Boekbespreking
M.D. Geuze Tholen, leef! Brieven aan de christelijke gemeenten op de eilanden Tholen en St. Philipsland. Uitg. Eendrachtbode, St. Annaland; 136 blz.; € 22,95.
Ds. M.D. Geuze gaf een opmerkelijk boek in het licht. Zoals de titel al laat zien, is de strekking appèllerend van aard: ‘Tholen, leef!’ Uit de ondertitel blijkt dat de auteur dit appèl laat uitgaan in de vorm van brieven aan de Thoolse christelijke gemeenten. Met die brieven zijn allereerst de zeven brieven uit Openbaring bedoeld. In dit boek worden ze geadresseerd aan de gemeenten op Tholen. Telkens worden de Schriftpassages summier maar grondig toegelicht en voorzien van meditatiestof, gebeden en gespreksvragen.
Voor wie geïnteresseerd is in de ‘kleine kerkgeschiedenis’, en bij uitstek voor wie iets met Tholen heeft, bevat dit geschrift tal van wetenswaardigheden. Het boek, van fraaie foto’s voorzien, is zowel meditatief als informatief. Van alle dorpen en stadjes wordt kerkelijke, historische, geografische en demografische informatie geboden. Het moet een monnikenwerk geweest zijn al die gegevens zo punctueel bijeen te garen.
Wat voornamelijk aan de orde komt, is uiteraard het kerkelijke aspect. Dat heeft nu eenmaal het hart van ds. Geuze, die kerk en zending jarenlang gediend heeft. Hij schreef dit boek dan ook recht uit zijn hart Wat bewoog hem? Wat hem pijn doet, is de verscheurdheid van het ene lichaam van Christus. Wat hem drijft, is het verlangen naar hereniging. Hij beseft dat die alleen door Gods Geest tot stand kan komen, maar tevens dat de Geest dit doet door een weg van schuldbelijden en verootmoediging. Daar roept ds. Geuze toe op. Hij bidt erom, ook in dit boek. Met aandrang en verwachting. Want ‘het eiland is niet zonder Heiland’! Treffend is dat zijn hier verwoorde voorbeden elke kerkelijke grens overschrijden: ze betreffen katholieken, hervormden, gereformeerden (van alle soorten), evangelischen en vrijzinnigen. Aan allen wordt gedacht, in zijn gebeden, maar ook in de ‘persoonlijke’ brieven die hij aan de zeven canonieke brieven toevoegt, vol vermaan en bemoediging.
Het adres van deze brieven is duidelijk. Maar wie is de afzender? Ds. Geuze aarzelt niet: ‘De brieven zijn het nú ontvangen Woord van God door de gave van de profetie’. Hij geeft de stem van Christus door, die hij ‘nú’ vernam, niet in de Bijbel, maar door directe, profetische openbaring. Ik voor mij moet bekennen dat het mij slechts geschonken is die stem te horen in wat geschreven staat. Ds. Geuze geeft de nú ontvangen boodschap van Christus letterlijk door, zoals: ‘Ik wil u, gemeente, Mijn bedieningen van apostelen en profeten (…) en andere gaven van Mijn Geest tot opwekking en herstel van Mijn ene gemeente geven.’ Het zijn woorden die Christus Zelf in de mond worden gelegd. Toch kent de auteur geen andere canon dan de Bijbel. De brieven moeten, merkt hij dan ook bescheiden op, ‘getoetst worden aan het onfeilbare Woord van God’.
Kortom, een boek dat te overdenken geeft.