Waar bent u naar op zoek?

Agrariërs als koorleiders

Ds. M.W. Westerink
Door: Ds. M.W. Westerink
04-11-2021

De heuvels omgorden zich met vreugde. De velden zijn bekleed met kudden, de dalen zijn bedekt met koren; zij juichen, ook zingen zij. Psalm 65:13b,14

Veel boeren in onze tijd voelen zich niet gewaardeerd. Ze ervaren dat ze worden gezien als een probleem. Psalm 65 werpt een verrassend licht op het werk van de boeren. Ze houden de stille lofzang gaande.

Psalm 65 lijkt op het eerste gezicht misschien een wat onsamenhangende psalm. In de eerste verzen gaat het over de tempel. In de laatste verzen gaat het over het gewas dat de Heere laat groeien en de voorspoed die Hij geeft. De eerste en tweede helft van deze psalm lijken niet zoveel met elkaar te maken te hebben. Maar als we de Joodse achtergrond van dit lied in het achterhoofd houden, is het helemaal geen onsamenhangende psalm. Het komen naar de tempel deden de Joden in het bijzonder bij de grote feesten. Sommige van deze feesten waren oogstfeesten, waarop de Heere gedankt werd voor de opbrengst van het land. Dus vanuit dat perspectief gezien, is de combinatie tussen de opgang naar de tempel en het danken voor voorspoed helemaal niet vreemd.

In de herfst

Volgens sommige uitleggers past Psalm 65 heel goed in de herfst. In vers 4 wordt gesproken over ongerechtigheden die de Heere verzoent. Dit doet denken aan de Grote Verzoendag, die in de herfst valt. Dit is de dag waarop de Joden in het bijzonder stilstaan bij hun zonden en de Heere om vergeving vragen voor het verkeerde. Er werden op die dag in de tempel offers gebracht om de schuld van het volk te verzoenen.

Ongeveer een week na de Grote Verzoendag begint het Loofhuttenfeest. Dit feest is een herinnering aan de tijd dat het volk Israël na de uittocht uit Egypte in de woestijn was. Het Loofhuttenfeest is tegelijk een oogstfeest, waarbij gevierd wordt dat de laatste oogst voor de winter is binnengehaald. Het Loofhuttenfeest lijkt wat dat betreft op onze dankdag, waarbij wij ook de Heere danken voor de oogst, die is binnengehaald.

Stille lofzang

De heuvels zijn blij en de velden en dalen juichen en zingen, zegt Psalm 65:13b-14. Een bijzondere manier van verwoorden. Het gebeurt vaker in de Bijbel dat de natuur menselijk wordt voorgesteld. Jesaja 55:12 zegt bijvoorbeeld: ‘De bomen in het veld zullen klappen voor Hem.’ Maar op wat voor manier zingen de heuvels, velden en dalen tot eer van God? Wat wordt hiermee bedoeld? Ze loven de Heere uiteraard niet met woorden. Maar wel door gewoon te bestaan. De heuvels, velden en dalen zijn kunstwerken van de Schepper, die Zijn zegen in zich bergen. Vers 14 zegt: de velden zijn vol met kudden. De kudden getuigen van de scheppingsmacht van de Heere, Die deze dieren gemaakt heeft. Het getuigt ook van de voorspoed die de Heere aan het land geeft. Dit geldt ook voor de dalen die bedekt zijn met koren (vs.14). In een stille lofzang zingt het koren tot eer van Gods Naam. Vers 14 benoemt dus zowel de veeteelt als de landbouw.

David heeft een heel diepe manier van kijken en luisteren naar de alledaagse dingen geleerd. Op deze manier kunnen wij ook kijken naar de weilanden en akkers van ons land. Als je op de fiets of met de auto door de weilanden rijdt, het gewas ziet groeien en de koeien in de wei ziet grazen, kun je daarin de lofzang tot de Heere horen. Zonder woorden zingen de weilanden en akkers tot eer van de Schepper en Onderhouder. Laten wij ook deze manier van kijken en luisteren aanleren. De lofzang van de weilanden en akkers is in stilte tot U, o God.

Koorleiders

Boeren, zowel landbouwers als veehouders, mogen meewerken om deze stille lofzang tot eer van de Heere gaande te houden. Agrariërs zijn koorleiders van de stille lofzang tot God. Boer-zijn is een prachtig beroep. Het is een voorrecht om zo dicht bij Gods schepping te mogen leven en werken. Het is een beroep om dankbaar voor te zijn. Laten wij allemaal, of we boer zijn of niet, het voorbeeld van de weilanden en akkers volgen. Laten we op dankdag en alle dagen van ons leven onze Schepper loven. Laten we Hem loven met woorden en in de stilte, voor Zijn schepping, voor Zijn zegeningen in Christus. Dank Hem voor de koeien in de wei en het koren op de akker. Hij is het waard om gedankt te worden. ‘Laat alles wat adem heeft de Heere loven. Halleluja!’ (Ps.150:6)

Ds. M.W. Westerink
Ds. M.W. Westerink