Waar bent u naar op zoek?

Belijdenisgroep ontmoet elkaar na 40 jaar weer

18-03-2013

Bij belijdenisdiensten denk je terug aan je eigen jawoord. Hoe was dat? Hoe zou het de medecatechisanten zijn gegaan? Als Israël door de woestijn? Welke levensvragen markeren de reis? Veertig jaar verder zijn er vragen genoeg voor een reünie.

De catechisanten die op 15 april 1973 in de Dorpskerk van Benschop belijdenis van het geloof aflegden zijn redelijk snel gevonden. Het zijn er vijftien, één van de groep is overleden. Bijzonder om te ervaren dat iedereen nog een binding met het geloof heeft, ook al is dit niet bij elk meer hetzelfde kerkelijke nest. Een terugblik.

Wat heeft de belijdeniscatechisatie uit 1973 voor jullie groep betekend?

Atie Branger-Kersbergen: ‘Aan de belijdeniscatechese in de studeerkamer van de Benschopse pastorie bewaar ik goede herinneringen. Ds. Verboom gaf met liefde en passie les aan de hand van zijn eigen methode <i>Wij geloven<p>.’

Joop van Roest: ‘De gastvrijheid en de persoonlijke aandacht maakten het bijzonder. Je was bezig met een heel persoonlijke keuze voor je leven. De vanzelfsprekendheid om belijdenis te doen was voorbij. Wij stonden aan het begin van de secularisatie. Dit was in onze dorpskerk nog niet merkbaar in de aantallen, maar ik merkte het wel in de contacten met leeftijdsgenoten. Zo was je je bewust van een persoonlijke keuze, waarvan je later in je leven steeds meer gaat zien dat het een gave van God is. Dat maakt een belijdenisdienst bijzonder.’

Atie: ‘Op zondag 15 april 1973 was de belijdenisdienst. Van de preek kan ik me niet veel meer herinneren. Volgens de belijdenisplaat, die nog steeds op onze slaapkamer hangt, ging het over Mattheüs 16:16. Op de gestelde belijdenisvragen antwoordde ik met volle overtuiging: ‘Ja!”

Nel Kastelein: ‘Naar het geven van een jawoord groei je toe. De jaren ervoor en het belijdenisjaar zelf leerden mij met anderen over geloven te praten. Dat heb ik als heel waardevol ervaren.’

Corry Verwoerd-Kersbergen: ‘Bij ons thuis moest je gewoon naar catechisatie en dan volgde als afsluiting je belijdenis. Ik moest er voor uit Utrecht komen. Ik weet er weinig meer van. Ik ben niet zo’n denker, meer een doener. Ik heb nog een poging gedaan om mijn tekst op te zoeken, maar kon die niet meer zou gauw vinden.’

Arie en Toos Nap-Anker: ‘We hebben als pas getrouwd stel in verwachting zijnde van ons eerste kindje belijdenis van ons geloof gedaan in de voor ons nieuwe gemeente. De wekelijkse catechisatie hielp ons mede bekend te raken met en in de gemeente.’

Joop: ‘Wij vormden de groep ‘jongeren’, daarnaast was er de groep ‘ouderen’. We ontmoetten elkaar pas op de aannemingsavond. We vonden dat toen heel gewoon. Nu, in deze tijd zou ik pleiten voor meer contact tussen jong en ouder in de gemeente. De keren waarop ik zulke ontmoetingen later meemaakte, heb ik als zeer verrijkend ervaren.’