Waar bent u naar op zoek?

Burgerlijk huwelijk of geregistreerd partnerschap – de praktijk (2, slot)

Bijbels leven als stel

Ds. B.J.W. Ouwehand
Door: Ds. B.J.W. Ouwehand
Huwelijk
08-04-2024

Het geregistreerd partnerschap staat verder van Gods doel met het huwelijk af dan het burgerlijk huwelijk. Het burgerlijk huwelijk blijft daarom voor een christen de juiste weg. Toch is het geregistreerd partnerschap niet per definitie zonde en deugt er soms niets van een huwelijk.

‘Ja, maar…’ Een principiële uiteenzetting over Gods richtlijnen voor het huwelijk leidt maar al te vaak tot een ‘Ja, maar…’ Zeker, we zijn het ermee eens, maar de praktijk is toch weerbarstig?

Ik moet daarbij denken aan een gesprek dat ik met een onkerkelijke man had die vanwege zijn vriendin zeer geïnteresseerd raakte in het christelijk geloof. Na een lang gesprek waarin ik hem probeerde duidelijk te maken waarom wij als christelijke gemeente seks voor het huwelijk afwijzen, kwam hij met het volgende – in zijn ogen geweldige – idee: ‘Als we nou een geregistreerd partnerschap aangaan, mag het dan wel?’ Een gemeende, meedenkende reactie. Als predikant krijg je dan toch het gevoel: maken we het allemaal niet nodeloos ingewikkeld? Moet ik nu opnieuw de spelbreker zijn?

Schuldbelijdenis

Gods uitgangspunten voor het huwelijk van de christelijke gemeente vragen om een belijdende, maar niet automatische keuze voor het burgerlijk huwelijk. De reden daarvoor is dat een automatische keuze geen recht doet aan de complexe werkelijkheid waarin wij leven. Enerzijds omdat een stel dat voor een burgerlijk huwelijk kiest, niet automatisch de bijbelse waarden van het huwelijk onderschrijft.

Hoeveel stellen kiezen niet voor het burgerlijk huwelijk vanuit gewoonte of onder druk van de familie, terwijl ze ondertussen allang als man en vrouw samenleven? Formeel klopt het dan misschien wel, maar toch deugt er niets van.

Durven we als predikanten daar nog het gesprek over aan te gaan? Of zijn we inmiddels zo blij dat een stel kiest voor een huwelijk, dat we daar maar snel overheen stappen? Daarmee bedoel ik niet per se dat we het gebruik van de openbare schuldbelijdenis weer in ere moeten herstellen, maar wel dat er gesproken moet kunnen worden over schuld, berouw en vergeving. Iets dat dan ook gerust een plekje mag krijgen in de huwelijksdienst. Anderzijds is een automatische keuze voor het burgerlijk huwelijk onmogelijk, omdat we ook niet ieder geregistreerd partnerschap over dezelfde spreekwoordelijke kam kunnen scheren.

Zonde

Hoe moeten we als christelijke gemeente een geregistreerd partnerschap waarderen? Moeten we als kerkelijke gemeente bereid zijn om een geregistreerd partnerschap in te zegenen en daarmee als volwaardig kerkelijk huwelijk te accepteren?

Wanneer iemand een burgerlijk huwelijk sluit, maar dit niet laat bevestigen in de kerk, wordt zo’n persoon van oudsher binnen de christelijke gemeente als volwaardig lid geaccepteerd. De echtgenoten worden na het doen van openbare geloofsbelijdenis toegelaten tot het heilig avondmaal en hun keuze vormt geen bezwaar om de man in een kerkelijk ambt te benoemen.

Een burgerlijk huwelijk wordt dus per definitie als een bijbels verantwoorde relatievorm gewaardeerd. Dit roept de vraag op of we ook niet op dezelfde manier met het geregistreerd partnerschap – dat juridisch een vergelijkbare waarde heeft – moeten omgaan. Je kunt het ook negatief en scherper formuleren: leeft een stel dat een geregistreerd partnerschap is aangegaan bijbels gezien in zonde? Oftewel: is een geregistreerd partnerschap tuchtwaardig en moet deze daarom leiden tot het weren van deze mensen van het heilig avondmaal?

