Waar bent u naar op zoek?

Bekering en geloofszekerheid

Dr. R.W. de Koeijer
Door: Dr. R.W. de Koeijer
30-06-2022

Puriteinen waren vooral op twee terreinen sterk in hun pastoraal-geestelijke leiding: dat van bekering en dat van geloofszekerheid. Dit is althans de gedachte van Iain Murray. Toch hebben puriteinen op meer terreinen een waardevolle bijdrage geleverd.

Daarbij denk ik bijvoorbeeld aan hun uitvoerige aandacht voor het verlossingswerk van Jezus Christus en de geestelijke omgang met Hem. De uitspraak van een puriteinenkenner als Murray (1931), oprichter van de Schotse uitgever The Banner of Truth, in zijn boek The Old Evangelicalism (2005), blijkt echter waar te zijn als we drie recent in het Nederlands vertaalde puriteinse werken voor het voetlicht halen.

Isaac Ambrose

Isaac Ambrose (of Ambrosius, 1604-1664) was een puritein die zich eens per jaar een maand lang terugtrok in de bossen. Daar wilde hij door rust en meditatie tot geestelijke vernieuwing en verfrissing komen.

Ambrose is vooral bekend geworden door zijn hoofdwerk Het zien op Jezus (Looking unto Jesus, 1658), een bewijs dat puriteinen uitvoerig konden ingaan op de persoon en het werk van Christus. Hij heeft ook een ander omvangrijk werk geschreven: De eerste, middelste en laatste dingen (The First, Middle and Last Th i n g s , 1650).

Wedergeboorte en christenleven

Dit laatstgenoemde boek – een omvangrijke samenvoeging van drie eerder gepubliceerde werken – begint Ambrose met een bespreking van de noodzaak van wedergeboorte. Als een goed puritein beschrijft Ambrose hoe het geloofsleven ontkiemt als zondebesef en schuldbelijdenis leiden tot het vertrouwen op Christus’ volbrachte werk. Geestelijke inkeer gaat dus vooraf aan de kennis van de Verlosser. Omgekeerd krijgt wedergeboorte pas werkelijk beslag als iemand tot de geloofsverbondenheid met Christus komt. Niet elke vorm van schuldbesef leidt immers tot Hem, zoals het bijbelse voorbeeld van Judas laat zien. Volgens Ambrose kan er geestelijk leven zijn als iemand Christus nog niet bewust kent. Tegelijk benadrukt hij echter dat de geestelijke rust alleen is te vinden in de geestelijke eenheid met Hem. Daarom verbindt hij wedergeboorte en geloof in Christus nauw. In het tweede deel van het boek gaat Ambrose in op het christenleven, waarbij zowel de binnenkant als de buitenkant ervan aan de orde komen. Aandacht voor innerlijke oefeningen als waakzaamheid, zelfbeproeving, meditatie en het zien op Jezus gaat samen met uiterlijke aspecten als gezinsgodsdienst, de omgang met andere christenen, het luisteren naar de Woordverkondiging en het lijden vanwege het geloof. Deze uitvoerige bespreking kan de indruk geven dat gelovigen veel moeten doen, maar de christenroeping ligt ingebed in Gods genade, het werk van de Heilige Geest en de geestelijke omgang met Christus. De geestelijke concentratie op Christus komt nog sterker naar voren in Het zien op Jezus. Als we beide hoofdwerken van Ambrose samennemen, krijgen we veel geestelijke leiding.

Geloofszekerheid

Geloofszekerheid is een puriteins thema, zoals De hemel op aarde (Heaven on Earth, 1654) van Thomas Brooks (1608-1680) duidelijk maakt. In de inleiding wijst prof. dr. A. Baars op het accentverschil tussen reformatoren en puriteinen. Zo stelt Calvijn dat zekerheid wezenlijk is voor het geloof en daarom elke christen hoop en vreugde biedt. Maar hij heeft ook pastorale aandacht voor geestelijke wisselingen; hij maakt daarom onderscheid tussen zwak en sterk geloof, tussen geloofsbegin en geloofsgroei.

Puriteinen stonden in een andere pastorale context dan de hervormers en wilden geestelijk leidinggeven aan vragen over de geloofszekerheid die bij aan- gevochten gemeenteleden tegenkwamen. Tegelijk waarschuwden ze tegen een valse zekerheid die het heil baseerde op doop, kerklidmaatschap en het gebruik van de sacramenten. Puriteinen beschouwden het geloof als wezenlijk voor het geestelijk leven, maar niet per se de bewuste geloofszekerheid. Ze brachten daarbij een belangrijke nuance aan: terwijl elke christen zeker mag zijn van Gods heil en belofte, kent niet ieder de volle overtuiging dat hij kind van God is, vergeving van zonden heeft gekregen en daarom eens zal thuiskomen. Brooks gaf pastorale leiding aan vragen en aanvechtingen hierover.

Thomas Brooks

Brooks was jarenlang predikant in Londen. Van hem zijn verschillende praktisch-pastorale werken verschenen, zoals een geschrift over duivelse verleidingen en de noodzakelijke geestelijke weerstand. In zijn boek over de geloofszekerheid stelt hij dat elke gelovige zekerheid kan vinden, maar dat niet elke christen deze heeft. Om de geestelijke zekerheid onder gelovigen te stimuleren, gaat Brooks uitvoerig in op allerlei belemmeringen.

