Waar bent u naar op zoek?

Betekenisvol zingen

Ria Borkent
Door: Ria Borkent
14-10-2021

Van het psalmboek uit 1773 wordt de helft niet gezongen. De berijming ademt het Verlichtingsdenken uit de achttiende eeuw en de taal is archaïsch. Kunnen gedateerde teksten het leven van jongeren begeleiden op een manier dat het hart geraakt wordt? Of is een alternatief noodzakelijk?

Het was een mooi symposium, Passie voor Psalmzang, op een warme junidag 2021 in de Barnabaskerk in Apeldoorn. Hoe bijzonder was het om weer live een cantorij te horen, het jubelde langs de moderne kroonluchters opwaarts, het beademde onze ziel. Verschillende sprekers spraken over psalmzingen vroeger en nu. Zo was de kwaliteit van Marot zijn beknoptheid: geen uitweidingen, alleen inhoud. In het Frans klinken ze prachtig, maar in het Nederlands van Datheen (1566) houterig vanwege niet-samenvallende tekst- en muziekaccenten. Van het psalmboek uit 1773 wordt de helft niet gezongen.

Band én ongemak

Zeventig jaar geleden werd ik grootgebracht bij psalmen en levertraan. Op maandagmorgen zong kind na kind de psalm bij de tafel van de juffrouw. Ik hield ervan mijn moeder te horen zingen: ‘Gods verborgen omgang vinden’. Mijn vader is begraven met ‘Loof Hem, Die (…) uw krankheên kent en liefderijk geneest.’ O, die oude psalmen. Zing op mijn sterfbed 1773, zeg ik tegen mijn kinderen, want die zijn in mijn geheugen gegraveerd.

Toch, ik was amper elf jaar, en in onze gemeente gevraagd Psalm 89:1 solo te zingen op een jeugdavond. ’k Zal eeuwig zingen van Gods goedertierenheên Uw waarheid t’ allen tijd vermelden door mijn reên.

Die ‘goedertierenheên’ en die ‘reên’ wekten een gevoel van ongemak. Ik vond de woorden raar om te zingen. Toen ik in de jaren zeventig les gaf op de Eben Haëzerschool in Teuge, voelde ik opnieuw die tweespalt. Psalmzingen is relationeel, ik wil God iets moois geven en ervaar taal die in 1773 voldeed, als ontoereikend voor vandaag. Ze bevat:

• opvullingen, soms lelijk (‘orelogen’), soms mooi (‘Leer mij naar uw wil te hand’len’)

• archaïsmen (samenrotten, stierenheir, een schaar, gestadig, mij belgen)

• elisies (paân, goôn, geveinsd’lijk, d’aard’, woên, weêuw, t’zaam)

• taal uit de Verlichting (Opperwezen, pad der deugd, Alziende, rede).

Overdracht

Mijn leerlingen van toen zijn inmiddels zelf opa en oma. Is het van belang dat onze kleinkinderen iets van de psalmen begrijpen? Niet tot op de bodem, wel naar de contouren. Opgeleid als directeur basisschool ben ik mij bewust gebleven van het belang van overdracht. Woorden moeten gevuld zijn met betekenis. Als een jongere geen betekenis kan verbinden aan een zin, is er geen connectie tussen lezer en tekst. Begrijpen begint met grijpen: zoals een baby alles in zijn mond stopt om grip op zijn omgeving te krijgen, zo mag een kind woorden grijpen, in de mond nemen en psalmen zingen. Zo vult het zich met geloof. Vanaf ongeveer acht jaar zijn kinderen ‘werkelijkheidsfanatici’; ze willen alles weten. Ze zijn schoolrijp, dat is leer-rijp. Scheep ze niet af met ouderwetse teksten. Christus zei niet voor niets: Laat de kinderen bij Mij komen.

De Nieuwe Psalmberijming

Intussen is in 2021 De Nieuwe Psalmberijming (DNP) verschenen. De ontstaansgeschiedenis is van deze tijd: er kon worden gereageerd via een openbare website en van die mogelijkheid is door hebraïci, theologen, neerlandici en musici gebruikgemaakt. Als dichter/revisor voorzag ik in tekstwijzigingen en enkele berijmingen. Psalmen berijmen is een vorm van innovatie, traditie levend houden. Tegelijk weet je: vertalen is verraden, berijmen is verkleinen. Het is goed als gemeente te beseffen: een psalm zingen is niet de Hebreeuwse psalm zingen, maar een bewerking ervan.

Nu de psalmen moderner berijmd zijn, bezien we psalmen die we nooit zingen, met nieuwe ogen. Bijvoorbeeld de psalm die tussen de geliefde psalmen 119 en 121 in staat. Hij gaat over iemand die ver van huis vrede zoekt, maar haat ontmoet. Goed om te zingen als een soldaat uit de gemeente op vredesmissie gaat. Of als het gaat over geloofsvervolging. In de versie van DNP klinkt Psalm 120 urgent. Vers 2 luidt:

Ik voel mij eenzaam en verloren,

geen sterveling wil bij mij horen.

