weer minder duidelijke) ‘echo’s’ van zulke teksten. Er is, zo stelt Hays, een web van verbindingen via symbolen en woorden. Dit weefsel is heel kunstzinnig aangebracht. Teksten hangen op een bijzondere manier met elkaar samen. Dit zie je meestal niet op het eerste gezicht, maar wel als je let op het voorkomen van woorden en thema’s. Oudtestamentische teksten worden gelezen als vooruitwijzingen naar wat Christus doet.
Voorbijgaan
Een sprekend voorbeeld is in dit verband Markus 6: 45-52: Jezus wandelt over de woeste zee naar de discipelen. Nergens in deze geschiedenis wordt het Oude Testament geciteerd, maar toch zijn er veel verbindingen. ‘Wandelen op de zee’ komt in gelijke bewoordingen terug in de Griekse vertaling van het Oude Testament van Job 9:8. Als van Jezus gezegd wordt dat Hij de discipelen ‘wilde voorbijgaan’, is dat eveneens een aanhaling uit Job 9, namelijk vers 4-11: ‘Gaat Hij voorbij, Ik merk Hem niet op.’ Gods voorbijgaan is in Job, aldus Hays, een beeld van dat we Hem niet kunnen vatten of begrijpen. Ditzelfde werkwoord ‘voorbijgaan’ komt ook voor als Gods heerlijkheid Mozes ‘voorbijgaat’ (Ex.33:17). Ten slotte zegt Jezus in vers 50: ‘Ik ben het. Vrees niet.’ In de woorden ‘Ik ben (het)’ herkennen we de naam van God die Hij openbaarde aan Mozes: Ik ben die Ik ben (Ex.3:14). Al deze verwijzingen laten op een indringende manier zien wie Jezus is. Net als God loopt Hij over het water (Job 9). Hij lijkt op een wonderlijke manier voorbij te gaan, maar juist zo openbaart Jezus wie Hij is: de Zoon van God, de uitdrukking van Zijn heerlijkheid.
Subtiele verbindingen
Het is Hays’ stelling dat de evangelisten (tot hen beperkt hij zich in dit boek) vanuit tekstuele verbindingen met het Oude Testament op een heel subtiele, maar tegelijk indringende wijze Jezus’ identiteit duidelijk maken: Hij is de Zoon van God. In Jezus’ optreden zien we God aan het werk.
Een ander voorbeeld is Mattheüs 2:15, waar Hosea 11:1 wordt aangehaald: ‘Uit Egypte heb Ik Mijn zoon/ Zoon geroepen.’ Het verband tussen Israëls en Jezus’ terugkomst uit Egypte lijkt vergezocht, totdat je beseft dat Jezus in Mattheüs symbool staat voor Israël. Israël is Gods eerstgeborene (Ex.4:22-23). Jezus is de ware Israëliet die aan Gods bedoeling beantwoordt. Tegelijk krijgt Hosea 11:9 nu betekenis: ‘Want Ik ben God, en geen mens, de Heilige in uw midden.’ In Jezus wordt Gods redding uit gebondenheid en ballingschap realiteit.
In dit voorbeeld valt op dat via één verwijzing naar een oudtestamentische tekst een verband gelegd wordt met het hele hoofdstuk waarin deze tekst staat. Niet alleen de ene tekst is belangrijk, maar het hele bijbelgedeelte. Dit is heel vaak het geval.
Met instemming haalt Hays het woord van Luther aan: ‘Het Oude Testament is de kribbe waarin Christus ligt.’ ‘De windsels zijn de teksten waarmee Hij omhuld is.’ Hays verzet zich tegen het losmaken van het Oude en het Nieuwe Testament. De verbindingen tussen Oud en Nieuw liggen in de teksten zelf. Zo komt Gods openbaring tot ons. Juist de onverbrekelijke band tussen het Oude en het Nieuwe Testament laat zien wie Christus is. De draden van het Oude Testament vormen de schering en de inslag van het tekstuele kleed waarin Christus in het Nieuwe Testament tot ons komt.
Gods geschenk
Wat betekent dit alles voor ons eigen verstaan en waarderen van het Oude Testament? Het Oude Testament hoort helemaal bij de christelijke Bijbel. Jezus Zelf heeft die verbinding benadrukt. De evangelisten (en de andere nieuwtestamentische auteurs) onderstrepen dat eveneens. Het is daarnaast nogal ondankbaar en zelfs onfatsoenlijk om 75 procent van de Bijbel als niet belangrijk te bestempelen. De hele Bijbel is immers Gods geschenk aan ons.
Het lezen van diverse delen van het Oude Testament stelt ons voor reële vragen. Dit betreft bijvoorbeeld de kwestie van de gewelddadige intocht in Kanaän. Deze beschrijvingen vragen om een nauwkeurige lezing en overweging. Wie dit echter simpelweg afdoet als ‘genocide in Gods Naam’, slaat cultureel en theologisch de plank mis. We dienen teksten te plaatsen in het raam van hun tijd en binnen het theologische kader dat de Schrift zelf aanreikt. De Bijbel zelf spreekt onder andere over een oordeel van God over de ongerechtigheid van de volken (Gen.15:16). Dit oordeel is een voorbeeld en voorafschaduwing van Gods definitieve oordeel, net zoals het oordeel over Sodom en Gomorra dat is.
Wie het Oude Testament loslaat, mist uiteindelijk de betekenis van Christus. Christus’ offerdood kan niet begrepen worden zonder de oudtestamentische cultus.
Vertekend beeld
Wie het Oude Testament loslaat, krijgt gemakkelijk een vertekend beeld van God. Heiligheid, toorn, na-ijver en berouw van God vormen belangrijke thema’s in het Oude Testament en zijn voor de huidige christenheid onmisbaar. God is de eeuwen door Dezelfde gebleven, maar onze godsbeelden niet. Ze moeten steeds herijkt worden.
Wie de historische verbanden van het geloof loslaat, krijgt een verkeerd beeld van Israël – het heil is uit de Joden! – en kan vervallen in een bloedloze godsdienst of zelfs heidendom (K.H. Miskotte). Het gewone leven is schepping van God en geen vrij speelveld. Afgoden liggen altijd op de loer. Zonder het Oude Testament missen we het juiste zicht op het Koninkrijk/koningschap van God, en hoe dat het hele leven omvat.
De betekenis van doop en avondmaal is zonder het Oude Testament niet te begrijpen. Doop en avondmaal hebben hun oudtestamentische voorlopers in besnijdenis en Pascha (o.a. Kol.2:11,1 Kor.5:7 etc.). Wie deze samenhang mist, zal bijvoorbeeld gemakkelijk de kinderdoop inwisselen voor de volwassendoop. Een van de belangrijkste argumenten voor de kinderdoop is het verbond en daarmee de eenheid van Oude en Nieuwe Testament. Er ligt een relatie tussen de onderwaardering van het Oude Testament in evangelische kringen en de verwerping van de kinderdoop.
We moeten beide Testamenten dicht bij elkaar houden. Het Oude Testament kan niet zonder het Nieuwe en het Nieuwe niet zonder het Oude. We lezen vanuit het Oude Testament vooruit en vanuit het Nieuwe Testament terug in een steeds heen en weer gaande beweging. Zo wordt onze kennis van en liefde tot God en Christus steeds verdiept en vermeerderd. Een goed zicht op de eenheid van de Bijbel zal geestelijke volwassenheid geven.