Waar bent u naar op zoek?

Arm tegenover rijk

dr. A.A.A. Prosman
Door: dr. A.A.A. Prosman
07-10-2021

Rijkdom en armoede is een probleem dat veel mensen bezighoudt maar dat, hoe lang de wereld ook bestaat, niet opgelost is. Extreme armoede is een bitter lot. Het hangt met alles samen: voor een normaal huis is geen geld, dus moet je het doen met een armzalig onderkomen. Voor onderwijs is geen geld, dus ben je aangewezen op slecht betaald en ongezond werk. Voor een bezoek aan een arts is meestal geen geld, dus is de kans groot dat je al jong overlijdt. Je bent rechteloos, want wie houdt rekening met iemand die zich niet kan verweren? Een groot deel van de wereldbevolking gaat gebukt onder extreme armoede.

Trouw

Onlangs (22 september) stond in Trouw een artikel over armoede onder Vietnamezen.

In het zuiden van de Cambodjaanse provincie Kandal, nabij de grens met Vietnam, koerst de weids stromende Mekong Rivier onverbiddelijk richting het zuiden. De stroming is krachtig en wie niet uitkijkt, kan zomaar in het modderbruine water verdwijnen, zeker als de avond valt en zware moessonbuien het gebied teisteren. Dan spookt het rondom de houten boten die met dikke touwen zijn vastgeknoopt aan de wal.

Chau Van Duyen is die moessonregens wel gewend. De 66-jarige man – slank, kort grijs haar en een geduldige blik in zijn ogen – woont al bijna zijn hele leven op een boot. Hij is in Cambodja geboren en opgegroeid, en het is ook nog eens het land waar hij bijna altijd heeft gewoond en gewerkt. Toch erkennen de autoriteiten hem niet als staatsburger. Er stroomt namelijk Vietnamees bloed door zijn aderen.

‘Ik heb jarenlang wel een Cambodjaans identiteitsbewijs gehad, maar dat is ingenomen’, vertelt hij op de woonboot die hij met zijn kinderen en kleinkinderen deelt. De familie van Van Duyen kwam eigenlijk per toeval in Cambodja terecht, omdat de grenzen zijn verlegd. ‘Nu heb ik alleen nog maar een verblijfsvergunning. Maar daar zitten weinig rechten aan. Het geeft me toestemming om in Cambodja te zijn en verder niets.’

Cambodja telt tussen de 400.000 en 700.000 etnische Vietnamezen, aldus de Minority Rights Organization (Miro), een mensenrechtenorganisatie die opkomt voor de belangen van minderheden. Dat komt neer op 2,5 tot 5 procent van de bevolking. Sommigen van hen wonen al generaties lang in Cambodja. Anderen arriveerden in de jaren tachtig, toen Cambodja straat-arme Vietnamezen hoop op een beter leven bood. (…) In de afgelopen maanden kreeg het diepgewortelde probleem een nieuwe wending. In juni, tijdens wat in Cambodja het hoogtepunt van de coronapandemie was, traden lokale autoriteiten hard op tegen Vietnamese families nabij de hoofdstad Phnom Penh. De op boten levende mensen zouden het water en het milieu vervuilen. Si Vutha, een ambtenaar in Phnom Penh, vertelde persbureau Reuters dat hun boten ‘de schoonheid van de stad’ aantasten. Hoewel veel Vietnamese families daar al veertig jaar wonen, kregen ze slechts een week om te vertrekken. (…) ‘We waren van plan om naar Vietnam te varen, we hoopten dat we daar welkom zouden zijn. We zijn in Cambodja al zo vaak weggestuurd dat velen van ons hier niet langer willen blijven.’ Maar hen wachtte geen vriendelijk welkom. Toen de woonboten de grens naderden, blokkeerde een rij schepen de toegang. Douaniers verboden de op drift geraakte families de grens over te steken. Ze kregen te horen dat ze voorlopig moeten wachten. (…)

Veel van de wrok stamt uit de jaren zeventig en tachtig, toen Vietnamese soldaten het Rode Khmerregime verdreven en Cambodja vervolgens jarenlang bezet hielden. Hoewel die bezetting in 1989 eindigde, zijn veel Cambodjanen ervan overtuigd dat Vietnam achter de schermen nog steeds aan de touwtjes trekt. Het was Vietnam dat in 1985 Hun Sen als de premier van Cambodja benoemde, een positie die hij nog altijd vasthoudt. (…)

Cambodja wordt al jaren bekritiseerd over hoe het de etnische minderheid behandelt. Vier jaar geleden nam de overheid identiteitsbewijzen, geboorteaktes en andere officiële papieren van zeker 70.000 Vietnamezen in omdat die ‘onwettig’ zouden zijn. Hen werden nieuwe verblijfsvergunningen toegezegd, maar die moeten iedere twee jaar worden vernieuwd en geven alleen het recht in Cambodja te verblijven.

