Waar bent u naar op zoek?

blog

Synode aanvaardt nota ‘Kerk 2025’ als uitgangspunt voor beleid

Alleen sandalen

16-11-2015

Geen overtollige ballast voor onderweg meenemen. Met dit gebod van de Heere Jezus voor de discipelen uit Markus 6 zet de nota ‘Kerk 2025’ in. De synode had vorige week de taak te besluiten wat dit voor de toekomst van de kerk betekent.

Zou de situatie van de kerk nieuw licht op een bijbeltekst kunnen werpen? Het is vaker gebeurd in haar geschiedenis, bij voorbeeld na de terugkeer van de Joden naar Palestina in 1948, toen we sommige profetieën uit het Oude Testament beter leerden begrijpen. Zou de ervaring van de veel te grote vergaderdruk of van een stroperige kerkcultuur ons leren dat we afgeweken zijn van het vermaan van de Heere Jezus? ‘En Hij gebood hun dat zij niets mee zouden nemen voor onderweg dan alleen een staf: geen reiszak, geen brood, geen geld in de gordel; maar dat zij wel sandalen zouden aanbinden…’

Raden en commissies

Wat moeten we loslaten? Wat is nú nodig? Het zijn eerlijke vragen, die niet alleen om een antwoord vragen omdat we van de kerkelijke nood – geen mensen en financiën meer voor alle taken – een deugd maken. Het zijn vragen die actueel zijn in het Noordhollandse Edam en het Veluwse Barneveld.
Wijst Markus 6 ons de weg naar de situatie zoals die in de Hervormde Kerk voor 1950 praktijk was of brengt de overkill aan vergaderingen ons naar die tijd, waarin gemeenten en synode functioneerden zonder allerlei commissies en raden? Het waren raden die buiten de ambtelijke vergaderingen zoveel ‘macht’ hadden dat er in dit blad jarenlang scherp tegen geageerd is.

Flexibiliteit en ruimte

Na twee uitvoerige artikelen van ds. A.J. Mensink en ds. Verhoeven in De Waarheidsvriend van 6 november, zou heel ons blad te vullen zijn met het benoemen en becommentariëren van het rapport ‘Kerk 2025’. Immers, er is gezien de urgentie van de situatie in de kerk niet gekozen voor een kleine aanpassing van de organisatie, maar er zal veel anders (moeten) gaan. Het werk van de visitatie, het functioneren van de classis, de bevoegdheden van algemene kerkenraad en wijkkerkenraad, de mobiliteit van de dominee – over zoveel thema’s zijn voorstellen gedaan, waarbij flexibiliteit en ruimte sleutelwoorden zijn en waarbij het leidend is dat de kerk aan de plaatselijke gemeente zoveel mogelijk ruimte geven wil.

***

Om met het besluit te beginnen: zo’n tien uur nadat het gesprek over ‘Kerk 2025’ begon, nam de synode de nota unaniem aan als uitgangspunt (ook werd gesproken over kaderstelling) voor nadere uitwerking van het beleid van de Protestantse Kerk. Op verschillende terreinen zal nader onderzoek nodig zijn, bij voorbeeld over de vraag hoe de gemeenten optimaal geholpen kunnen worden als de dienstenorganisatie verder teruggaat in formatieplaatsen en als de 54 gemeenteadviseurs wellicht als zzp’ers verder gaan.

De doop downsizen

Een unaniem besluit – alleen dan mag er in de synode een applaus klinken. Dat applaus klonk een tweede keer speciaal voor de schrijver van de notitie, scriba dr. A.J. Plaisier, die in de voorbije maanden breed draagvlak wist te creëren voor alle voorstellen en deze voorstellen wist te verwoorden in een tekst waarin ieder zich meegenomen wist.
Dat ds. Plaisier zich bijna met dit gesprek over de toekomstige vormgeving van de kerk vereenzelvigd had – ooit zei hij de thematiek liever naar zijn opvolger door te schuiven, maar ‘dat is onverantwoord’ – bleek tijdens zijn reactie naar alle synodeleden die het woord voerden. Hij ging zo op in het debat dat hij een taalveld hanteerde waarmee hij zich normaliter niet tot de synode richt, zoals ‘De doop moet je niet gaan downsizen’ of ‘De uitgangspunten van deze nota moeten we heuristisch bekijken.’ Wie erbij was, voelde aan dat er in deze synodevergadering wat gebeurde.

Protestantse bisschop

Uit het gesprek over ‘de protestantse bisschop’ bleek dit ‘gebeuren’ ook. Niet alleen op 31 oktober – als de geschiedenis tussen Rome en Reformatie de aandacht heeft – is het woord ‘bisschop’ een beladen term. ‘We zijn niet rooms…’ En toch, breed werd aangevoeld dat de kerk een aantal ambtsdragers nodig heeft die op herderlijke wijze in een bepaalde regio kunnen dienen, die in die regio het gezicht van de kerk zijn en het gezag van de kerk vertegenwoordigen, die voorkomen dat in vastgelopen situaties veel te lang wordt doorgepolderd, die een regiefunctie hebben.
Zoals de Hongaars Gereformeerde Kerk die heeft, zal de Protestantse Kerk een bisschoppelijke functie krijgen, iemand die een herdersambt bekleedt en als dominee aangesproken wordt. Dat hierdoor de presbyteriaal-synodale structuur van de kerk (waarmee de verhouding tussen gemeenten en synode gekarakteriseerd zijn) geen geweld aangedaan wordt, heeft dr. P. van den Heuvel in De Waarheidsvriend van 16 oktober verwoord.

