Waar bent u naar op zoek?

column

Ambassadeur

06-10-2020

Wanneer je in het buitenland woont, krijg je er vroeg of laat mee te maken. De ambassadeur. Wanneer je de ambassade bezoekt, zie je de ambassadeur niet altijd persoonlijk,

maar hij of zij zet wel de belangrijkste handtekening op alle zaken die officieel geregeld moeten worden. Zo siert de handtekening van Kees Rade, de Nederlandse ambassadeur in Bangkok, vele nieuwe paspoorten, officiële documenten en aanvragen van ons. 

De definitie van het woord ‘ambassadeur’ is: ‘Iemand die de regering van zijn land officieel vertegenwoordigt in een ander land.’ Een synoniem voor het woord is ‘gezant’. Paulus ziet zichzelf als een gezant in Efeze 6:20. De Engelse ESV-vertaling noemt in deze tekst letterlijk het woord ambassador. ‘Een gezant in ketenen, opdat ik daarin vrijmoedig mag spreken, zoals ik moet spreken.’

Paulus is niet alleen, want de hoge roeping als ‘gezant’ is ons allen gegeven. Wij, als christenen, zijn de officiële vertegenwoordigers van het Koninkrijk der hemelen. We bevinden ons net als een ambassadeur in een vreemd land. We leven als pelgrims, in Nederland, in Thailand, in China.

Soms kan het land waar we mogen wonen vriendschappelijk zijn, maar er zijn ook landen die uitermate vijandig zijn. Vraag dat maar aan de gezanten van Christus in Noord-Korea. Zij zijn met Paulus letterlijk ‘gezanten in ketenen’. 

Wij zijn, evenals Kees Rade, geen onderdeel van het land waarin we ons bevinden. We wonen er wel, maar we zijn geen burger. Niet van de wereld, maar wel in de wereld, zeg maar. En om ons vaderland goed te kunnen vertegenwoordigen, moeten we ons onderdompelen in de cultuur waarin we ons tijdelijk bevinden. We moeten de cultuur bestuderen, de historie lezen en de taal leren spreken, want alleen hierdoor kunnen we onze eigen landsbelangen goed overbrengen.

Voor gezanten van de Allerhoogste, in Nederland, in Noord-Korea of in Thailand zijn de landsbelangen van het Koninkrijk der hemelen duidelijk. Het begint met zelf onze Koning groot maken door al onze vreugde in Hem te vinden. En dan volgt haast vanzelf het anderen mee willen nemen in die vreugde. Op weg naar het Vaderland waarnaar ons hart verlangt. 

Marieke den Butter-Kommers