Waar bent u naar op zoek?

blog

Coronavirus heeft gevolgen voor de kerk die vervolgd wordt

Als het geloof besmettelijk is

09-06-2020

‘Vervolging is juist een zegen. De kerk groeit en bloeit dankzij vervolging.’ Ik hoor de woorden uit de mond van Kabil, een gelovige uit Noord-Afrika, en besef dat we blijvend moeten leren van vervolgde christenen.

Gevaarlijk noemt hij het pas ‘als de kerk in slaap zou vallen’.

In toenemende mate is het leven van christenen die discriminatie en marteling kennen, die weten van brandstichting in hun kerk of gevangenschap voor hun leiders, op ons netvlies gekomen. Het werk van diverse stichtingen (SDOK, Open Doors, de stichting Hulp vervolgde christenen en andere) heeft hierin vrucht gedragen. Heel wat christenen hebben in de afgelopen jaren tijdens reizen naar Afrika of Azië persoonlijk kennisgemaakt met de context van de kerk die vervolgd wordt. Vorig jaar plaatsten we in De Waarheidsvriend in twee delen zelfs een vraaggesprek met de enige Nederlandse zendeling in Noord-Korea, het land dat bijna sinds mensenheugenis de ranglijst christenvervolging aanvoert.

Meeleven met de kerk die lijdt, begint met kennis – kennis van de omstandigheden én kennis van de vreugde die er te midden van volharding ook is. Volharding leren we immers vooral in tijden van beproeving. Volharding als vrucht van de Heilige Geest zien we bij de kerk in Nigeria, in India, in Pakistan. De werkelijkheid dat Nederland van alle West-Europese landen het meest ongelovig is, stimuleert om te leren van christenen die elders een kleine of geringschatte minderheid vormen. 

Vanzelfsprekendheid voorbij

De opmars van het coronavirus ontregelt onze samenleving, maakt dat we al maanden niet gezamenlijk de eredienst kunnen bijwonen. In de gebeden hoorden we verwijzingen naar vervolgde christenen, ‘naar hen die weten wat het is om niet te kunnen samenkomen’. Uiteraard is er verschil, gróót verschil: wij zitten thuis op de bank, wij hoeven niet naar een stille plek in het bos om samen de Bijbel te lezen. Slechts de ervaring dat we ‘de vanzelfsprekendheid voorbij waren’, is een gedeelde.

Want ons kerk-zijn op de bank thuis en het straks niet samen kunnen zingen, staan in een heel ander kader dan het in huiskringen samenkomen elders. Neem Jemen (plaats 8 op de bekende ranglijst), waar christenen elkaar niet mogen ontmoeten en men in huizen samenkomt. Ook daar zijn ‘looproutes’, mogen mensen niet tegelijk aankomen en vertrekken. Gezongen kan er alleen worden als het omringende verkeerslawaai voldoende hard is. Niet het virus, maar het christelijk geloof is voor de overheid van Jemen besmettelijk.

Aan onszelf denken?

Juist nu door het coronavirus voor de kerk en de gemeenten de vragen en onzekerheid groot zijn – pastoraal, diaconaal, rond eredienst en toerusting – mogen we niet genoeg aan onszelf hebben. Ik vergeet niet snel dat ik op bezoek bij een van onze kerkenraden een ambtsdrager hoorde zeggen: ‘Maar we moeten eerst aan onszelf denken.’ Juist uit de mond van een diaken een ontluisterende boodschap.

De Heere Jezus leerde het in de laatste uren voordat Hij de kruisdood stierf, anders. De zwaarte van Zijn lijden verhinderde Hem niet oog te hebben voor Zijn moeder, voor de moordenaar die naast Hem hing. Zo staan de kerk in Oost-Europa, de armoede en dreigende hongersnood in vele landen, het leven van de vervolgde kerk vandaag op ons netvlies.

Honger én Bijbel

Wel degelijk heeft de coronabesmetting gevolgen voor de kerk die vervolgd wordt. In India lijkt het dat de vervolging even afneemt; als de kerken dicht zijn, zijn er tijdens de samenkomsten geen verstoringen meer. In China is de overheid momenteel te druk met andere thema’s om energie te besteden aan de christenvervolging, maar dat zal tijdelijk zijn.

SDOK-medewerker Richard Groenenboom vertelde in een programma van Family7 dat in diverse landen mensen behoefte hebben aan bezinning, aan zingevingsvragen, in Noord-Korea zelfs aan bijbels (op een mp3-speler), teleurgesteld als ze zijn in hun leiders. ‘Een Noord-Koreaan vertelde door de honger immers toch te zullen sterven; dán liever met de Bijbel in zijn hand, de Bijbel die hem kracht gaf.’ In andere landen worden christenen in deze coronatijd in de hulpverlening achtergesteld, krijgen ze geen voedsel of worden de kerken gefrustreerd in hun diaconale werk.

Afrika

Aan christenvervolging moet elke kerkelijke gemeente en elke dienaar van het Woord aandacht geven. Daarvoor dienen we de ontwikkelingen wel te kennen, te weten dat in de voorbije periode de situatie in Afrika verslechterd is. Daar krijgen kinderen van God meer en meer te maken met zware tot zelfs extreme vervolging. Een op de vijf christenen in dit werelddeel heeft ermee te maken, terwijl dit wereldwijd een op de acht is.