Minder

Het eerste dat ik hierover wil zeggen, is dat we vandaag de dag, wanneer we Gods uitgangspunten voor een huwelijk serieus nemen, ook het burgerlijk huwelijk niet meer automatisch als voldoende kunnen bestempelen. Vroeger lagen het burgerlijk huwelijk en het door God beoogde huwelijk dicht bij elkaar, maar tegenwoordig bestaat er tussen die beide een duidelijke kloof.

Een stel dat voor de overheid trouwt, doet er dan ook goed aan om hun huwelijk in de kerk te laten bevestigen. Een geregistreerd partnerschap staat nog verder af van het huwelijk zoals God dat heeft beoogd. Misschien niet in juridische zin, maar wel in die zin dat het maatschappelijk gezien wordt als een minder vaste en minder gewichtige verbintenis. Toch kunnen we ook daaruit niet automatisch de conclusie trekken dat iemand die een geregistreerd partnerschap aangaat, in zonde leeft.

Ongelovigen

In de eerste plaats omdat niet ieder geregistreerd partnerschap hetzelfde is. Zo kwam ik in gesprek met een stel dat al geruime tijd samenleeft als man en vrouw en samen ook kinderen heeft. Na de geboorte van hun eerste kind kreeg de vrouw na jaren weer het verlangen om naar de kerk te gaan en zich weer meer in het geloof te verdiepen. Haar vriend accepteerde haar keuze, maar had datzelfde verlangen niet. Na verloop van tijd groeide bij de vrouw het besef dat haar relatievorm niet paste bij een christen en dat God van haar vroeg om te trouwen. Haar vriend stond daar echter niet voor open en dus kozen ze uiteindelijk voor een geregistreerd partnerschap.

Het lijkt mij helder dat deze vrouw vanuit haar verlangen om God te dienen de enige juiste keuze heeft gemaakt. Op grond van Paulus’ uitspraak over huwelijken tussen gelovigen en ongelovigen (1 Kor.7:12-16) kunnen we haar alleen maar steunen in de weg die zij gaat. Daarom is het altijd van groot belang om mensen die gekozen hebben voor een geregistreerd partnerschap, eerlijk op hun motieven te bevragen.

Dienares

Het feit dat een geregistreerd partnerschap niet per definitie zonde is, betekent echter niet dat geregistreerd partnerschap per definitie géén zonde is; alhoewel dat vanuit een gereformeerde visie op het huwelijk op het eerste gezicht moeilijk valt hard te maken. Het gaat immers om een door de overheid gelegaliseerde samenlevingsvorm. En als dienares van God heeft zij het goddelijk recht en de verantwoordelijkheid ontvangen om het aardse leven te ordenen.

We kunnen dus moeilijk zeggen dat een stel dat een partnerschap is aangegaan in ontucht leeft, of in opstand komt tegen het door God gegeven gezag; ook niet tegen het kerkelijk gezag, aangezien de kerk hier formeel niet over gaat. De kerk kan de overheid alleen maar oproepen om in haar vormgeving van het huwelijk rekening te houden met de door God gegeven uitgangspunten.

Deze consequentie van de gereformeerde visie op de verhouding tussen kerk en overheid roept bij mij wel de vraag op in hoeverre deze gereformeerde visie nog past in een post-christelijke samenleving als de onze.

Berouw

Toch valt er volgens mij, zelfs wanneer we vasthouden aan de gereformeerde visie op de verhouding tussen kerk en staat, meer over dit punt te zeggen. Of een relatie zondig is, wordt namelijk niet alleen bepaald door de juridische vormgeving ervan, maar ook door de inhoudelijke invulling ervan. Het is daarom van groot belang om in gesprek te gaan met mensen die een geregistreerd partnerschap zijn aangegaan over de vraag of de partners er werkelijk naar verlangen om recht te doen aan de inhoudelijke uitgangspunten die de Bijbel aan het huwelijk verbindt. Verlangen zij er daadwerkelijk naar om een eenheid te vormen, verantwoordelijkheid voor elkaar te nemen en elkaar altijd trouw te blijven? En als dat werkelijk hun verlangen is, waarom hebben zij dan niet voor een burgerlijk huwelijk gekozen? En als dat niet hun verlangen is, dan kunnen we niet anders dan hun keuze afwijzen en hen tot berouw en bekering oproepen.

