Jan Pieter Paauwe (1872-1956) was de zoon van een vlasboer onder de rook van Charlois. Jan Pieter kon goed leren en ging na het gymnasium theologie studeren. Het boterde niet tussen hem en de Hervormde Kerk, wat uiteindelijk resulteerde in zijn afzetting.
Toen Jan Pieter zeven was, overleed zijn moeder. Vader hertrouwde en vestigde zich in Rotterdam om daar een beter bestaan op te kunnen bouwen. Hij overleed echter toen Jan Pieter dertien jaar was. Omdat zijn stiefmoeder het gezin niet kon opvoeden, kwam hij in het weeshuis terecht. Het ontbreken van een warm gezinsleven zal zijn persoonlijkheid mede gevormd hebben.
Verstandswerk
Wat de prediking betreft, meende hij zich uit zijn jeugd te herinneren dat predikanten niet geloofden wat ze zeiden. Bij het bouwen van een gereformeerde kerk in Rotterdam kreeg hij als puber de indruk dat dit gewoon ‘verstandswerk’ was. Desondanks had hij belangstelling voor de Bijbel, kerk en zelfs de zending. Na zijn arbeid op een kantoor en vervulling van de dienstplicht werd hij aangenomen als leerling op ‘Ruimzicht’ te Doetinchem. Daar haalde hij het gymnasiumdiploma en ging vervolgens theologie studeren. Het geld dat daarvoor nodig was, werd mede door huis-aan-huiscollectes ingezameld, waaraan ook Paauwe meedeed. In snel tempo rondde hij zowel de gymnasiale als de theologische studie af. Hoewel hij lid was van een studentenvereniging, lijkt hij wel een Einzelgänger geweest te zijn.
Lees de volledige tekst van dit artikel in De Waarheidsvriend van donderdag 7 oktober 2021.
Neem een jaarabonnement (€ 49,00). Als welkomstgeschenk ontvangt u De Waarheidsvriend twee maanden gratis. Of maak gebruik van onze actie en lees De Waarheidsvriend vier maanden voor € 10,-!