Financiën

Het is de ouderling-kerkrentmeester (in de synode zijn alle ambten vertegenwoordigd) die op dit moment terecht de vraag stelt: ‘Ongeveer tien bisschoppelijke figuren, wie gaat dat financieren?’ Ouderling-kerkrentmeester C.P. de Bruin (classis Emmen) kreeg van het moderamen de toezegging dat de komst van een ‘pastor pastorum’ – zo wordt de komende regiopastor ook wel genoemd – niet zal leiden tot enige verhoging van de quotumafdrachten, het bedrag dat elke gemeente per lid jaarlijks aan de landelijke kerk mag overmaken.
Ook het nieuwe beleid ten aanzien van de mobiliteit van predikanten zal voor de gemeenten geen extra kosten betekenen. Wat is hierin de denklijn? Wel, omdat veel van de kerkelijke cultuur waarin de dominee een vaste en herkenbare plaats had, weggevallen is en predikanten zich soms op de tocht voelen staan, is zorg voor hen een belangrijk aandachtspunt. De kerk geeft aan predikanten geen andere plaats, maar hun plaats in de samenleving wordt anders, een proces dat zich voltrekt.

Vrijheid van de gemeente

Voor de kerk betekent dit de (‘lastige’) vraag ‘hoe we onze predikanten in een flexibele wereld maximaal kunnen inzetten’? De synode aanvaardde als denkrichting dat de regiopastor na acht en na twaalf jaar het gesprek voert met elke predikant die zo lang aan een gemeente verbonden is, niet meer dan om het thema mobiliteit bespreekbaar te maken. Met nadruk zei ds. Plaisier hierover dat we wegblijven uit de sfeer van ‘Gij zult vertrekken.’
Nieuw is dat niet alleen een predikant de vrijheid heeft om een beroep aan te nemen – uiteraard, als hij dat ontvangt –, maar dat een gemeente na twaalf jaar de vrijheid krijgt om, zonder dat er sprake is van een losmaking, te zeggen: ‘Het is goed dat we aan de verbinding een einde maken.’ Het zal de regiopastor/protestantse bisschop worden die het gesprek start als de vrijheid van het ambt van predikant en de vrijheid van de gemeente haaks op elkaar komen te staan.

Kudde en herder

Ondertussen lijkt het me van groot belang dat we het eigene van het ambt van dienaar van het Woord blijven zien. Op dit punt zou de kerk als geheel het gesprek moeten blijven voeren. Neem dit zinnetje uit de nota ‘Kerk 2025’: ‘Als gemeenten een goede werkplek voor de predikant binnen de gemeente hebben, is het werkbaar als de predikant binnen een straal van maximaal drie kwartier vervoerstijd zijn woonhuis heeft.’ Ja, werkbaar is het misschien, maar moeten we dit willen en zonder meer accepteren? Laat de herder ook fysiek dichtbij de kudde blijven.
Gesprek was er ook over de kerk als volkskerk, over het accepteren van ‘open plekken’, van plaatsen waar de kerk niet meer present is. Verlies lijkt het mij dat de nota ‘Kerk 2025’ spreekt over de Protestantse Kerk als ‘een gestalte van de ene kerk’, terwijl dat lidwoord er in de kerkorde (nota bene artikel 1.1) bewust niet bijstaat. Hier moet dieper over nagedacht worden, ook omdat ds. Plaisier benoemde dat de Protestantse Kerk ‘kerk voor het volk’ blijven wil.

Geestelijke diagnose

In april DV spreekt en besluit de synode op basis van de nu ingezette koers over concrete voorstellen. Zouden we dan ook toe zijn aan een gesprek over de schuld van de kerk, aan een geestelijke diagnose? In de synode werd erom gevraagd. Ds. Plaisier erkende het belang van deze vraag én vroeg zich af of de kerk er al aan toe is hierover met gezag te kunnen spreken. In elk geval, als de kerk ‘back to the basics’ wil, zal het gebed – ook de schuldbelijdenis – niet veronachtzaamd worden.
In Markus lazen we over het uitzenden van discipelen, met sandalen, zonder ballast. Mogen we als kerk zo onderweg ook de boodschap van Markus meenemen? ‘De tijd is vervuld, Gods Koninkrijk nabijgekomen; bekeer u en geloof het Evangelie.’ De verkondiging voorop, de inrichting van de kerk daaraan dienstbaar.
P.J. Vergunst

Lees ook: