Boekbespreking
Ds. C.P. de Boer Zijn bloed kome over ons. Een reflectie op een traditionele tekstuitleg in de gereformeerde gezindte. Uitg. de Banier, Apeldoorn; 62 blz.; € 6,95.
In dit kleine boekje inventariseert de auteur eerst, aan de hand van citaten, hoe door verschillende predikanten vanaf het begin van de twintigste eeuw tot en met nu over de ‘bloedtekst’, Mattheüs 27:25, is gepreekt, gemediteerd en geschreven. Namen van bekende en veelal ook geliefde voorgangers die de traditionele uitleg hanteerden, passeren de revue, zoals van J. Wisse, L. Rijksen, G.H. Kersten, F. Mallan, J. Roos. Vanuit de Gereformeerde Bond J.J. Timmer, L. Trouwborst, I. Kievit, E. van Meer en S. van Dorp. Bij de positieve uitzonderingen worden veel namen gemist, ook al schreven ze soms niet specifiek over deze tekst.
In het tweede deel geeft de auteur zelf een uitleg van de bewuste ‘bloedtekst’. Hierin weerlegt hij de traditionele uitleg, die beweert dat de Holocaust het antwoord van God was op de bede: ‘Zijn bloed kome over ons en onze kinderen’. Het is niet eenvoudig om vanuit twintig eeuwen kerk- en theologiegeschiedenis en na de verschrikkingen van de Holocaust, deze tekst onbevooroordeeld te exegetiseren. Collega De Boer, christelijk gereformeerd predikant in Sliedrecht, is er in zijn integere strijd tegen het antisemitisme niet geheel aan ontkomen de tekst te annexeren. Zeker, hij stelt duidelijk dat de verantwoordelijkheid volledig ligt bij de schare en dat men die verantwoordelijkheid voor zichzelf en voor het nageslacht aanvaardt. Een beetje kort door de bocht concludeert hij dan: ‘Niets meer, maar ook niets minder!’ We worden in de bewuste tekst immers wel geconfronteerd met vragen als: ‘Zou het bloed van deze Rechtvaardige niet blijven roepen van de aardbodem tot de Heere? En zou de heilige en waarachtige Heerser Zijn bloed niet oordelen en wreken aan hen die op de aarde wonen?’ Ook met de vraag van de vergelding van de misdaad van de vaderen aan de kinderen.
Vanuit deze geladenheid begrijpen we de Wirkungsgeschichte van deze tekst ook iets beter. Maar vooral wordt door deze geladenheid datgene wat er tegenin gebracht kan worden, des te bijzonderder! Collega De Boer schrijft terecht dat Christus’ bloed een mens niet schuldig verklaart en veroordeelt, maar reinigt, vrijspreekt en zalig maakt. Hier had ook nog op Christus gewezen kunnen worden, Die het bloed, dat roept om wraak, binnendroeg in het hemels heiligdom, als grond van de vergeving.
Mooi hoe de auteur ingaat op de ‘zonde gedaan uit onwetendheid’, waar vergeving voor mogelijk is. En op Jezus’ gebed: ‘Vader, vergeef het hun, want zij weten niet wat zij doen.’ Wie heeft dan nog het recht om de eerste steen op te nemen? Bachs belijdenis geldt in dat opzicht voor ons allen: Ich bin’s, ich sollte büssen.