Boekbespreking
John C. Lennox Kan de wetenschap alles verklaren? KokBoekencentrum Uitgevers, Utrecht; 160 blz.; € 17,99.
John Lennox is een Britse wiskundige en misschien wel de enige apologeet die er ooit in geslaagd is om met de bekende atheïst en evolutiebioloog Richard Dawkins een serieuze discussie te voeren. Normaal reageert Dawkins in zulke gesprekken alleen met denigrerende opmerkingen over het christelijk geloof, maar bij Lennox kwam hij daar niet mee weg. Dat komt niet alleen door Lennox’ uitstekende discussievaardigheden (die had menige andere opponent ook) maar ook door zijn innemendheid. Niet alleen mondeling is Lennox sterk in het verdedigen van het christelijk geloof tegenover de claim dat dit geloof strijdig is met het bedrijven van wetenschap. In het boek Kan de wetenschap alles verklaren? geeft Lennox in beknopte vorm weer waarom atheïsten menen dat christelijk geloof en wetenschap niet kunnen samengaan, maar ook de argumenten waarom dat bij uitstek juist wel zo is. Lennox doet dus meer dan alleen verdedigen dat christenen een plaats in de wetenschap kunnen hebben. Hij betoogt dat zij met name die plaats moeten hebben. Zij staan in meerdere opzichten beter voorgesorteerd dan atheïsten voor het bedrijven van wetenschap.
Overigens is Lennox niet de eerste die dat betoogt. De moleculair bioloog Denis Alexander van het Britse Faraday Institute for Science and Religion heeft in diverse presentaties soortgelijk goed werk gedaan. Lennox begint ermee dat veel belangrijke natuurwetenschappers uit het verleden christenen waren. Blijkbaar gingen voor hen geloof en wetenschap goed samen. De volgende stap is dat het geloof hen juist hielp om goed wetenschap te bedrijven. De titel van het boek geeft aan dat een belangrijk deel van Lennox’ argumenten berust op het feit dat wetenschap wel waardevol, maar ook beperkt is. Veel van wat wij weten en geloven, kan niet met wetenschap worden aangetoond. Wetenschap kan eigenlijk alleen verschijnselen beschrijven, maar niet verklaren waarom ze plaatsvinden. Een valbeweging uitleggen als het gevolg van de zwaartekracht lijk misschien een verklaring, maar het is het niet. Waarom immers zou er zwaartekracht zijn?
Het is wel goed bij het lezen te bedenken dat in het boek de Engelse term ‘science’ vertaald is met ‘wetenschap’. Dat is niet helemaal correct. ‘Science’ betekent ‘natuurwetenschap’ en dat is veel beperkter. Er zijn ook wetenschappen die wel degelijk zoeken naar verklaringen, maar dan voor het handelen van mensen. Soms lijkt Lennox even te vervallen in deïsme als hij wonderen verdedigt door te schrijven dat God de natuurwetten kan ‘doorbreken’. Beter lijkt mij om ervan uit te gaan dat wat wij waarnemen als natuurwetten, niet anders is dan Gods voortdurende handelen. Wonderen zijn ‘slechts’ momenten waarop Hij ‘afwijkt van Zijn gewoonten’, zoals iemand dat benoemde. Dan wordt onze verwondering over de regelmaat in de werkelijkheid nog veel groter en zien we er Gods onophoudelijke trouw aan Zijn schepping in. Dat is uiteindelijk een belangrijke reden voor christenen om natuurwetenschap te bedrijven.