Waar bent u naar op zoek?

Boekbespreking

A.W.J. Theunisse
Door: A.W.J. Theunisse
10-11-2022

Gert A. van de Weerd Bijbelverklaring Openbaring van Jezus Christus door Johannes. Uitg. PMI boeken, Veenendaal; 863 blz.; € 72,50.

Van de hand van Gert van de Weerd verscheen een vuistdikke bijbelverklaring van de Openbaring van Jezus Christus door Johannes. Hij heeft deze in eigen beheer uitgegeven. Bijgevoegd zijn zes vellen vol lovende opmerkingen van predikanten, kranten en bladen over eerdere bijbelverklaringen van deze auteur, verzameld door de uitgever. Is dat nodig? De prachtige hardcover voorkaft maakt mij nieuwsgierig. Er ligt een boekrol op tafel, iets opengerold, met daarboven een duif, die zojuist het samenbindende koortje heeft losgetrokken. Van de Weerd wil de Openbaring uitleggen met leiding van Gods Geest.

De openingszin spreekt aan: de auteur wil de ‘grondtekst zonder dogmatische vooraannames analyseren’ en die daarna verklaren. Maar wie schetst mijn verbazing als direct daarna tientallen pagina’s volgen met een ‘basistheologie’ om de Openbaring te kunnen begrijpen? Hoezo ‘zonder vooraannames’? In een ‘handzaam schema’ van de eindtijd komen uiteenzettingen langs over ‘de antichrist’, over ‘de opname van de gemeente’, over ‘het messiaanse rijk’ en nog heel veel meer. Dit geeft een bang voorgevoel dat bij deze verklaring meer ‘inlegkunde’ dan ‘uitlegkunde’ zal plaatsvinden en gaandeweg wordt dat gevoel bevestigd.

Van de Weerd hanteert een eigen uitlegmethode met ‘Logica’ als kernwoord. Dit houdt allereerst in dat hij profetische bijbelboeken (Mozes, profeten, Openbaring) als ‘letterlijk gedicteerde woorden van God’, hoger waardeert dan andere bijbelboeken. Een merkwaardige en te betwisten onderscheiding, al is zijn aandacht voor het verband tussen de Openbaring en oudtestamentische profetieën natuurlijk terecht.

Daarnaast brengt de ‘Logica’ de auteur tot veel aandacht voor de Griekse grondtekst. Hij kiest voor de textus receptus (dit is de Griekse uitgave van het Nieuwe Testament uit de tijd van de Reformatie, gevormd uit de toen bekende oudste bronnen) als meest originele grondtekst. Zijn argumentatie is wat kort door de bocht en het gemak waarmee hij in incidentele gevallen van deze keuze afwijkt, bevestigt dat. Zijn verklaring is steeds opgebouwd volgens het schema: grondtekst – gecorrigeerde vertaling door Van de Weerd – exegese. De helderheid van deze opbouw wordt echter steeds verstoord door exegetische discussies bij de grondtekst, vaak opkomend uit de eigen dogmatische vooronderstellingen van de auteur en door allerlei ingevoegde excursen en kanttekeningen.

Van de Weerd is door zijn ‘Logica’ snel klaar met andere bijbelverklaarders. Seculiere en vrijzinnige verklaarders ontkennen Gods inspiratie en missen daardoor de samenhang met andere bijbelse profetieën, stelt hij. En orthodoxe verklaarders laten het dogma over de grondtekst heersen. De auteur blijft dit als een mantra herhalen, om zo ruimte te creëren voor zijn eigen methodiek. Zijn exegetische uitkomsten vindt hij regelmatig bij W.J. Ouweneel bevestigd.

In Van de Weerds ‘Theologie van de Logica’ is de Openbaring uiteindelijk een hoeveelheid goddelijk geïnspireerde woorden, als data over de eindtijd. Zijn vooraf gedeelde opvattingen daarover worden als een ‘raamwerk over de profetie heen’ gelegd, een soort ‘werkschema’ dat samen met data uit andere profetieën de Openbaring op de juiste wijze zou ontsluiten. Visioenen en beelden worden daarbij strikt letterlijk genomen, want symboliek past niet bij zijn ‘Logica’ en zou leiden tot vervangingstheologie. Babylon ziet dus op het letterlijke oude Babylon, dat in Irak herbouwd zal worden, de kleine boekrol (Openb.10) moet wel een Mezuzah (een perkamentrolletje dat op de deurpost wordt aangebracht) zijn, omdat hij anders niet echt door Johannes opgegeten kan worden en de beesten uit Openbaring 13…, ja, dat zijn dan toch ineens geen letterlijke beesten, maar demonen waar de antichrist en de valse profeet aardse gestalten van zijn. Terwijl nota bene de antichrist nergens in de voor de auteur zo gezaghebbende (grond)tekst van de Openbaring genoemd wordt.

Al met al heb ik bij Van de Weerds noeste arbeid twee grote kritiekpunten. 1) Hij doet het apocalyptische genre van de Openbaring met alle daarbij behorende symboliek geen recht. Zijn ‘Logica’ en vooropgezette dogma’s over de eindtijd staan hem in de weg om de Openbaring werkelijk te beluisteren in de vorm en het genre waarin ze ons door de Geest (!) gegeven is. 2) Hij heeft te weinig oog voor de eerste hoorders in hun strijd en aanvechting en voor de boodschap van aansporing en hoop die de Geest hun gaf door dit boek. Dáár ligt namelijk ook de boodschap voor ons met de strijd en aanvechting in onze tijd. De boodschap ligt niet in gepuzzel over de eindtijd met data en schema’s, als exegetisch-dogmatische torens van Babel.

Heb ik ook iets positiefs te zeggen? Zeker, ik noem de aandacht voor de grondtekst en het uitdiepen van sommige grondwoorden. Ook kan het boek dienen als informatiebron voor wie meer wil weten over een eindtijdtheorie uit evangelische kring. Als verklaring van de Openbaring moet ik helaas zeggen dat ik hem niemand zal aanbevelen.

A.W.J. Theunisse
A.W.J. Theunisse