Twee pastorale wenken zijn hierbij het vermelden waard. De eerste is om voor de zekerheid niet af te gaan op je gevoel. Waarom niet? Omdat gevoelens erg wisselend kunnen zijn. Terwijl positieve ervaringen erg bemoedigend zijn, leggen negatieve ervaringen juist een sluier over het geestelijk leven. Volgens Brooks moeten Gods woorden en beloften het voornaamste kompas zijn.

Een tweede hindernis voor de zekerheid is geestelijke slordigheid. Hoewel elke gelovige helemaal van Gods genade leeft, is hij tegelijk verantwoordelijk om trouw de Heere te dienen. Wie echter druk is met allerlei alledaagse dingen en dit ten koste laat gaan van de concentratie op de Bijbel en het gebed, heeft geen bloeiend geloofsleven en kan de zekerheid zomaar kwijtraken. Brooks wijst voor de zekerheid dus op Gods beloften, maar deze vragen vertrouwen en overgave. Anders immers doemt het gevaar op van een valse zekerheid, als iemand zich beroept op de troost van Gods beloften en intussen niet als een christen leeft. Bij vertrouwen valt alle licht op de Heere Jezus Christus. Dus wie zich aan Hem overgeeft, mag uit Gods beloften leven en zeker zijn van zijn heil.

Christopher Love

Christopher Love (1618-1651) kende een veelbewogen leven, schrijft, opnieuw, prof. Baars in zijn inleiding op Genezing voor beproefde zielen (The Dejected Soules Cure, 1657). Love was predikant in de woelige jaren van de Engelse burgeroorlog en kwam vanwege zijn afwijkende opvattingen over de kerkregering in conflict met de overheid onder leiding van Oliver Cromwell. Uiteindelijk werd hij beschuldigd van hoogverraad, veroordeeld tot de doodstraf en in de zomer van 1651 op slechts 33-jarige leeftijd terechtgesteld.

Ontroerend is om te lezen hoe hij in de periode voor zijn terechtstelling via brieven afscheid neemt van zijn vrouw en vrienden. Op de dag van zijn dood houdt hij een toespraak en spreekt een gebed uit, wat indruk maakt op de toeschouwers. Er is verontwaardiging in Londen over deze terechtstelling en het is inderdaad een donkere bladzijde in de puriteinse geschiedenis. Bijna alle werken van Love verschenen na zijn dood, waaronder Genezing voor beproefde zielen. Ze werden ook al vlug op de Nederlandse markt gebracht en herdrukt.

Neerslachtigheid

In deze gepubliceerde preken over Psalm 42 zien we dat puriteinen ook pastorale aandacht hadden voor gelovigen die worstelden met geestelijke donkerheid.

Deze zaak kon nauw samenhangen met die van de zekerheid, want het was mogelijk dat chronische onzekerheid uitmondde in neerslachtigheid. Toch lag de kwestie breder. Geestelijke neerslachtigheid wordt volgens Love namelijk zowel door innerlijke als uiterlijke factoren veroorzaakt. Soms gaat het om de gevolgen van zondekennis en van het gemis van Gods liefde, soms is dit echter het gevolg van kerkelijke wantoestanden of persoonlijke tegenslagen. Bij de laatste twee oorzaken zal de eigen ervaring van Love ongetwijfeld een rol hebben gespeeld.

Twee zaken vallen in dit werk op. Ten eerste waarschuwt Love voor het gevaar van overmatige zondekennis. Het is dus niet alleen mogelijk om over Gods barmhartigheid te spreken en de zonde daarbij buiten beschouwing te laten. Dat is een levensgevaarlijke oppervlakkigheid. Dat geldt volgens Brooks ook voor het omgekeerde: zo zwaar aan de zonde tillen dat Gods vergeving uit beeld raakt, wat tot wanhoop leidt. Bij deze verduistering van Gods genade speelt de duivel een gevaarlijke rol, want hij heeft altijd de eeuwige ondergang van gelovigen op het oog. Love wil neerslachtige gelovigen bemoedigen met de pastorale handreikingen dat zondekennis niet bij iedereen dezelfde diepgang heeft, dat de diepte ervan ook niet beslissend is maar wel het doel: kennis van de Heere Jezus Christus. Het gaat om het vertrouwen op Hem.

Ten tweede beschikt Love over een flinke dosis pastoraal-psychologische kennis, want hij onderscheidt tussen psychische en geestelijke neerslachtigheid. Volgens hem zijn juist somber aangelegde gelovigen vatbaar voor geestelijke donkerheid en daarom kunnen ze niet zonder de hulp van een arts. Ze zijn namelijk niet zo vlug te troosten door Schriftwoorden, maar hebben de neiging om te twijfelen aan de hoop op herstel van zichzelf of van de kerk.

Geestelijke opbouw

In de drie besproken geschriften merken we dat puriteinen pastoraal-geestelijke leiding en opbouw bieden die voor alle tijden geldt. Ambrose door zijn aandacht voor de wedergeboorte en de kennis van Christus, maar ook voor Gods genade en de roeping van de gelovigen als de twee kanten van het christenleven. Brooks door zijn doel de geloofszekerheid te bevorderen en daarbij onnodige belemmeringen uit de weg te ruimen. Love door zijn begeleiding van neerslachtige gelovigen om hen voor wanhoop te bewaren. We vinden in deze puriteinse klassiekers dus voldoende geestelijke leiding die waarschuwt voor allerlei vormen van namaakgeloof, maar die vooral een gezond en krachtig geestelijke leven op het oog heeft. Het lezen vraagt wel enig doorzettingsvermogen, maar het is zoals bij schatgraven: schatten vind je meestal pas na ingespannen zoeken.

Dr. R.W. de Koeijer
Dr. R.W. de Koeijer