Zoals uit het bovenstaande blijkt, is armoede niet een op zichzelf staand probleem. Het hangt in dit geval samen met wat in het verleden gebeurd is, de oorlog tussen Vietnam en Cambodja. Als gevolg daarvan zitten deze mensen letterlijk in de verdrukking. Cambodja jaagt hen weg en Vietnam wil hen niet terug hebben. Ze zijn stateloos.

Nederlands Dagblad

Het armoedeprobleem staat niet op zichzelf. Extreme armoede hangt vaak samen met extreme rijkdom. Het Nederlands Dagblad had onlangs een gesprek met Dick Timmer (28). Hij promoveerde op een onderzoek naar argumenten om een grens te stellen aan rijkdom. Extreme rijkdom is moreel verwerpelijk en daarom moeten overheden een grens stellen aan hoeveel mensen maximaal mogen bezitten, concludeert Timmer in zijn proefschrift.

Sommigen zien in zijn voorstel om extreme rijkdom aan banden te leggen een vorm van socialisme of zelfs communisme. ‘Ik weet dat mensen dat zeggen, maar ik voel me daar niet door aangesproken’, zegt politiek filosoof Dick Timmer van de Universiteit Utrecht lachend. ‘Dan zou ik willen dat iedereen evenveel heeft. Maar ik ben niet tegen verschillen.’ Wel vindt hij de verschillen tussen arm en rijk niet langer te rechtvaardigen. ‘Anderhalf jaar geleden maakte ik tijdens een lezing nog de grap dat het vermogen van toenmalig Amazon-baas Jeff Bezos van 112 miljard afhankelijk van of je ’s ochtend of ’s avonds kijkt een miljard meer of minder kan zijn. Sindsdien is zijn vermogen enorm gestegen, naar 200 miljard dollar. Dat zie je over de hele linie bij miljardairs op aarde. Terwijl het aantal extreme armen in de wereld, onder meer door de coronacrisis en regionale conflicten, naar verwachting stijgt tot boven de 800 miljoen mensen.’ (…) Extreme rijkdom is een probleem, omdat het politieke gelijkheid in de weg staat. Rijken kunnen vanwege hun vermogen politieke invloed kopen. Bij de laatste Tweede Kamerverkiezingen zag je bijvoorbeeld dat een techmiljardair ruim een miljoen euro doneerde aan D66 en de Partij voor de Dieren om het klimaatprobleem nog meer op de kaart te zetten. Daarnaast verdraagt extreme rijkdom zich niet met armoede in de wereld. Rijkdom voegt boven een bepaald bedrag niks toe aan het leven van rijken, terwijl je dat geld ook kunt gebruiken voor de opvang van dak- en thuislozen of voor publieke voorzieningen zoals zorg en onderwijs. (…)

Wilt u de rijken verplichten tot meer solidariteit, of vindt u het ook onterecht dat zij zo veel verdienen?

‘Allebei. De morele basis voor topsalarissen is bijvoorbeeld flinterdun. Jeroen van der Veer zei over de loonsverhoging van ING-baas Ralph Hamers dat hij Champions League is, maar Eredivisie betaald kreeg. Het kan zijn dat Hamers veel verdient omdat hij heel hard werkt en veel talent heeft, maar er komt een punt waar dat ophoudt. Je kunt niet zeggen dat een topman die tweehonderd keer meer verdient dan een gewone werknemer ook tweehonderd keer harder werkt en tweehonderd keer meer talent heeft. In de praktijk wordt vaak gekeken naar wat andere topmannen verdienen. Maar dat heeft als effect dat iedereen steeds meer geld wil. Dat heeft niets te maken met verdienste in morele zin: als elders in de wereld de nood hoog is, kan dát maatschappelijk gezien zwaarder wegen en is er reden voor de overheid om extreme rijkdom te beperken.’

Aan het betoog van Timmer zou ik één ding willen toevoegen: bestrijding van corruptie. Want nu is het zo dat extreme bedragen aan de samenleving onttrokken worden door criminele netwerken. Als dat geld beschikbaar zou komen voor armoedebestrijding, zou Nederland er anders uitzien.

dr. A.A.A. Prosman
dr. A.A.A. Prosman