Waar bent u naar op zoek?

Belsazar denkt God uit te kunnen dagen

07-12-2016

Genoot Daniël tijdens het bewind van Nebukadnezar aanzien, onder koning Belsazar lijkt hij aan het hof te zijn vergeten. Roem en glorie zijn even vluchtig als bladeren aan de boom, vertelt Anneke van Maanen.

Koning Belsazar viert feest met zijn overheidsdienaren, terwijl de vijand zich rondom de stad heeft gegroepeerd. De Perzische macht is in opkomst, vele delen van het Babylonische rijk zijn al ingenomen. De koning acht zich echter ongrijpbaar, de stad is door een immense muur omgeven en Babel lijkt onoverwinnelijk.

De God van Israël, Die tegelijk de God is van de wereldgeschiedenis, beslist anders. De tijd van het gouden hoofd loopt ten einde, het zilveren borststuk zal het overnemen (Dan.2). 

Feestmaal

Tijdens het feestmaal laat Belsazar de vaten uit de tempel van Jeruzalem halen. Dat is opmerkelijk. Met de Perzische troepen om de stad zou je verwachten dat de koning een dronk neemt op de goden van Perzië, de ‘goden’ van Israël zijn toch al overwonnen? Of voelt Belsazar intuïtief aan waar het om draait in de wereldgeschiedenis: de machten van deze wereld versus de macht van de God van Israël?

Dan wordt er van Hogerhand ingegrepen. Er verschijnen vingers van een mensenhand die iets op de muur schrijven. De koning schrikt vreselijk. Zijn knieën knikken en hij verschiet van kleur. Alle wijze mannen worden opgetrommeld, maar de wijsheid van Babel blijkt te kort te schieten. 

Vol van Gods Geest

De koningin-moeder, die in die tijd een vooraanstaande positie binnen de oosterse hofhouding innam, hoort ervan en treedt de zaal binnen. Zij weet dat er een iemand in het koninkrijk is die ‘knopen kan ontwarren’. Misschien is Belsazar niet op hoogte van het bestaan van deze Joodse vreemdeling? De koning-moeder echter wel; zij typeert Daniël als iemand in wie de Geest van God woont (wij zouden zeggen de Heilige Geest) en zij heeft dat onthouden. Mooi als dat ook van ons gezegd kan worden. Daniël, de vreemdeling, heeft op mensen een bijzondere indruk achtergelaten. ‘Niet omdat wij van onszelf bekwaam zijn…, maar onze bekwaamheid is uit God,’ formuleert Paulus later. (2 Kor.3:5)

Lees de volledige tekst van dit artikel in De Waarheidsvriend van 9 december 2016.