Kleopas en zijn vriend spraken kort na Pasen de woorden: ‘Blijf bij ons, want het is tegen de avond en de dag is gedaald.’ Op veel manieren hebben schrijvers en dichters de woorden van de Emmaüsgangers overgenomen: in liederen en gedichten, verhalen en gebeden.
De Vlaamse schrijver en dichter Felix Timmermans (1886-1947) schreef over de Emmaüsgangers een eenvoudig en aansprekend gedicht, waarin we het bijbelverhaal duidelijk herkennen.
Emmaüs
‘Heer blijf bij ons, de zon gaat onder.’
Wij boden dan het avondbrood
den vreemden man, die langs de baan
met ons was meegegaan.
En wijl hij, ’t zegenend, de oogen sloot,
gebeurde het: Zijn aangezicht
verklaarde in een hemelsch licht,
waarin hij plotseling verdween…
Dit was het wonder.
Wij stonden weer alleen,
doch vouwden blij onz’ handen.
Het was alsof Hij door ons heen verdween
en ’t licht in ons is blijven branden.
Blijf zoo in ons, o Heer, de zon gaat onder!
Timmermans begint zijn gedicht met de vraag, het gebed van de Emmaüsgangers: ‘Heer blijf bij ons’ en vertelt dan het bekende verhaal na. De mannen boden de vreemdeling het brood aan, hij zegende het en toen kenden zij Hem: zijn aangezicht ‘verklaarde’, klaarde op, werd opgehelderd. Door het hemelse licht wisten ze wie Hij was. En in dat licht, zo bedenkt de dichter, verdween Hij.
Timmermans gebruikt het licht op een mooie manier: de zon gaat onder, maar hemels licht schijnt in het huis én het is alsof dat licht blijft branden in de twee mannen. In Lukas 24 gaat het immers over brandende harten.
Lees de volledige tekst van dit artikel in De Waarheidsvriend van donderdag 14 april 2022. Neem een jaarabonnement (€ 49,95). Als welkomstgeschenk ontvangt u De Waarheidsvriend twee maanden gratis. Of maak gebruik van onze actie en lees De Waarheidsvriend vier maanden voor € 10,-!