Waar bent u naar op zoek?

Boekbesprekingen

C. Boele
Door: C. Boele
25-08-2022

Nico Grijzenhout Vitaal gemeente-zijn. Lessen uit de praktijk van de nieuwtestamentische gemeenten. KokBoekencentrum Uitgevers, Utrecht; 144 blz.; € 15,99.

Nico Grijzenhout, tot voor kort evangelist in de grote hervormde gemeente Veenendaal, heeft een goed leesbaar boek geschreven Vitaal gemeente-zijn. In het Voorwoord beschrijft hij zijn zorgen over de kerk in Nederland die in een grote crisis en verval is terechtgekomen. Hij spreekt zelfs uit dat hij vreest dat dit een oordeel van God is vanwege het onrecht dat de westerse volken al eeuwenlang over de wereld brengen met hun veeleisende levensstijl. Terecht vraagt dit om inkeer en bekering. Daarnaast ziet hij dat de doorwerking van het Evangelie belemmerd wordt door het functioneren van de christelijke gemeente. De kern van het probleem is dat het gemeenteleven te weinig samenvalt met het gewone dagelijkse leven van christenen en twee aparte domeinen zijn geworden. De christelijke gemeente is gaan lijken op een gewone organisatie, die op een zelfstandige manier moet worden gebouwd. In zijn boek wil hij ons deelgenoot maken van zijn bezinning en hierin een uitweg te bieden. Zo heeft hij zich verdiept in de vraag hoe de nieuwtestamentische gemeenten in de praktijk functioneerden en welke lessen wij daaruit kunnen trekken. In een aantal hoofdstukken werkt hij dit vervolgens uit en gaat hij in op een aantal activiteiten waardoor de eerste generaties christenen zich ontwikkelden tot bloeiende gemeenten: 1. Godsdienstige bijeenkomsten (zondagse kerkdiensten en dagelijkse bijeenkomsten waarin christenen elkaar ontmoeten); 2. De liefdemaaltijden, die kunnen uitgroeien tot een geweldig plaatselijk netwerk dat kan bijdragen aan het dichten van de kloof tussen de christelijke gemeente en het dagelijkse bestaan; 3. Overige activiteiten (tegen eenzaamheid, geestelijke zorg (pastoraat), de hulp aan de armen (het diaconaat) en de evangelisatie (het getuigenis). 4. De plaatselijke gemeente waarin hij ook een pleidooi houdt voor de huisgemeente. Veel in dit boek roept herkenning op, zowel wat zijn zorgen als zijn verlangens betreft.

Wat mij vooral na het lezen van het boek is bijgebleven, is de spanning tussen het institutionele (ambtelijke) en het charismatische (spontane, kleinschalige). Ook al wil Grijzenhout ze niet tegen elkaar uitspelen, toch proef ik door alles heen een oproep om het institutionele en ambtelijke wat los te laten voor het charismatische. Deze stellingname zal zeker te maken hebben met zijn ervaringen in een grote hervormde gemeente zoals Veenendaal, maar in een dorpsgemeente liggen de dingen iets anders, is mijn ervaring.

Daar ligt ook mijn vraag. Waarom het institutionele en het charismatische zo tegenover elkaar gezet? Waarom zou de institutionele structuur van de kerk geen toekomst meer hebben? Waarom zou Gods Geest hier ook anno 2022 geen gebruik meer van kunnen maken? Ik werd door wat hij erover schrijft, niet overtuigd. Voor alles geldt toch: mits op de goede manier gebruikt. Komt het juist niet aan op een bepaald evenwicht? Mij viel op dat in de tekstverwijzingen veelvuldig verwezen wordt naar Handelingen en 1 Korinthe, maar zelden naar de pastorale brieven waarin we ook veel aanwijzingen tegenkomen voor het (ambtelijke) gemeentelijk leven. Over het boek zou nog veel te schrijven zijn. Uiteraard laat deze recensie dat niet toe en heb ik mij moeten beperken. Tegen wie zich in deze materie wil verdiepen (wie niet?), zou ik willen zeggen: ‘Neem en lees’. Gespreksvragen en aangereikte bijbelgedeelten helpen om over deze thematiek verder door te denken en te spreken.

C. Boele
C. Boele