Waar bent u naar op zoek?

Als het ambt zwaar weegt

ds. G.J. Anker
Door: ds. G.J. Anker
25-03-2021

De titel van Op zoek naar vreugde in het ambt wekt de indruk dat het niet vanzelfsprekend is dat er vreugde in het ambt gevonden wordt. Die suggestie zal bij iedere ambtsdrager wel herkenning oproepen. Wie immers heeft er geen moment in zijn ambtsperiode dat de vreugde ontbreekt?

Ook binnen de kerkenraad is door allerlei spanning soms de vreugde van het samen geestelijk leidinggeven wat uit het zicht verdwenen. De vraag is: Wat doen we als ambtsdrager en kerkenraad wanneer ons dat overkomt? Dienen we onze tijd uit of gaan we op zoek naar (vernieuwde) vreugde in het ambt?

Op zoek naar vreugde in het ambt roept ambtsdrager, kerkenraad en ook gemeente op om op zoek te gaan. Het boekje, dat in de Artiosreeks van de Gereformeerde Bond verscheen, is niet voor een enkele ambtsdrager, maar bedoelt het gehéél van de gemeente aan te spreken om na te denken over de ambten en de roeping daartoe. Ambtsdragers komen immers vanuit de gemeente, daartoe geroepen door God. Dit is dan ook de kern van de eerste hoofdstukken, waarin lijnen worden getrokken vanuit het Woord naar het heden.’

Rust

Verantwoording voor gezin, werk en kerk wegen zwaar en als ambtsdrager kun je door de hectiek ervan de vreugde in het ambt verliezen of volledig missen. Juist daarom is het zo leerzaam dat in diverse hoofdstukken wordt verwezen naar de Heere Jezus, naar Hem Die Zich in alle drukte terugtrok in de bergen om stil te worden. Laten we daarom als ambtsdrager luisteren naar de woorden van Jezus die zegt: ‘Rust wat uit!’ Stel grenzen om op adem te komen en laat je daartoe leiden door het Woord en het gebed.

Teksten die er voor mij uitsprongen, waren het hoofdstuk met de titel: ‘Ouderling oefent opzicht’ (ds. C.H. Hogendoorn): het gesprek over de prediking tijdens de kerkenraadsvergadering en de handreiking voor het gesprek voor en na de dienst in de consistorie. Verhelderend en bemoedigend vond ik ook de woorden over de inhoud van het consistoriegebed.

Andere hoofdstukken behandelen de sacramenten. Hoe geef je een goede invulling aan het doopgesprek, waar leg je de nadruk op? (ds. G. Lugthart) Hoe komt de rijkdom van de doop van onze kinderen ter spra‑ke? De schrijver krijgt mijn bijval wanneer hij schrijft: ‘Dopen is diep. Als er gedoopt wordt, geeft dat vreugde.’ Zo kan ook het avondmaal (ds. M.W. Westerink) een goed aanknopingspunt bieden om een geestelijk gesprek te laten ontstaan. Van belang is goed te luisteren en vervolgens goede woorden te spreken. Niet, wanneer iemand niet aangaat, daar voortdurend en alleen de nadruk op leggen maar juist ook – vanuit de inhoud van het sacrament – de vreugde om in Gods heil te delen naar voren laten komen. In de zoektocht naar vreugde in het ambt zijn dit gesprekken die de vreugde meer dan aanwakkeren.

Verdieping

Niet alleen voor de ambtsdrager persoonlijk maar ook voor de kerkenraad als geheel valt er veel te vinden in het boekje. Er wordt gewezen op de noodzaak van toerusting en verdieping (ds. J.C. Schuurman).

