Waar bent u naar op zoek?

Als je kind niet kan praten

10-02-2022

Veel mensen denken dat leven met een gehandicapt kind heel zwaar moet zijn, schrijft Elzi de Voogd. ‘Dat zie ik aan de verschrikte en medelijdende blikken op straat. Natuurlijk zijn er zorgen die je met een ‘gewoon’ kind niet hebt. Maar er is zoveel meer.’ Zeven ervaringen in korte citaten uit Sprakeloos.

‘Het leven is niet maakbaar, is niet altijd zoals jij het wilt hebben. Dat denk je wel als mens, dat je zelf alles onder controle hebt. Maar je moet leren dat dat niet zo is. (…) Nu ben ik tevreden met de kleine dingen. Ik word er blij van dat Willem lekker in zijn vel zit en dat hij op zijn manier redelijk gelukkig is.’

Hanneke, moeder van Willem

‘Mensen hebben niet altijd door wat je als ouder van een meisje als Laura allemaal moet doen, waar je dagelijks mee bezig bent. Niet uit onbegrip, maar simpelweg omdat ze het niet weten. (…) De verzorging is zwaar, maar het denken voor haar vind ik eigenlijk het zwaarst. Dat ik voor haar moet invullen wat ze wil en wat ze nodig heeft.’

AnneMarie Dumitrascu, moeder van Laura

‘Barend was al een tijdje uit huis, toen de andere kinderen zeiden: “Wij hebben een lievere moeder gekregen, want u had nooit tijd voor ons. Het was altijd eerst Barend, Barend eerst.” Dat sneed door mijn ziel, hoor. Dat deed me echt zeer. Maar dat was wel een bevestiging dat het goed was zo.’

M.C. Kamerbeek-den Dekker, moeder van Barend

‘Laatst stond er een man met open mond naar ons te kijken. Ik liep naar hem toe en ging op dezelfde manier naar hem kijken. “Mevrouw wat doet u?!” “Nou, u doet hetzelfde bij ons als wat ik nu bij u doe.” “Oh sorry”, zei hij, “daar was ik me niet van bewust.” (…) Soms ben ik er echt zo klaar mee! Dan kun je zulke dingen even niet handelen.’

Corina Klop, moeder van Tim

‘Ik kan me nog goed herinneren dat een jongetje dat gelijk met haar gedoopt is, voor het eerst meeging naar de kerk. Hij zat pal voor ons. Dat was confronterend, want ik heb niet de verwachting dat Naómi ooit naar de kerk zal kunnen gaan. (…) De dooptekst van Naómi is Jesaja 43:2. “Wanneer gij zult gaan door het water, Ik zal bij u zijn.” Toen wisten we nog van niets. Maar als je daar dan nu aan terugdenkt … wat geweldig dat we daar op terug mogen vallen.’

Henriëtte Noordegraaf, moeder van Naómi

‘Als je zelf begrip zoekt, komen mensen met oplossingen en dooddoeners: “Heb je dit of dat al geprobeerd?” en “Nou, je moet maar veel bidden.” Dus dat heb ik al snel afgeleerd. Vooral die dooddoeners maken me echt boos. Dan is het alsof ik tegen een muur van onbegrip loop. Ik zeg wel eens dat ik meer pijn heb gehad van de reacties uit onze omgeving dan van het feit dat Jenneken zo is.’

Jenny, moeder van Jenneken

‘Er zal vast een bedoeling voor zijn dat wij dit kind gekregen hebben. Misschien kunnen wij laten zien door hoe we zijn, wie we zijn, door onze liefde voor Okke, dat ook deze kinderen schepselen van God zijn. Mijn hart is groter geworden. Ik had eerst niks met gehandicapte mensen en nu vind ik het erg leuk om met hen om te gaan. De komst van Okke heeft me ook bepaald bij de gebrokenheid van de wereld en bewuster gemaakt van het leven. Je ziet hoe wonderlijk een mensenkind in elkaar zit, hoe ingenieus het is.’

Jantien Sikkema, moeder van Okke


Zeven moeders

Elzi de Voogd is de moeder van Sybe, ‘een ernstig beperkte, niet sprekende zoon’. Voor haar boek Sprakeloos. Zeven moeders over hun zwijgende kind (uitg. de Banier) interviewde ze zes jaar geleden zeven vrouwen in dezelfde omstandigheden. Deze moeders gunden haar een kijkje in het leven met hun bijzondere kind. ‘Deze moeders weten wat het is om hoop te zien vervliegen en verwachtingen voortdurend naar beneden te moeten bijstellen. Toch zijn ze trots op hun zoon of dochter die ondanks beperkingen zoveel weet te bereiken.’