Het is een van de Afrikaanse landen, Nigeria, dat het hoogste aantal martelaren kende. In 2019 werden er 1350 christenen vanwege het geloof in Christus gedood, het jaar ervoor zelfs meer dan 3000. Wat geweld betreft ‘wint’ dit land het zelfs van Noord-Korea.

Martelaar

In ons kerkelijke klimaat wordt veel nadruk gelegd op de roeping om getuige te zijn – en dat is terecht. Niet velen zullen er daarbij aan denken dat het Griekse grondwoord getuige (martys) sterk verwant is met martelaar. Martelaar ben je als de bereidheid in je woont om voor Christus geweld te ondergaan of zelfs gedood te worden. Ik las ergens de definitie van martelaar als iemand ‘die de waarheid meer liefheeft dan zijn eigen leven’. Ja, de Waarheid, dat is geen mening of opvatting, dat is geen gereformeerde levensovertuiging, maar dat is Christus.

Martelaren in Nigeria brengen bij ons binnen welke waarde het Evangelie heeft, welke kostbare schat haar inhoud is. Waarom zou je immers bereid zijn om voor Hem te sterven?

‘Maar Mij haat zij’

Christenen, op veel plaatsen in de wereld ervaren ze haat die niet anders is dan vijandschap tegen hun Heere. Zoals het antisemitisme niet anders is dan haat tegen de God van Israël, zo heeft de Heere Jezus ons Zelf gezegd dat Zijn kinderen pijn lijden vanwege Hem. Tegen Zijn broers, die in Johannes 7 niet in Hem geloven, zegt Hij: ‘De wereld kan u niet haten, maar Mij haat zij, omdat Ik van haar getuig dat haar werken slecht zijn.’ Het zijn aangrijpende woorden en ze tekenen de zondige aard van de gevallen mensheid: haat tegen de Zoon van God, Die kwam om ons te redden, haat tegen Hem Die zachtmoedig is en nederig van hart.

Haat tegen Jezus kwam openbaar, omdat Hij getuige (martelaar) was van de waarheid. Hij kwam ervoor naar de aarde, zegt Hij tegen Pilatus: ‘Hiervoor ben Ik geboren en hiervoor ben Ik in de wereld gekomen: om voor de waarheid te getuigen.’ Die waarheid roept Hij op door Zijn aanwezigheid, met Zijn stem, met Zijn handelen. En Zijn volgelingen betrekt Hij er in de volgende zin al bij: ‘Iedereen die uit de waarheid is, geeft aan Mijn stem gehoor.’ Zijn waarheid stelt alle leugens aan de kaak, wat oproept tot irritatie, verzet, haat en geweld. In die zin begrijpen we de gedachte dat Christus steeds opnieuw gekruisigd wordt.

Psalmen

Het is een motief dat we in vele psalmen tegenkomen, de vijanden die zich sterk maken tegen de kinderen van God. ‘Maar mijn vijanden zijn in leven en worden machtig; wie mij om valse redenen haten, worden talrijk. Wie kwaad voor goed vergelden, zijn mijn tegenstanders, omdat ik het goede najaag,’ woorden die David gedicht en gezongen heeft (Ps.38).

Zijn het extremistische moslims (Nigeria) of radicale hindoes (India) die het op de christenheid gemunt hebben? Ja, maar we moeten meer zeggen. De bron van haat is de duivel zelf, de tegenstander van God, die zich richtte op de Zoon van God. Zijn haatcampagne tegen de Heiland duurde tot Christus aan het kruis de machten van de wereld onttroonde en het offer van Zijn leven bracht, God met mensen verzoende. Bij Hem kon de boze daarna niet meer komen, nog wel bij de Zijnen.

Brullende rondgang

Ooit zei Jezus (Luk.10:18) tegen de discipelen: ‘Ik zag de satan als een bliksem uit de hemel vallen.’ Op de aarde is hij geworpen, samen met zijn engelen. Wat hij doet? ‘De hele wereld misleiden’ (Openb.12:9), precies het tegenovergestelde van het getuigen van de waarheid. Vele voorbeelden geeft de Bijbel van zijn activiteiten, zoals het stimuleren van Judas tot het verraad van zijn rabbi. Petrus, die hij wilde ziften als de tarwe, schrijft ons daarom dat we nuchter en waakzaam moeten zijn, ‘want uw tegenpartij, de duivel, gaat rond als een brullende leeuw.’ (1 Petr.5:8) 

••• 

Ter bemoediging van christenen kenden we ooit zogenoemde martelarenboeken waarin de verhalen van de martelaren te lezen waren. Die traditie is voorbij. We komen de martelaren wel tegen in Openbaring 6, waar ze God aanroepen als ‘de heilige en waarachtige Heerser’, de Overwinnaar. Zelf worden ze genoemd ‘degenen die geslacht waren om het Woord van God, en omwille van het getuigenis (!) dat zij hadden.’ Aan íeder van hen werd een lang wit gewaad gegeven, persoonlijk uitgereikt, omdat de dood van de Zijnen kostbaar is in Gods oog. Wie kan zich dit bijzondere, ontroerende tafereel voorstellen?

P.J. Vergunst