Huis

Nu ligt het voor de hand om te denken dat de motieven van mensen die voor een geregistreerd partnerschap kiezen altijd onzuiver zijn. Anders hadden ze immers wel voor een burgerlijk huwelijk gekozen? Mijn ervaring is echter dat steeds meer christelijke jongeren zich onvoldoende bewust zijn van de grote waarde van het huwelijk en de bijbelse uitgangspunten daarvan. Het thema komt zeker voorbij in de opvoeding, maar vaak op een moment dat jongeren hier nog niet echt mee bezig zijn, waardoor er vaak maar weinig van blijft hangen.

Wat ook meespeelt, is dat veel jongeren eerst samen een huis willen kopen voordat ze gaan trouwen. Gezien de hoge huizenprijzen en de grote hoeveelheid geld die je daarbij moet inleggen, blijft er daarna vaak geen geld over voor een ‘normaal’ huwelijksfeest; en dus hebben ze het gevoel dat ze niet anders kunnen dan de bruiloft uitstellen.

Ouders spelen hierbij ongemerkt een grote rol. Veel van deze jongeren hebben immers van jongs af aan gehoord hoe belangrijk het is om eerst je studie af te maken, een baan te vinden en een huis te kopen voordat je gaat trouwen. Deze jongeren kiezen dus niet per se ‘schopperig’ voor een geregistreerd partnerschap, maar proberen binnen de mogelijkheden die zij zien, het beste te doen. Dit vraagt van de christelijke gemeente een pastorale benadering, waarin de jongeren gewezen worden op de weg die God in Zijn Woord wijst.

Traumaverwerking

Ongetwijfeld hebben we ook weleens gehoord van mensen die zulke negatieve ervaringen met het huwelijk hebben, dat ze daarom zelf geen huwelijk aan durven gaan. Je zou daarbij kunnen denken aan mensen die getraumatiseerd zijn geraakt door de vechtscheiding van hun ouders. Deze verhalen worden met regelmaat gebruikt als pleidooi voor de mogelijkheid tot een kerkelijke inzegening van het geregistreerd partnerschap. Deze – vaak emotionele – verhalen worden dan als breekijzer gebruikt om een geregistreerd partnerschap in algemene zin goed te keuren.

Een dergelijke argumentatiestrategie is onzuiver en doet ook geen recht aan de praktijk. De meeste christenen die voor een geregistreerd partnerschap kiezen, verlangen immers helemaal niet naar een kerkelijke inzegening van hun partnerschap. Dat hoort immers juist bij het huwelijk, en daar kiezen ze bewust (nog) niet voor. Tegelijk kunnen we onze ogen niet sluiten voor mogelijk traumatische ervaringen en hebben we ook de roeping om daar recht aan te doen. Al ligt het voor de hand daarbij eerder aan traumaverwerking dan aan het inzegenen van een geregistreerd partnerschap te denken.

Eerlijk

Kortom: een geregistreerd partnerschap is niet per definitie zondig. Het gaat immers om een door de overheid ingestelde en erkende relatievorm. Een geregistreerd partnerschap staat echter nog verder dan het burgerlijk huwelijk af van het door God beoogde doel met het huwelijk, en daarom blijft het burgerlijk huwelijk voor een christen de juiste weg. En dan een burgerlijk huwelijk dat kerkelijk wordt bevestigd, zodat het publiekelijk duidelijk wordt dat het het verlangen is van het bruidspaar om naar al Gods geboden te leven.

Een christelijke gemeente die zichzelf serieus neemt, kan dan ook niet anders dan het gesprek aangaan met gemeenteleden die hierin andere keuzes maken. Door liefdevol door te vragen naar de achterliggende motivatie en heel eerlijk te zijn over de weg die God ons wijst in Zijn Woord.

Midden in de complexe wereld waarin we leven, hebben we als christelijke gemeente immers maar één verlangen: ons leven inrichten naar Gods wil. En Zijn wil is helder, namelijk dat man en vrouw, in werkelijke eenheid verbonden, een weerspiegeling zouden zijn van Zijn blijvende en niet aflatende liefde en trouw.

Geïnteresseerd in meer lezenswaardige artikelen? Neem een jaarabonnement (€ 53). Als welkomstgeschenk ontvangt u De Waarheidsvriend twee maanden gratis. Of maak gebruik van onze actie en lees De Waarheidsvriend vier maanden voor € 10,-!

Ds. B.J.W. Ouwehand
Ds. B.J.W. Ouwehand

is predikant van de hervormde gemeente te Scherpenzeel.