Diverse hoofdstukken willen helpen in die zoektocht en reiken handvatten aan om die verdieping met elkaar te maken, door als kerkenraadsleden samen de Bijbel te openen, door samen te delen wat dankbaar maakt, wat vreugde geeft in het ambt en wat nodig is om dat blijvend te versterken. Tegelijkertijd ook door persoonlijk te benoemen wat de beleving van heilig avondmaal of doop met je doet, wat het ambt zwaar maakt, wat moeite kost en wat vreugde geeft. Het is belangrijk daar de tijd voor te nemen. Mogelijk wordt juist door ons met elkaar te verdiepen in de Schrift de vreugde versterkt. Van daaruit kunnen we dan letten op de betekenis van het ambt en zoeken naar antwoorden op nieuwe of actuele vragen als levenseinde en orgaandonatie. Van daaruit kunnen we misschien antwoord geven op vragen van twijfel en aanvechting van het geloof – juist in deze tijd die onzeker is. Zijn we voldoende toegerust om al die vragen te beantwoorden? We zullen daartoe moeten leven vanuit de bron, zoekend naar de leiding van Gods Geest voor de zorg voor de gemeente. Een waardevolle zin vond ik: ‘De grondhouding van gebed en concentratie op de levende Christus schept geestelijke eenheid binnen de kerkenraad.’ (ds. J.J. ten Brinke) Deze wordt niet door ons bewerkt maar is een geschenk van de Heilige Geest waarvoor we mogen bedelen bij de Bron.

Bovenplaatselijk werk

Het deed me goed dat er ook een hoofdstuk is gewijd aan het bovenplaatselijk werk (ds. M. van Dam). Het is immers van belang voortdurend te blijven beseffen dat we deel uitmaken van de landelijke kerk. De afvaardiging vanuit hervormd-gereformeerde signatuur stagneert nogal eens. Er wordt niet altijd vreugde in ervaren. Toch is het voor predikant en ambtsdrager leerzaam om soms even boven het plaatselijke werk te worden uitgetild en te horen hoe anderen in hun geloof staan. Bovendien mag het een plek zijn om te getuigen over het belijden van de kerk, niet uit hoogmoed, maar door te dienen en dienstbaar te zijn aan het geheel van de kerk. Het is belangrijk ook dat werk te doen met een biddende houding om zo de breedte van de kerk bij God te brengen.

Zoektocht

Door de vele hoofdstukken en diverse schrijvers is er wel enige overlap. Enkele hoofdstukken zouden kunnen worden samengevoegd. Ze zijn echter op deze manier niet storend en hebben elk hun waarde. Het is zeker aan te bevelen het boekje als kerkenraad te behandelen. Dit zou naar mijn inschatting zo’n twee jaar vergen. Mogelijk kunnen kerkenraadsleden samen een aantal hoofdstukken bespreken, maar ze kunnen ook individueel diverse hoofdstukken bestuderen.

Tot slot: de titel Op zoek naar vreugde in ambt geeft een activiteit aan; je moet op zoek. De inhoud reikt genoeg aan om die zoektocht te kunnen volbrengen. Zowel voor de ambtsdrager als voor de kerkenraad en de volledige gemeente is er veel te leren. Dit dan vooral met als doel (vernieuwde) vreugde te vinden.


Leerpunten in de praktijk

Op zoek naar vreugde in het ambt heeft mij in de eerste plaats geholpen om zaken opnieuw scherp te krijgen. Ik zal er een paar noemen. Wetend van Godswege geroepen te zijn tot het ambt, mag ik hier steeds weer op terugvallen. Hij is de Bron, ik hoef mij niet aan het ambt te vertillen. Verder het belang van bijbelstudie en gebed om zo gevoed op huisbezoek te kunnen gaan en de belofte dat de Heilige Geest hierin zal meekomen. Je komt niet namens jezelf maar namens Christus. Je bent zielzorger, geen hulpverlener. Als derde punt: Het geloofsgesprek binnen de kerkenraad en de openliggende Bijbel gedurende de hele kerkenraadsvergadering als een zichtbaar teken dat het Christus is Die de leiding heeft en Heere is van Zijn kerk.

Veel aspecten worden genoemd die ik als leerpunten heb ervaren. Ik noem er een paar. Geestelijk leidinggeven heeft iets praktisch. Zo kan een beleidsplan worden opgedeeld in drie delen, één deel gaat over de identiteit en roeping van de gemeente, één deel omschrijft staand beleid, dat rust op besluiten die in voorgaande jaren zijn genomen. Het derde deel beschrijft thema’s waar de kerkenraad zich de komende jaren over wil buigen. Verder dat zending en evangelisatiewerk een verantwoordelijkheid is van de hele kerkenraad, niet alleen van de evangelisatie- of zendingsouderling. De gemeente moet worden toegerust om dienstbaar te zijn. Een gezonde gemeente is een gezonden gemeente.

Hans Snoek, sinds 2016 ouderling in de hervormde gemeente te Stolwijk

ds. G.J. Anker
ds. G.J. Anker