Boekbesprekingen
Jonathan Sacks De kracht van ideeën. Woorden van geloof en wijsheid. KokBoekencentrum Uitgevers, Utrecht; 398 blz.; € 32,99.
De bekende Britse opperrabbijn Jonathan Sacks (1948-2020) geldt als een van de invloedrijkste denkers van deze tijd. Hij was lid van het Britse Hogerhuis en bevriend met de huidige koning Charles, die voor dit boek een voorwoord schreef. In 2016 ontving hij de prestigieuze Templetonprijs voor zijn levensbeschouwelijke bijdrage aan het maatschappelijke debat en zijn rol in de interreligieuze dialoog. Zijn boek De kracht van ideeën bestaat uit vijf delen. Deel 1 bevat zijn columns Thought for the day, die destijds werden uitgezonden op BBC Radio 4. In deel 2 vinden we een selectie uit zijn Credocolumns voor het dagblad The Times. Deel 3 bevat artikelen die hij schreef voor allerlei kranten en tijdschriften. In deel 4 komen toespraken aan bod die hij hield in het Britse Hogerhuis, en deel 5 sluit af met een selectie uit zijn toespraken en lezingen. Er zijn boeken die je boven het alledaagse uittillen. Dat geldt zeker voor dit boek, hoewel je er mogelijk ook een antenne voor moet hebben. Er zullen zeker lezers zijn die de inbreng vanuit het Nieuwe Testament missen, maar je kunt van een opperrabbijn moeilijk anders verwachten. Wat opvalt, is zijn diepe inzicht in de Hebreeuwse Bijbel, in de politiek, in het wereldgebeuren en in de geschiedenis. Vanuit al die gebieden vloeien zijn ideeën zomaar naar ons toe.
Uit die ideeën wordt wel duidelijk waar Sacks voor staat. Zoals voor tolerantie. Ieder mens, ongeacht huidskleur, is immers geschapen naar Gods beeld. Terecht wijst hij erop dat democratische politiek kan leiden tot de tirannie van de meerderheid en daardoor tot het verlies van rechten van minderheden.
Tevens pleit hij ervoor om gezamenlijk met christenen bepaalde ethische waarden, zoals die van huwelijk en gezin, te verdedigen. Hij noemt het huwelijk ‘de allergrootste bron van schoonheid in gewone levens’. Het liefdevolle, stabiele gezin is volgens hem het beste middel om onze nakomelingen op te voeden.
De grote boosdoener achter de crisis in huwelijk en gezin ligt volgens hem in de afschaffing van de Joods-christelijke moraal in de jaren zestig van de vorige eeuw. Veertig procent van de kinderen in Groot-Brittannië wordt buiten het huwelijk geboren. Veel jongens die geen vader hebben, groeien op volgens de regels van de straatbendes. Wanneer ‘ik’ de plaats inneemt van ‘wij’ en genot van vandaag die van leefbaarheid voor morgen, gaat het fout.
Verder verdedigt hij het houden van de sjabbat. Vooral tegen de achtergrond van de Joodse handelsgeest en bedrijvigheid geen overbodige luxe om van ophouden te weten en je te verheugen in wat God geeft.
Sacks analyseert ook haarscherp de huidige crises, waarvan volgens hem de wortel in secularisatie, individualisme, consumentisme en machtsvertoon ligt. We zouden meer in het grotere geheel moeten leren denken. Door het multiculturalisme en de vele subculturen, gevormd op basis van etniciteit, religie, gender of seksuele oriëntatie – allemaal met eigen belangen – is dat echter heel ingewikkeld. Een beschaving die het geloof in God verliest, heeft volgens hem geen toekomst.
Leerzaam zijn de tien goede voornemens die volgens de schrijver ons leven kunnen veranderen. Ik heb ze geappt naar onze kinderen. Stil werd ik van zijn artikel over ‘crisis’, beschreven vanuit de worsteling van Jakob met de onbekende Man bij de Jabbok. Over bevinding gesproken!
Zijn toespraak voor het Europees Parlement in 2017 over antisemitisme is heel actueel. Steeds weer neemt Jodenhaat andere vormen aan, muteert het zoals dat bij virussen gebeurt. Een groot gevaar ziet de auteur in de toename van politiek extremisme en de populistische politiek. Apart overigens dat nergens de link gelegd wordt tussen Jodenhaat en haat tegenover de God van de Joden. Al met al laat Sacks duidelijk zien hoe belangrijk de Hebreeuwse Bijbel en de context van het Joodse denken voor visie op het wereldgebeuren zijn. Mooi ook hoe hij ernstige betogen afwisselt met kruidige Joodse humor: ‘Zodra ik begin te praten gaan mensen om me heen al gapen, waaruit ik alsnog moet concluderen dat rabbijnen en anesthesisten ongeveer hetzelfde werk doen.’
Bemoedigend hoe het boek eindigt met Psalm 23:4: ‘Al gaat mijn weg door een donker dal, ik vrees geen gevaar, want U bent bij mij.’ Het mag duidelijk zijn dat ik dit boek van harte aanbeveel.