Een zwerver ben ik, een ontheemde.

Zo ver van huis ben ik een vreemde.

Ik leef bij wie de vrede haten;

ik hoor hen over oorlog praten.

Hoe ik hen ook tot kalmte maan,

ze blijven maar de strijd aangaan.

Twee berijmingen

Een te verdedigen zangwijze zou zijn: het hele psalter zingen uit twee berijmingen. Als we geliefde coupletten uit de berijming van 1773 zingen en nooit gezongen psalmen uit De Nieuwe Psalmberijming, komt de kerk de nieuwe generatie tegemoet in het verinnerlijken van psalmen. Laten we niet wachten tot psalmen van de troon gestoten worden.

Verinnerlijken, regels die zich nestelen in je hart: ‘eerlijk en echt zijn, leven in uw spoor’ (Ps.119:8) – dat willen jongeren. Zo’n inwonende regel helpt hen bij het maken van keuzes. Het woord blijft hangen, is duurzaam.

Zeggingskracht

Als kinderen gesterkt moeten worden ‘in de bittere strijd tegen het secularisme’, zoals ds. J.A.W. Verhoeven terecht schrijft (De Waarheidsvriend, 27 mei 2021), is DNP mijns inziens een goede keus. De berijming is beknopt (naar Marots ideaal), in taal zonder veel omhaal. De sobere zegging kan ontroeren: Zonder woorden, aangeslagen, lig ik wakker vol met vragen. (77:2)

De teksten lopen soepel. Dit is een grote kwaliteit waarover men weinig hoort, maar gelukkig hoorde ik op het psalmensymposium dr. Dick Wursten zeggen: ‘Om taal soepel te laten verlopen, is een gave, beseften Marot en De Bèze.’ Betekent gewone taal dat het mysterie en de intensiteit verdwenen zijn? Toch niet. Authentiek verlangen proef ik in: Doorgrond mijn hartsgeheimen, HEER, ik leg ze eerlijk voor U neer. (139:8)

Poëtische regels:

De maanden laat U tellen door de maan. (104:5)

Beeldend, haast filmisch:

Door vrouwen werd de buit geteld,

terwijl hun mannen in het veld

lui bij het kampvuur lagen. (68:4)

Concreet en meerduidig:

een duif die vlucht

naar de woestijn. (55:2)

Het geheim is er:

een tempel voor de eeuwigheid gemaakt, een heiligdom dat aan de hemel raakt. (78:17)

Het raadsel blijft:

De vogelvanger spant zijn net,

de pest zal zich verbreiden –

maar over jou zal God, die redt,

zijn sterke vleugels spreiden. (91:1)

In DNP ontbreekt de dichterhand niet, anders was er geen berijming ontstaan die zo soepel in de nootjes valt, zeggingskracht heeft, prachtig verhalend is in langere psalmen, de poëzie van de Schrift concreet en gelaagd laat klinken.

Ja maar… er staat ‘tuig’ in een psalm, dat is te populair. Och, in 1773 staat ‘rot’ (troep, bende), dat was toen populair. In 1967 staat ‘puinhoop’. Laten we niet om een enkel woord een psalmberijming opzij schuiven.

Weerbaarheidstraining

Zoals nieuw land nieuwe vogelsoorten aantrekt, zo trekt deze nieuwe psalmberijming nieuwe zangers en zangertjes aan. Psalmzingen is voor de gemeente een weerbaarheidstraining. Je zingt integriteit naar binnen, je leert te rekenen met weerstand en afwijzing (de ‘vijand’ in de psalmen), je gaat een wereld van hoop binnen. Hoop om te koesteren. Zo voedt en bewaakt de Heilige Geest je ziel, zo eer je Christus met heel je hart (Hebr.3).


Berijmde psalmen

Om inhoudelijke redenen en vanwege de taalontwikkeling zijn er in toenemende mate vraagtekens te zetten bij de psalmberijming van 1773. Er zijn allerlei alternatieven op de markt. In De Waarheidsvriend (27 mei 2021) noemde ds. J.A.W. Verhoeven de berijming van 1968 (die in het Liedboek voor de Kerken is opgenomen), een ‘aanvaardbaar alternatief wanneer 1773 geen optie meer is’. De berijming van 1968 is volgens hem nog niet overtroffen. Maar kom je zo niet van de regen in de drup? vraagt dichteres Ria Borkent. Het taalkleed is sterk verouderd en verhindert de gemeente om te kunnen begrijpen wat zij zingt, aldus een deputatenrapport. Een bijdrage aan de bezinning over de berijmde psalmen.

Ria Borkent
Ria Borkent